Europese agenda voor veiligheid: vragen & antwoorden

Waarom een nieuwe agenda voor veiligheid?

De vandaag voorgestelde Europese veiligheidsagenda komt een verbintenis na die de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, aanging in zijn politieke beleidslijnen. De agenda komt in de plaats van de vorige strategie van 2010 (de interneveiligheidsstrategie 2010-2014, zie IP/10/1535). In de voorgestelde veiligheidsagenda zet de Europese Commissie de EU-strategie uiteen om de veiligheidsdreigingen in de EU in de periode 2015-2020 aan te pakken.

De EU en haar lidstaten worden geconfronteerd met belangrijke uitdagingen op het gebied van veiligheid. Terrorisme, georganiseerde criminaliteit en cybercriminaliteit vormen een toenemende dreiging voor samenlevingen in alle hoeken van Europa en de aard en de omvang van deze dreigingen zijn veranderd. Europa wordt geconfronteerd met de spillover-effecten van politieke instabiliteit in de onmiddellijke nabijheid, die de veiligheidsbelangen van de EU in gevaar brengen.

In de crises en conflicten in Syrië, Irak en Libië hebben Europese burgers zich aangesloten bij terroristische groeperingen en zij vormen bij hun terugkeer een grote bedreiging. De recente terroristische aanslagen in Europa tonen aan dat gewelddadig extremisme en de invloed van mondiale conflicten op de radicalisering van Europese burgers een toenemende dreiging vormen.

De onlineomgeving is steeds vaker een doelwit voor criminelen en terroristen. Of het nu gaat om radicalisering en werving van mensen voor terroristische organisaties, haat zaaien of aanvallen op de Europese waarden en instellingen, het is absoluut noodzakelijk dat wij gecoördineerde actie ondernemen om terug te slaan.

Welke meerwaarde kan de EU bieden op het gebied van interne veiligheid?

De lidstaten blijven in de eerste plaats verantwoordelijk voor het waarborgen van de interne veiligheid. De dreigingen voor de Europese burgers worden echter steeds gevarieerder en in toenemende mate grensoverschrijdend van aard. De lidstaten hebben de eerstelijnsverantwoordelijkheid voor veiligheid, maar kunnen dit niet langer volledig alleen aan.

Criminaliteit en terroristische activiteiten stoppen niet aan de grenzen van de EU of van naburige regio’s. De interne veiligheid van de EU en de mondiale veiligheid zijn wederzijds afhankelijk en onderling met elkaar verbonden. De veiligheid van de Unie is sterk afhankelijk van samenwerking met internationale partners en buurlanden.

De bestrijding van georganiseerde criminaliteit en terrorisme is een gemeenschappelijke Europese verantwoordelijkheid. De Europese agenda voor veiligheid moet een gedeelde agenda van de lidstaten en de EU-instellingen zijn en als basis dienen voor samenwerking en gemeenschappelijk optreden van de Unie.

De Europese agenda voor veiligheid zal de politie en andere rechtshandhavingsdiensten in verschillende lidstaten helpen om efficiënter gegevens uit te wisselen en beter samen te werken tegen grensoverschrijdende criminaliteit. De lidstaten kunnen een beroep doen op de steun van EU-agentschappen. Met name is de agenda erop gericht de EU meerwaarde te laten bieden door:

A) informatie-uitwisseling tussen rechtshandhavingsinstanties en EU-agentschappen te vergemakkelijken

Voorbeeld 1: het Schengeninformatiesysteem (SIS) wordt door rechtshandhavingsinstanties gebruikt om signaleringen van gezochte of vermiste personen en goederen te raadplegen. De Commissie zal werken aan de invoering van extra categorieën om signaleringen te versturen en het gebruik van het SIS en de Interpol-gegevensbank voor verloren en gestolen reisdocumenten (SLTD) bevorderen.

Voorbeeld 2: het Europees Strafregisterinformatiesysteem (ECRIS) ondersteunt al cruciale informatie-uitwisseling op dit gebied. ECRIS is bij 26 lidstaten in gebruik, wat leidt tot meer dan 100 000 uitgewisselde berichten per maand. Het systeem heeft echter geen betrekking op onderdanen van derde landen. De Commissie zal ECRIS uitbreiden om ook gegevens over in de EU veroordeelde onderdanen van derde landen te verzamelen en te delen.

