Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) handhaafde tot april 2013 het verbod op kartels en misbruik van economische machtsposities, en hield toezicht op de vorming van zogenaamde 'concentraties' zoals bedrijfsfusies. Dit ter uitvoering van de in 1998 in werking getreden Mededingingswet. De NMa was een zelfstandig bestuursorgaan.
Toezicht op specifieke sectoren kon ondergebracht worden in aparte 'kamers': toezichthoudende diensten die als het ware onder de 'paraplu' van de NMa vielen. Zo was bijvoorbeeld de toezichthouder op de energiesector, die viel onder het ministerie van Economische Zaken, onderdeel van de NMa. Er was ook speciale aandacht voor de overheid in haar rol van opdrachtgever.
Op 1 april 2013 zijn de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA), de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de Consumentenautoriteit opgegaan in de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
Inhoudsopgave van deze pagina:
Algemeen toezicht
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) was de 'kartelpolitie' die het verbod op kartels en/of misbruik van een economische machtspositie handhaafde. De NMa hield dus toezicht op de concurrentieverhoudingen in het Nederlandse bedrijfsleven. Zaken met een Europese dimensie vallen onder de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie.
Bij de handhaving van de Mededingingswet door de NMa ging het om de volgende zaken:
-
-de Mededingingswet verbiedt alle (ook stilzwijgende) concurrentiebeperkingen door het bedrijfsleven, tenzij sprake is van vrijstelling of ontheffing van dit verbod. Bedrijven mogen bijvoorbeeld geen afspraken met elkaar maken over de prijzen van hun producten of diensten, of de markt onderling verdelen;
-
-de Mededingingswet verbiedt misbruik van een economische machtspositie (zoals het rekenen van extreem hoge prijzen, het niet leveren aan bepaalde afnemers of het rekenen van extreem lage prijzen om toetreding van concurrenten tot de markt onmogelijk te maken). Het bezitten van een economische machtspositie is op zichzelf niet verboden, zoals in sommige andere landen;
-
-volgens de Mededingingswet mogen zogenaamde 'concentraties' (dat wil zeggen fusies en joint ventures tussen en overnames van bedrijven) boven een bepaalde schaalgrootte pas plaatsvinden na melding bij en instemming van de NMa. Heel grote concentraties vallen onder het toezicht van de Europese Commissie.
Energiesector
De bevoegdheden van de NMa gingen in deze sector verder dan in andere sectoren het geval is; de energiekamer opereerde op basis van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. Zo gaf de Energiekamer ook informatie over het openstellen van energiemarkten en de gevolgen voor consumenten daarvan, en informatie over het overstappen naar een andere energieleverancier.
Vervoersector
In opdracht van het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat hield de NMa in deze sector toezicht op het soepel en open functioneren van de markt en toetste of de afspraken rond de dienstverlening werden nagekomen. Dit besloeg zowel het openbaar vervoer als het goederenvervoer.
Vóór 1998 gold in Nederland de Wet economische mededinging (WEM). Deze ging uit van het zogenaamde 'misbruikstelsel': kartels waren toegestaan, tenzij ze uitdrukkelijk werden verboden.
Doordat er in Nederland zo lankmoedig werd opgetreden tegen kartels, kwam ons land bekend te staan als 'Nederland kartelparadijs'. De gebrekkige concurrentie tussen bedrijven in Nederland schaadde de dynamiek van de economie. Ook botste het Nederlandse misbruikstelsel met het veel strengere verbodstelsel in toonaangevende andere landen en in de Europese Unie.
In een verbodstelsel zijn kartels verboden, tenzij ze uitdrukkelijk zijn toegestaan. Aan de soepele behandeling van kartels e.d. werd een einde gemaakt door de Mededingingswet van toenmalig minister van Economische Zaken Hans Wijers.
De NMa was speciaal opgericht voor de uitvoering van de Mededingingswet, die op 1 januari 1998 in werking trad.
Meer over