Haagse politici

13 juni 2008, column Bert van den Braak

Politici van de gevestigde partijen komen allemaal uit een beperkte kring partijgangers en hebben weinig voeling met wat er speelt in de samenleving. Die kritiek wordt meer en meer gehoord. Met name de nieuwe politieke beweging 'Trots op Nederland' kondigt aan haar politici elders te zullen rekruteren. Ondernemers, leraren, automobilisten, verpleegkundigen, huizenbezitters, kortom: 'gewone' Nederlanders zullen aan bod komen.

Nu is natuurlijk de vraag: hoe 'Haags' zijn onze huidige politici? Zijn dat echt die wereldvreemde, buiten de samenleving staande en contactgestoorde vergaderaars als wordt voorgesteld?

Uit onderzoek weten we dat zich sinds de jaren zeventig een belangrijke verschuiving heeft voorgedaan in de rekrutering van politici, met name van Tweede Kamerleden. In de jaren vijftig en zestig, tijdens de hoogtij van de verzuiling, was de Tweede Kamer een arena voor deelbelangen. Ambtenaren, landbouwers, arbeiders, werkgevers, middenstanders en onderwijzers hadden ieder hun 'eigen' vertegenwoordigers. Bovendien gold dat niet alleen voor die groepen als geheel, maar ook nog eens specifiek voor bijvoorbeeld de katholieke, protestantse en christelijke arbeiders. Er was kortom een sterke band tussen Kamerleden en de georganiseerde, verzuilde samenleving.

Dat veranderde naar mate enerzijds de verzuiling afnam en anderzijds het politieke bedrijf verder professionaliseerde. Sinds de jaren zestig werden Kamerleden steeds meer gerekruteerd via de eigen partijgeledingen. Dat was bijvoorbeeld te zien aan het aantal voormalige fractiemedewerkers of medewerkers van partijbureaus dat Kamerlid werd. Voorbeelden daarvan waren Hans Hoogervorst, Ella Kalsbeek, Margo Vliegenthart, Robin Linschoten, Maxime Verhagen en Jan Krajenbrink. In dit rijtje hoort overigens ook Geert Wilders. Ook uit de overheidssector en semi-overheidsinstellingen (VNG, SER) kwamen tamelijk veel Kamerleden. Het feit dat er meer jonge hoogopgeleide Kamerleden kwamen, betekende verder dat het aantal Kamerleden zonder lange voorgaande beroepscarrière toenam. Van den Berg lanceerde in 1989 voor deze ontwikkeling de term het 'prefab-Kamerlid'.

Die tendens werd in de jaren negentig weer enigszins omgebogen. Onder partijvoorzitter Felix Rottenberg verliet de PvdA bijvoorbeeld niet alleen het systeem van regionale kandidaatstelling - dat de komst van regionale partijbonzen sterk had bevorderd - maar werd ook gezocht naar andersoortige kandidaten. Het leidde in 1994 tot de komst van huisarts Rob Oudkerk en van onder anderen een politieagente, vakbondsman en vormingswerkster (en ex-sporter). Bij het CDA werden in die tijd een busondernemer, werkgeversvoorman, middenstander en de voormalige lerares (later directeur van een onderwijsinstelling) Maria van der Hoeven Kamerlid. Bij de VVD traden toe een landbouwer, ondernemer Pieter Hofstra en sportdocent Jan Rijpstra. Overigens hielden enkele van die 'buitenstaanders' het slechts kort uit in de Haagse politiek.

Van een uit prefab-politici bestaande Kamer is inmiddels veel minder sprake dan vijftien jaar geleden. In de huidige CDA-fractie zitten onder meer acht uit het bedrijfsleven afkomstige leden, een boerin, een dierenarts, een officier, een arts en zes leden uit de sector onderwijs en wetenschappen (onder wie drie voormalige leraren). Alleen Van Haersma Buma en Jan de Vries komen uit de staf van de Kamerfractie.

In de PvdA-fractie zitten een voormalige topman van een zorgverzekeraar, twee vroegere verpleegkundigen, een voormalige voorman van de militaire vakbond, vier oud-docenten, een theaterdirecteur, een journaliste, een vroegere directeur van Bureau Jeugdzorg, een milieuactivist. Onder de VVD-Kamerleden treffen we zes leden die afkomstig zijn uit het bedrijfsleven, van wie vier zelfstandig ondernemer waren, en voorts een boerin, iemand uit de sector jeugd- en jongerenwerk en een voormalige officier van justitie. De SP heeft in haar midden enkele onderwijzers, een kunstenaar, een welzijnswerker, een huisarts en een (voormalige) zelfstandige ondernemer!

Ontegenzeggelijk vergaderen deze Kamerleden in Den Haag, maar dat zij niet zouden weten wat er buiten de Haagse 'de samenleving' speelt, is een onbewezen stelling. Onjuist is zeker dat er sprake is van een gesloten 'Haags' circuit. Gezien de snelle wisseling van generaties Kamerleden is eerder sprake van het tegendeel. Het valt tegenwoordig niet mee om het langere tijd uit te houden aan het Binnenhof.

Bij de komst van de LPF was eenzelfde geluid te horen over 'Haagse politici' als nu. De LPF-fractie van 2002 telde daarom onder anderen, naast een damgrootmeester, een exploitant van pornosites en een eigenares van een nagelstudio, drie medisch specialisten, vier ondernemers en een makelaar. De meesten van hen bleken niet in de wieg te zijn gelegd voor het moeilijke vak van politicus. Hoe het die fractie is vergaan, is bekend. Enige kennis van 'het Haagse' is wellicht toch niet zo gek.



Andere recente columns