B) de operationele politiële samenwerking te intensiveren

Voorbeeld 1: politiefunctionarissen uit verschillende lidstaten werken voor een bepaalde periode samen in gemeenschappelijke onderzoeksteams (JITs) om specifieke grensoverschrijdende zaken te onderzoeken. De Europese Commissie zal ervoor zorgen dat lidstaten regelmatiger gebruik maken van gemeenschappelijke onderzoeksteams en dat derde landen in zaken met een internationale dimensie bij gemeenschappelijke onderzoeksteams worden betrokken.

Voorbeeld 2: EU-agentschappen, en met name Europol en Eurojust, spelen een cruciale rol bij het vergemakkelijken van grensoverschrijdende samenwerking en grensoverschrijdend onderzoek. De operatie Archimedes, die in september 2014 door Europol werd gecoördineerd om verschillende zware misdrijven in 34 lidstaten en derde landen aan te pakken, heeft geresulteerd in ruim 1000 arrestaties in heel Europa. De Europese Commissie zal de coördinatie van de werkzaamheden van de EU-agentschappen verbeteren om te garanderen dat hun potentieel om de lidstaten te steunen, ten volle wordt benut.

C) opleiding en medefinanciering ten behoeve veiligheid op EU-niveau te stimuleren

Voorbeeld 1: het onlangs opgerichte Fonds voor interne veiligheid (ISF) voor de periode 2014-20 heeft een totale begroting van circa 3,8 miljard euro. De Commissie zal het gebruik van het ISF afstemmen op de prioriteiten van de agenda, met bijzondere nadruk op de versterking van de uitwisseling van informatie, de actualisering van de nationale delen van het Schengeninformatiesysteem en de versterking van grensoverschrijdende samenwerking.

Voorbeeld 2: de Commissie zal het vermogen van de Europese Politieacademie Cepol vergroten om politiefunctionarissen voor te bereiden om doeltreffend samen te werken. De nationale politieacademies zullen ook gebruik kunnen maken van EU-financiering om van grensoverschrijdende samenwerking een vast onderdeel van de werkzaamheden van de nationale politie te maken.

Wat zijn de prioriteiten van de agenda voor de komende 5 jaar?

De veiligheidsagenda stelt drie prioriteiten voor het optreden van de EU, vooral op gebieden waarop de Unie een wezenlijk verschil kan maken.

Terrorisme en radicalisering vormen aanzienlijke bedreigingen voor de interne veiligheid van de EU. De recente terreuraanslagen in de EU hebben aangetoond dat er behoefte is aan een krachtige gemeenschappelijke reactie van de EU, in het bijzonder wat terugkerende buitenlandse strijders betreft. Hoewel dit probleem niet nieuw is, zijn de schaal en de stroom van strijders van en naar de aanslepende conflicten in Syrië, Irak en Libië, alsook het netwerkaspect van deze conflicten, ongekend.

De georganiseerde criminaliteit leidt tot enorme menselijke, sociale en economische kosten, van migrantensmokkel, mensenhandel en wapen-, drug- en sigarettensmokkel tot milieu-, financiële en economische criminaliteit. Georganiseerde criminelen hebben altijd geprobeerd om lacunes in de grensoverschrijdende handhaving en maatregelen te misbruiken, en dat is de reden waarom EU-optreden zo waardevol kan zijn. Georganiseerde criminele netwerken bevorderen en financieren ook terroristische activiteiten, waaruit eens te meer blijkt dat deze kwestie dringend moet worden aangepakt.

Cybercriminaliteit biedt criminelen een enorme potentiële winst, aangezien steeds meer aspecten van ons leven, met inbegrip van handel en bankieren, online plaatsvinden. Nu steeds meer persoonlijke informatie in digitale vorm wordt opgeslagen, vormt cybercriminaliteit een gevaar voor de persoonlijke veiligheid en de persoonlijke levenssfeer. Criminelen maken misbruik van moderne technologieën, zoals internet, om illegaal in drugs en wapens te handelen of andere criminele transacties te bedrijven. De strijd tegen online­criminaliteit heeft ook betrekking op misdrijven als seksuele uitbuiting van kinderen. Het verbeteren van de rechtshandhaving en het antwoord van justitie op cybercriminaliteit is een prioriteit voor de Europese veiligheidsagenda.

