Aantal betrokken partijen bij formatie

Er is in de parlementaire geschiedenis sinds 1945 nooit een kabinet geweest met bewindslieden uit slechts één partij. Dat is anders dan bijvoorbeeld in België en Duitsland, die in de jaren vijftig homogeen christendemocratische kabinetten kenden, of het Verenigd Koninkrijk waar er kabinetten van Labour dan wel Conservatieven waren.

In ons meerpartijenstelsel zijn vaak drie of vier partijen nodig om een meerderheidskabinet te kunnen vormen en soms waren dat er zelfs vijf. Onder de kabinetten die steunden op twee partijen zijn er drie (Zijlstra, Van Agt III en Balkenende III) die als tussenkabinet fungeerden.

Geregeld zijn er kabinetten gevormd door meer partijen dan strikt nodig waren voor het verkrijgen van een meerderheid. Er werd dan doelbewust naar een brede basis gestreefd.

In 1977 werd eerst gepoogd een driepartijen-kabinet (PvdA, CDA en D'66) te vormen, maar kwam er een kabinet van 2 partijen (CDA en VVD). In 2003 mislukte een poging om een kabinet met twee partijen te vormen (CDA en PvdA) en kwam er juist een driepartijen-kabinet (CDA, VVD, D66). In 2010 was er een mislukte poging tot vorming van een kabinet met vier partijen (VVD, PvdA, D66 en GroenLinks).

1.

Overzicht

In onderstaand overzicht zijn voorbeelden van kabinetten genoemd. Neem voor een volledig overzicht contact op met de redactie van PDC.

 

aantal partijen

kabinet

2 partijen

bijvoorbeeld kabinet Beel I (1946-1948) of kabinet Rutte II (2010-2017)

3 partijen

bijvoorbeeld kabinet Cals (1965-1966) of kabinet Balkenende II (2003-2006)

4 partijen

bijvoobeeld kabinet Drees I (1948-1951) of kabinet Rutte IV (2022-heden)

5 partijen

kabinet Biesheuvel I (1971-1972) en kabinet Den Uyl (1973-1977)


Meer over