Minister-president

De minister-president, ook wel premier genoemd, is voorzitter van de ministerraad. In die functie coördineert de premier het regeringsbeleid. De minister-president is ook de minister van Algemene Zaken.

De minister-president heeft als 'primus inter pares' (Eerste onder gelijken) geen extra bevoegdheden of een groter stemgewicht in de ministerraad, maar heeft wel een sturende rol. Zo kan de minister-president onderwerpen zelfstandig op de agenda van de ministerraad zetten en ook in Europa, als lid van de Europese Raad, een belangrijkere rol spelen dan bijvoorbeeld de minister van Buitenlandse Zaken. De premier is met dit alles het 'gezicht' van de regering.

Bij afwezigheid wordt de minister-president vervangen door een viceminister-president. Mocht(en) die afwezig zijn wordt de minister-president vervangen door de langszittende minister. De huidige minister-president is Mark Rutte.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Taken en bevoegdheden

De minister-president is belast met de coördinatie van het regeringsbeleid. De premier moet de rode lijn in de gaten houden en speelt een belangrijke rol in de sfeer en daadkracht van het kabinet. Conflicten tussen ministers moeten tijdig door de minister-president worden opgelost.

De minister-president heeft hiervoor een aantal middelen. Als voorzitter van de ministerraad stelt de premier de agenda van de ministerraad samen, en formuleert de conclusies.

De minister-president treedt ook op als 'woordvoerder' als het gaat om de hoofdlijnen van het kabinetsbeleid, zoals bij de Algemene Politieke Beschouwingen. Iedere vrijdagmiddag geeft de premier na afloop van de ministerraad een persconferentie waarin kort wordt aangegeven wat er is besproken en worden vragen van journalisten beantwoord.

In het tv-programma 'Gesprek met de minister-president' wordt de premier op vrijdagavond geïnterviewd. Daardoor is de minister-president in staat een stempel op het beleid te drukken, enerzijds omdat het publiek de premier identificeert met het beleid, anderzijds omdat de premier binnen bepaalde grenzen een eigen visie kan geven op de besluitvorming.

De Europese Raad

De minister-president maakt deel uit van de Europese Raad. Dit gremium bestaat uit de regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie en komt halfjaarlijks bijeen op een Europese Top. De premier begeeft zich als deelnemer aan de Europese Raad op het terrein van de minister van Buitenlandse Zaken of van één van de andere ministers. Dat leidde in het verleden soms tot wrijvingen. De premier wordt in Europese contacten al vaak begeleid door de minister van Buitenlandse Zaken.

In 1978 is vastgelegd dat de minister-president een centrale rol speelt bij de coördinatie van de inbreng op toppen. Voor zijn/haar optreden als lid van de Europese Raad legt de minister-president verantwoording af in het parlement. De deelname aan Europese top heeft de feitelijke machtspositie van de minister-president de afgelopen jaren in die zin versterkt.

Algemene Zaken

De minister-president is bijna altijd ook minister van Algemene Zaken. In die rol is de premier verantwoordelijk voor de Rijksvoorlichtingsdienst en voor zaken met betrekking tot het Koninklijk Huis. De minister-president heeft wekelijks contact met de Koning.

2.

Benoemingen

De minister-president wordt bij Koninklijk Besluit benoemd. Daar is feitelijk een kabinetsformatie aan vooraf gegaan. Tijdens een kabinetsformatie wordt een coalitie van partijen in de Tweede Kamer gevormd die bereid zijn samen te werken in een kabinet. Als daar overeenstemming over is en een regeerakkoord is gesloten, gaat een formateur, meestal de toekomstige minister-president, ministers zoeken. Bijna altijd dragen de partijen die in de coalitie zitten kandidaat-bewindslieden voor.

De ministers worden dan benoemd met een Koninklijk Besluit, dat door de minister-president is mede-ondertekend. Dat vloeit voort uit artikel 47 van de Grondwet. Het Koninklijk Besluit waarbij de minister-president wordt benoemd wordt door de minister-president zelf mede-ondertekend. Ministers leggen bij het aantreden van het kabinet de ambtseed af waarin zij onder andere zweren of verklaren geen gift beloofd of gegeven te hebben om benoemd te worden en dit ook niet zullen doen tijdens het uitoefenen van hun ambt. Ministers worden ook per Koninklijk Besluit ontslagen.