Om deze dreigingen aan te pakken, wil de agenda de uitwisseling van informatie en de operationele samenwerking tussen de lidstaten, EU-agentschappen en de IT-sector versterken en doeltreffender maken.

Welke concrete acties zijn gepland om bedreigingen voor de veiligheid in de EU aan te pakken?

De Europese veiligheidsagenda is gericht op het versterken van de instrumenten die de EU de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten biedt om terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden. Bovendien voorziet de agenda in gerichte maatregelen die op EU-niveau moeten worden genomen.

Ten eerste heeft de agenda als doel een betere uitwisseling van informatie mogelijk te maken en de operationele samenwerking tussen de politiële en justitiële autoriteiten van de lidstaten en met EU-agentschappen te bevorderen. Er bestaan systemen voor uitwisseling van informatie, maar deze worden niet ten volle benut. Wat de operationele samenwerking betreft, kan het kader verder worden ontwikkeld.

Ten tweede wordt wat terrorismebestrijding betreft in de agenda voorgesteld de rol van Europol te versterken door een Europees centrum voor terrorismebestrijding op te richten. Dit moet fungeren als beveiligd centrum voor de uitwisseling van informatie tussen nationale rechtshandhavingsinstanties, voortbouwend op de succesvolle ervaring met het Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit (EC3). De strijd tegen de financiering van terrorisme zal ook worden versterkt. Ter voorkoming van radicalisering via internet zal de Commissie een forum op EU-niveau met IT-bedrijven opzetten om instrumenten tegen terroristische propaganda te ontwikkelen.

In de strijd tegen de georganiseerde misdaad beoogt de agenda effectieve maatregelen te nemen om de geldstromen te volgen (“follow the money”). Dat houdt in dat de bevoegdheden van de financiële inlichtingeneenheden om de financiële activiteiten van georganiseerde criminele netwerken op te sporen, worden versterkt en dat de bevoegdheden van de bevoegde nationale instanties om illegale vermogensbestanddelen te bevriezen en te confisqueren, worden verbeterd. Het rechtskader inzake vuurwapens zal eveneens worden herzien om ervoor te zorgen dat criminelen en terroristen minder gemakkelijk toegang krijgen tot wapens.

Het onderzoek naar cybercriminaliteit brengt veel uitdagingen met zich mee. In de agenda wordt voorgesteld om de capaciteit van de rechtshandhavingsinstanties te versterken, met name via het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit van Europol, en de belemmeringen voor strafrechtelijk onderzoek naar cybercriminaliteit aan te pakken, met name wat de toegang tot bewijsmateriaal betreft. Tegelijkertijd wordt voorrang gegeven aan de uitvoering van al bestaande wetgeving inzake aanvallen op informatiesystemen en inzake bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen.

Dit zijn slechts enkele van de uitgebreide lijst van gerichte acties die de Commissie in de komende vijf jaar zal ondernemen, zoals in detail uiteengezet in de Europese veiligheidsagenda. Het is mogelijk dat nieuwe dreigingen aanvullende reacties van de EU vereisen.

Hoe staat het met de persoonsgegevens van passagiers en de gegevensbescherming?

Het Europees systeem voor persoonsgegevens van passagiers (PNR-systeem) is een belangrijk stuk wetgeving dat sinds 2011 ter tafel ligt. Na de recente terroristische aanslagen in Parijs en Kopenhagen hebben de Raad en het Europees Parlement besloten hun werkzaamheden te bespoedigen en naar een akkoord te streven vóór het einde van 2015. De Commissie zal met de medewetgevers samenwerken om snel een rechtsinstrument tot stand te brengen dat doeltreffend is en volledig in overeenstemming met de grondrechten.

De Commissie overweegt ook een horizontale aanpak voor de samenwerking met derde landen over het gebruik van PNR-gegevens. Intussen wacht de Commissie op het advies van het Europees Hof van Justitie over het ontwerp voor de herziene PNR-overeenkomst met Canada en de verenigbaarheid daarvan met de EU-verdragen.

