Fractiediscipline

Politieke partijen willen graag zo eensgezind mogelijk overkomen. Dat geldt nog sterker voor fracties in vertegenwoordigende lichamen, zoals Tweede en Eerste Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraden. Het ontbreken van eensgezindheid kan het duidelijkst naar buiten komen bij stemmingen. Daarom proberen fracties dat te voorkomen. Dit noemen we fractiediscipline.

Als argument om stemdwang of fractiediscipline af te wijzen, wordt wel aangevoerd dat Kamerleden grondwettelijk gezien zonder last moeten stemmen. In juridische zin is stemdwang inderdaad niet toegestaan, maar in de praktijk is het voorkomen daarvan veel moeilijker. Bij 'stemmen zonder last' gaat het meer om druk van buiten (bijvoorbeeld vanuit een belangenorganisatie of onderneming) dan om druk vanuit de eigen gelederen. Dát druk is uitgeoefend en of leden zich daardoor hebben laten leiden, is lang niet altijd bekend.

Contentssopgave van deze pagina:


1.

Druk

Als sterke drang wordt uitgeoefend op leden die afwijkend van de meerderheid willen stemmen, dan spreken we van fractiediscipline of ook wel van fractiedwang. In hoeverre leden geacht worden niet afwijkend van de meerderheid te stemmen, kan per fractie en per onderwerp verschillen.

Om fractiediscipline af te dwingen, zijn meerdere 'wapens' mogelijk. Als regel zal dat allereerst via overreding gebeuren. Op een Kamerlid dat overweegt niet de lijn van de fractie te volgen, zal een dringend appel worden gedaan om dat niet te doen. Behalve het eerder genoemde belang van eensgezindheid, kunnen bijvoorbeeld coalitieafspraken, het belang voor de (eigen) bewindspersoon of het belang voor het kabinet als argumenten worden aangevoerd.

Zeker bij belangrijke stemmingen kan de druk verder worden opgevoerd. Zelfs sancties zoals het ontnemen van een woordvoerderschap of het verspelen van kansen op toekomstige herverkiezing kunnen dan in de strijd worden geworpen. Het is zelfs denkbaar dat als uiterste sanctie verwijdering uit de fractie wordt genoemd.

2.

Stemgedrag

In de Tweede Kamer komt afwijkend stemgedrag tegenwoordig nauwelijks nog voor. In de periode vóór circa 1990 was dat veel gebruikelijker. In het CDA leidde dat in 1983 overigens tot het daadwerkelijk uit de fractie verwijderen van de leden Jan-Nico Scholten en Stef Dijkman. Zij hadden enkele keren steun gegeven aan moties van de oppositie.

Toen CDA (en voorloper KVP) en PvdA nog fracties hadden van 40 zetels en meer, was afwijkend stemmen door enkele leden overigens vaak niet zo'n probleem. Een heel enkele keer traden twee woordvoerders op namens een fractie. Bovendien maakten leden soms vóór de verkiezingen een voorbehoud (gravamen) bij enkele punten. Zo kende de CDA en PvdA zogenoemde atoompacifisten, die tegen iedere kernbewapening waren.

Er was één partij, de CHU, die nauwelijks stemdwang kende. De leden van CHU-fracties stemden dan ook geregeld verdeeld. Maar ook voor hen gold dat dit vooral gebeurde op momenten dat er daarvoor 'ruimte' was en niet bij stemmingen waarin bijvoorbeeld de positie van het kabinet of een bewindspersoon in het geding was.


meer over

Bent u op zoek naar informatie over het (afwijkende) stemgedrag van Kamerleden? In het biografisch archief van het Parlementair Documentatie Centrum zijn uitgebreide gegevens over Tweede Kamerleden opgenomen. Deze gegevens zijn onder voorwaarden beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op via het contactformulier.