Met enige regelmaat laait de discussie op of de minister-president of formateur (die een kabinet samenstelt) niet 'gekozen' zou moeten worden. Dat zou de kiezer meer invloed geven op het formatieproces.

Ambtstermijn minister-president

Een kabinet (en daarmee de minister-president) heeft een zittingsperiode van vier jaar. Na deze periode zijn er opnieuw Tweede Kamerverkiezingen en zal een nieuw formatieproces beginnen. Het is mogelijk dat de minister-president na het nieuwe formatieproces aanblijft.

Een kabinet kan echter vanwege een intern conflict of door een conflict met de Tweede Kamer (of Eerste Kamer) ten val komen.

3.

Torentje en Catshuis

De minister-president heeft zijn werkkamer in het 'Torentje' in Den Haag. Het Torentje is onderdeel van het gebouw van het ministerie van Algemene Zaken, dat zich bevindt aan het Binnenhof in Den Haag. Het Torentje is bekend vanwege het 'Torentjesoverleg', een informeel overleg tussen de minister-president, de vicepremier(s) en de voorzitters van de coalitiefracties in de Tweede Kamer.

De minister-president heeft ook de beschikking over een ambtswoning in Den Haag, het Catshuis.

4.

Regelgeving

Sinds 1983 zijn de ministerraad en de minister-president opgenomen in de Grondwet. Artikel 45 stelt dat de ministerraad overlegt en besluit over het algemeen regeringsbeleid. Tevens bevordert de ministerraad de eenheid van het regeringsbeleid.

5.

Inkomen minister-president

De inkomens van bewindslieden verschillen per functie. Zo verdienen de minister-president en ministers per 21 september 2022 ca. 180 duizend euro per jaar en staatssecretarissen ca. 169 duizend euro. Dit zijn bedragen inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Ook ontvangen deze ambtsdragers zowel een vaste als variabele jaarlijkse onkostenvergoeding in verband met de uitoefening van hun functie. De vaste onkostenvergoedingen voor de minister-president en minister van Buitenlandse Zaken vallen hoger uit dan die van andere ministers of staatssecretarissen.

6.

Wetenswaardigheden

De minister-president, ook wel premier genoemd, is voorzitter van de ministerraad. In die functie heeft de premier een sturende rol in het regeringsbeleid en wordt hij of zij soms het gezicht van de regering genoemd.

7.

Historische ontwikkeling

Tot 1842 bekleedde de vicepresident van de Raad van State het voorzitterschap van de voorganger van de ministerraad. Daarna traden de ministers bij toerbeurt als voorzitter op. Dit voorzitterschap rouleerde elke maand. Na 1850 koos men een minister als voorzitter voor een periode van drie maanden.

In 1861 werden de eerste contouren van het huidige premierschap zichtbaar. Toen Van Hall aantrad, wilde hij een jaar lang voorzitter zijn. Toen hij na afloop van dat jaar verlenging wilde, stuitte dat echter op verzet en trad hij af.

Vanaf 1862 werd besloten weer bij toerbeurt voor te zitten, maar ministers konden 'afzien' van het voorzitterschap. Deze ontwikkeling leidde tot een feitelijk vast voorzitterschap.

Kuyper was in zijn kabinet (1901-1905) vier jaar lang voorzitter. Na zijn aftreden werd vastgelegd dat een voorzitter voor een jaar benoemd zou worden. In de praktijk werd het vaste voorzitterschap gehandhaafd. In 1922 werd het woordje 'tijdelijk' uit het reglement van orde geschrapt, maar tot 1945 bleef de voorzitter nog wel 'voorzitter van de Raad van Ministers' heten. In 1945 werd de benaming van de voorzitter van de ministerraad ook formeel minister-president.