Even belangrijk is dat de medewetgevers werken aan de voorstellen van de Commissie over gegevensbescherming, die burgers een doeltreffender bescherming bieden en het werk van de rechtshandhavingsinstanties verder vergemakkelijken.

Zijn de huidige veiligheidsdreigingen anders dan de dreigingen die in 2010 zijn geïdentificeerd?

De drie in de agenda vastgestelde prioriteiten zijn niet nieuw. Ze behoorden al tot de strategische doelstellingen van de interneveiligheidsstrategie voor 2010-2014. De omvang en complexiteit van de dreigingen zijn echter geëvolueerd en onze Europese strategie moet daaraan worden aangepast. In dat verband bouwt de agenda voort op de maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen. Op die manier wordt gezorgd voor consistent en doortastend optreden.

Gaat veiligheid ten koste van de grondrechten?

De aanpak van de Unie om terrorisme en andere veiligheidsdreigingen te bestrijden, moet gebaseerd zijn op de gemeenschappelijke democratische waarden van onze open samenlevingen. Veiligheid en eerbiediging van de grondrechten zijn geen tegenstrijdige doelen, maar consistente en complementaire beleidsdoelstellingen.

De Commissie zal zorgen voor een strenge beoordeling van wetgevings- en beleidsinstrumenten. Deze moeten effectief leiden tot veiligheid en volledig in overeenstemming zijn met de grondrechten, en eventuele gevolgen voor het vrije verkeer en de bescherming van persoonsgegevens moeten volledig in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel.

De veiligheidsaanpak van de EU zal de grondrechten, zoals vastgesteld in het Handvest van de grondrechten, eerbiedigen en bevorderen. Alle instrumenten moeten in overeenstemming zijn met de beginselen van noodzakelijkheid, evenredigheid en legaliteit, met passende waarborgen om de verantwoordingsplicht en de gerechtelijke beroepsmogelijkheden te waarborgen.

Wat doet de EU om terrorisme te bestrijden?

De EU steunt de lidstaten bij het voorkomen en bestrijden van terrorisme met verschillende instrumenten. De EU voorziet in een rechtskader om acties voor grensoverschrijdende rechtshandhaving te helpen coördineren. Belangrijke instrumenten zijn onder meer het Europees aanhoudingsbevel, het Europees Strafregisterinformatiesysteem en mechanismen voor wederzijdse rechtshulp met derde landen.

Ten tweede steunt de EU inspanningen van de lidstaten voor de bestrijding van radicalisering in de praktijk via het netwerk voor voorlichting over radicalisering (RAN), waarmee deskundigen en practici beste praktijken kunnen uitwisselen.

Ten derde draagt de EU bij aan het voorkomen van financiering van terrorisme met wetgeving tegen witwassen, het netwerk van de financiële-inlichtingeneenheden van de EU en de overeenkomst tussen de EU en de VS inzake het programma voor het traceren van terrorismefinanciering. Meer informatie over specifieke acties ter bestrijding van terrorisme is beschikbaar in MEMO/15/3140.

Wat doet de EU om mensenhandel en migrantensmokkel te bestrijden?

Migrantensmokkel en mensenhandel zijn ernstige grensoverschrijdende strafbare feiten die hoog op de politieke agenda van de EU staan. Sinds 2011 geldt in de EU een richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en ter bescherming van de slachtoffers daarvan. Het bestaande beleids- en wetgevingskader heeft bijgedragen tot meer en betere samenwerking tussen de verschillende EU-agentschappen instanties en tussen de verschillende bestuursniveaus. Versterkte acties tegen migrantensmokkel (zie voor meer informatie ook MEMO/15/3261) zijn bovendien een belangrijk onderdeel van de komende migratieagenda.

Hoe staat het met de externe dimensie van veiligheid?

