Appel

30 december 2005, column Bert van den Braak

Volgend jaar is de volgende krantenkop denkbaar: "Tweede Kamerlid vindt appel op minister terecht." De volgende misverstanden zijn denkbaar. 1. Er was eerder een Kamerlid dat dit vond en nu is er een tweede. 2. De tijden van Willem Tell zijn herleefd en de vraag is alleen welke boogschutter gaat schieten. De kop (in oude spelling) 'Tweede-Kamerlid vindt appèl op minister terecht' zou daarentegen aan duidelijkheid niets te wensen overlaten.

Het moge duidelijk zijn, ik vind de komende spellingshervorming tamelijk onzinnig. Overigens was ik ook weinig gecharmeerd van de tussen-'n'-regel, die bijvoorbeeld heeft geleid tot een absurd woord als 'herenboer'. Net als bij het Engelse Lord-farmer kan hier van een meervoudsvorm immers geen sprake zijn, maar dwingt de regel daar wel toe.

Hopelijk wordt er nog even nagedacht over de komende verandering en hopelijk wordt nu ook eindelijk het parlement eens wakker. Want voor de goede orde, taal is wel degelijk een politiek onderwerp. Het was vreemd dat de Spellingwet dit jaar door beide Kamers als 'hamerstuk' werd afgehandeld. Discussie erover werd niet nodig gevonden.

Hoe anders was dat in het verleden! De vorige grote spellingshervorming (en dan heb ik het over de spelling-Marchant) dateerde uit de jaren dertig van de vorige eeuw. De vrijzinnig-democratische minister van Onderwijs Marchant was groot voorstander van invoering van de spellingshervorming zoals voorgesteld door dr. R.A. Kollewijn. Nederland spelde sinds 1883 volgens de spelling-De Vries/Te Winkel. Die spelling kende nog het gebruik van de verbuigings-'n' (den groten man). Daarnaast werden woorden met dubbele ee of oo en eindigend op 'sch' geschreven. Kollewijn wilde vooral met het oog op het onderwijs vereenvoudiging. Hij stelde voor de uitgang 'lijk' te vervangen door 'lik' en de onuitgesproken 'sch' (in bijvoorbeeld mensch) te schrappen. Minister Marchant nam dat voorstel in 1933 grotendeels over. Alleen de uitgang 'lijk' bleef gehandhaafd. De leuze voor de hervorming was: 'niet zoo, maar zo'.

Ondanks vurige pleidooien kon de minister niet iedereen overtuigen van de noodzaak. Veel onderwijzers steunden hem, maar conservatievere krachten verzetten zich. In de Tweede Kamer kreeg de minister bijval van oud-onderwijzers zoals Theo Thijssen, K. ter Laan en de oud-onderwijsinspecteur Wielinga (ARP). De orthodox-protestanten Kersten en Lingbeek vonden echter dat door de wijziging het volk vervreemd werd van de bestaande bijbelteksten. Uiteindelijk kreeg de minister in het kabinet steun voor een compromis, dat inhield dat de spelling in het onderwijs facultatief zou worden ingevoerd, naast de spelling De Vries/Te Winkel. Regeringsstukken bleven echter in de oude spelling.

Tegen dit compromis rees in de Tweede Kamer verzet. De CHU'er Tilanus interpelleerde de minister, omdat volgens hem door het compromis de verwarring wel erg groot werd. Van de hervorming zelf moest hij overigens ook niets hebben, en hij werd daarin bijgevallen door een meerderheid (ARP, CHU, Liberalen, klein 'rechts' en een deel van de RKSP). Een motie tegen de spelling werd met 48 tegen 43 stemmen aangenomen. De minister wilde de motie eenvoudig naast zich neer leggen, maar in het kabinet kreeg hij daarvoor geen steun. Als nieuw compromis werd besloten de nieuwe spelling voor te schrijven voor de examens van 1934. Bovendien bleef de naamval-'n' gehandhaafd bij namen van mannen en mannelijke dieren. Daardoor nam de verwarring eerder toe dan af, want leerlingen leerden iets anders dan in de praktijk werd gebruikt.

Inmiddels gingen bovendien ook sommige kranten (sic!) over tot invoering van de nieuwe spelling. Vanuit de Kamer werd toen aangedrongen op bredere invoering van de spelling-Marchant, om zo een einde te maken aan de twee naast elkaar bestaande spellingen. Marchants opvolger, Slotemaker de Bruïne, voelde daar niet voor. Een door hem in 1939 aangekondigd besluit om de hervorming deels terug te draaien, werd echter door diens opvolger, Bolkestein, ingetrokken. Zo werd onder druk van onderwijs en pers uiteindelijk gekozen voor de nieuwe spelling. Het zou tot 1947 duren eer de spelling-Marchant officieel werd ingevoerd.

Zoals pers en onderwijs toen de nieuwe spelling afdwongen, zouden zij die nu wel eens kunnen tegenhouden. Je kunt denk ik ook niet aan het hervormen blijven. De spelling die Marchant hervormde bestond sinds 1883. De huidige spelling bestaat pas tien jaar. Misschien moet toch een Kamerlid nog een interpellatie aanvragen en een appèl op de minister doen. Op spellingsverwarring zit niemand te wachten. Het maakt mij niet uit of dat appel (nieuwe spelling) liberaal, socialistisch of christen-democratisch is.



Andere recente columns