Pas in 1983 werd de positie van de minister-president, als voorzitter van de ministerraad, in de Grondwet opgenomen.

In 2006 is het reglement van orde zodanig gewijzigd dat de premier naar eigen inzicht onderwerpen kan agenderen voor de vergadering van de ministerraad. Voorheen kon de minister-president slechts onderwerpen agenderen 'in overeenstemming met de gevoelens van de ministerraad'. Destijds moest de betrokken vakminister of de meerderheid van de ministerraad het eens zijn met de agendering.

8.

Historisch overzicht

fotonaamaanvang functieeinde functie
Drs. M. (Mark) Rutte [Bron: Rijksoverheid.nl]M. (Mark) Rutte2010-10-14
Balkenende, Mr.dr. J.P.J.P. (Jan Peter) Balkenende2002-07-222010-10-14
Kok, W.W. (Wim) Kok1994-08-222002-07-22
Foto R.F.M. (Ruud)  LubbersR.F.M. (Ruud) Lubbers1982-11-041994-08-22
Dries van AgtA.A.M. (Dries) van Agt1977-12-191982-11-04
Joop den UylJ.M. (Joop) den Uyl1973-05-111977-12-19
Barend BiesheuvelB.W. (Barend) Biesheuvel1971-07-061973-05-11
Piet de JongP.J.S. (Piet) de Jong1967-04-051971-07-06
Jelle ZijlstraJ. (Jelle) Zijlstra1966-11-221967-04-05
Jo CalsJ.M.L.Th. (Jo) Cals1965-04-141966-11-22
Vic MarijnenV.G.M. (Victor) Marijnen1963-07-241965-04-14
Jan de QuayJ.E. (Jan) de Quay1959-05-191963-07-24
Louis BeelL.J.M. (Louis) Beel1958-12-221959-05-19
Willem Drees sr,W. (Willem) Drees1948-08-071958-12-22
Louis BeelL.J.M. (Louis) Beel1946-07-031948-08-07
Willem SchermerhornW. (Willem) Schermerhorn1945-06-251946-07-03
P.S. GerbrandyP.S. (Pieter) Gerbrandy1940-09-031945-06-25
Jhr. D.J. de GeerD.J. (Dirk) de Geer1939-08-101940-09-03
H. ColijnH. Colijn1933-05-261939-08-10
Charles Ruijs de BeerenbrouckCh.J.M. (Charles) Ruijs de Beerenbrouck1929-08-101933-05-26
Jhr. D.J. de GeerD.J. (Dirk) de Geer1926-03-081929-08-08
H. ColijnH. Colijn1925-08-041926-03-08
Charles Ruijs de BeerenbrouckCh.J.M. (Charles) Ruijs de Beerenbrouck1918-09-091925-08-03
vkry9s9cagw4P.W.A. Cort van der Linden1913-08-301918-09-09
Theo HeemskerkTh. (Theo) Heemskerk1908-02-121913-08-29
Th.H, de MeesterTh.H. de Meester1905-08-161908-02-12
Abraham KuyperA. (Abraham) Kuyper1901-11-011905-08-16
N.G. PiersonN.G. Pierson1897-07-261901-07-31
Joan RöellJ. Röell1894-05-091897-07-27
J.P.R. Tak van PoortvlietJ.P.R. Tak van Poortvliet1894-03-221894-05-08
G. van TienhovenG. van Tienhoven1891-08-211894-03-21
Aeneas baron MackayÆ. baron Mackay1888-04-201891-08-21
Jan Heemskerk Azn.J. (Jan) Heemskerk1883-04-221888-04-20
C.Th. graaf van Lynden van SandenburgC.Th. (Theo) graaf van Lynden van Sandenburg1879-08-191883-04-23
J. Kappeyne van de CoppelloJ. (Jan) Kappeyne van de Coppello1877-11-031879-08-20
Jan Heemskerk Azn.J. (Jan) Heemskerk1874-08-271877-11-02
J.R. ThorbeckeJ.R. Thorbecke1870-12-311872-06-04
J.R. ThorbeckeJ.R. Thorbecke1862-01-311866-01-31

Meer over