Veel problemen op het gebied van veiligheid ontstaan buiten de EU. Samenwerking met derde landen is daarom een essentieel onderdeel van de Europese veiligheidsagenda. De EU heeft een initiatief voor terrorismebestrijding in de Westelijke Balkan opgezet ter verbetering van de regionale samenwerking en de uitwisseling van informatie over de bestrijding van terrorisme en jihadisme in de Europese nabuurschap. Daarnaast heeft de EU na de Raad Buitenlandse Zaken van 9 februari 2015 een nieuw programma voor de bestrijding van radicalisering en buitenlandse terroristische strijders opgestart. Thans besteedt de EU 10 miljoen euro om radicalisering te bestrijden in de regio Sahel-Maghreb en de toestroom van buitenlandse strijders uit Noord-Afrika, het Midden-Oosten en de Westelijke Balkan te stoppen (zie IP/15/4865).

De externe aspecten van veiligheid zullen nader worden uitgewerkt in het kader van de strategische herziening die de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid/vicevoorzitter van de Commissie heeft gestart, alsook in het kader van de lopende herziening van het Europees nabuurschapsbeleid.

Zijn er concrete voorbeelden van de manier waarop de EU-coördinatie op het gebied van veiligheid een verschil heeft gemaakt?

Criminelen verplaatsen zich over de grenzen heen, en door samen te werken, hebben we meer kans om hen op te pakken. Het Europees aanhoudingsbevel is een belangrijk instrument om criminelen op te pakken en onze strafrechtstelsels doeltreffender te maken, en op die manier te zorgen voor de snelle terugkeer van talrijke verdachten die anders wellicht niet voor de rechter zouden verschijnen. Het was met name dankzij dit instrument dat een van de bommenleggers van Londen van 2005 binnen enkele weken door Italië aan het Verenigd Koninkrijk kon worden uitgeleverd. Dankzij hetzelfde mechanisme konden de Belgische autoriteiten in 2014 de hoofdverdachte van de aanslag in het Joods Museum van Brussel te pakken krijgen, nadat die naar Frankrijk was gevlucht.

Terrorisme in Europa gedijt binnen extremistische ideologieën. Door onze kennis en deskundigheid te bundelen, staan we sterker bij het aanpakken van radicalisering. Op 30 januari 2014 vond in Den Haag de stedenconferentie over buitenlandse Syriëstrijders van het netwerk voor voorlichting over radicalisering (RAN) plaats. Aan deze conferentie werd deelgenomen door 120 lokale beroepsbeoefenaars uit 23 getroffen steden uit verschillende lidstaten, 50 vertegenwoordigers van de nationale autoriteiten van de meeste EU-lidstaten en RAN-deskundigen om de kwestie van de “buitenlandse strijders” en de uitwisseling van kennis en beste praktijken te bespreken.

Netwerken van georganiseerde criminaliteit werken over de grenzen heen. Door samen te werken, kunnen we ze stoppen, waar zij zich ook bevinden. In maart 2015 werden 77 personen die van grootschalige migrantensmokkel vanuit Kosovo naar de EU werden verdacht, gearresteerd in Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Oostenrijk, Slowakije, Tsjechië en Kosovo[1]. Bij die operatie waren Europol, Eurojust en bijna 400 rechtshandhavingsambtenaren betrokken. Op die manier werd het georganiseerde criminele netwerk doeltreffend ontmanteld.

Wat is de volgende stap?

De Europese veiligheidsagenda moet een gezamenlijke agenda zijn. De agenda kan slechts tot resultaten bij de bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit leiden als alle betrokkenen, waaronder de EU-instellingen, de lidstaten, de EU-agentschappen en maatschappelijke organisaties, meer doen om beter samen te werken.

Daarom verzoekt de Commissie het Europees Parlement en de Raad hun goedkeuring te hechten aan deze agenda als de vernieuwde interneveiligheidsstrategie, met het oog op de aanstaande bijeenkomst van de Europese Raad van juni 2015, en actief bij te dragen tot de uitvoering ervan, in nauwe samenwerking met alle betrokken actoren.

Zij verzoekt de EU-instellingen en de lidstaten om deze agenda als basis te gebruiken voor samenwerking en gezamenlijk optreden door de Unie op het gebied van veiligheid in de komende vijf jaar, met het oog op de ontwikkeling van een echte ruimte van interne veiligheid in de EU.

[1]Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/99 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

MEMO/15/4867

 

Voor het publiek: