Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Aannemen of verwerpen van wetsvoorstellen

Ieder wetsvoorstel komt bij de Eerste Kamer in stemming. Dat gebeurt soms zonder dat er in de Kamer over gesproken is, maar soms ook na een uitgebreide schriftelijke en mondelinge behandeling. Dat is afhankelijk van de omvang en betekenis van het wetsvoorstel.

Soms wordt alleen een klein onderdeel van een wet vanwege technische redenen gewijzigd. Dan is uitvoerige behandeling niet nodig. Als de Eerste Kamer zonder debat over een wetsvoorstel stemt, spreken we van een hamerstuk.

2.

Invloed op de wetgeving

Formeel beschouwd kan de Eerste Kamer wetsvoorstellen alleen verwerpen of aannemen. In de praktijk heeft ze echter nog wel wat meer mogelijkheden en zijn debatten van belang. Uitspraken van bewindslieden in debatten over een wetsvoorstel kunnen een rol spelen in toekomstige rechtszaken. Het debat in de Eerste Kamer maakt namelijk onderdeel uit van de wetsuitleg. Verder kunnen Eerste Kamerleden de bewindslieden toezeggingen ontlokken over de uitvoering van de wet.

Als de Eerste Kamer dreigt een wetsvoorstel te verwerpen, zal een minister of staatssecretaris (eventueel na kabinetsberaad) geneigd zijn de Kamer tegemoet te komen. Een bewindspersoon neemt soms zelf het initiatief het wetsvoorstel te repareren door een wijzigingsvoorstel in te dienen. Zo'n tweede wetsvoorstel heet een novelle.

Toch komt het weleens voor dat de Eerste Kamer een wetsvoorstel verwerpt, bijvoorbeeld omdat de toezeggingen of aanpassingen van de bewindspersoon niet ver genoeg gaan volgens de Kamer. De Eerste Kamer heeft op haar website een overzicht van de wetsvoorstellen die in de Eerste Kamer verworpen zijn sinds 1945.

Ten slotte komt het ook wel eens voor dat de Eerste Kamer zoveel kritiek op een wetsvoorstel heeft, dat de regering het niet meer op stemming laat aankomen en het voorstel maar intrekt.

Overigens zwicht de Eerste Kamer op haar beurt - na afweging van voors en tegens - wel eens voor de druk van de regering. Die kan namelijk dreigen af te treden indien de Eerste Kamer een wetsvoorstel zou verwerpen. Meestal neemt de Eerste Kamer het voorstel dan toch maar aan.

3.

Budgetrecht

De Eerste Kamer stemt over alle wetsvoorstellen en dat geldt dus ook voor begrotingswetsvoorstellen. In de praktijk stemt de Eerste Kamer echter altijd in met dergelijke wetsvoorstellen. De laatste keer dat een begrotingsontwerp werd verworpen, was in 1907 (de begroting van het ministerie van Oorlog).

Omdat zij het recht van amendement mist, heeft de begrotingsbehandeling een veel geringere betekenis dan in de Tweede Kamer. Veel begrotingen worden door de Eerste Kamer daarom 'administratief' afgedaan. Dat betekent dat de Eerste Kamer er alleen over stemt. In een later stadium bespreekt ze soms nog wel het beleid van het betreffende ministerie of behandelt ze onderdelen daarvan. Deze debatten worden in de Eerste Kamer beleidsdebatten genoemd.

4.

Goedkeuring van verdragen

Net als in de Tweede Kamer kan een vijfde deel van de Eerste Kamer de regering binnen dertig dagen om uitdrukkelijke goedkeuring van een verdrag vragen. Dat komt evenwel slechts sporadisch voor. Een voorstel voor een goedkeuringswet wordt op dezelfde wijze als andere wetsvoorstellen door beide Kamers behandeld.

Een bekend voorbeeld is de opzegging van het verdrag inzake wekelijkse rusttijd in de handel en op kantoren. Op voorstel van het Eerste Kamerlid Kars Veling (ChristenUnie) werd hiervoor door 16 leden in februari 2000 nadrukkelijke goedkeuring gevraagd. Nadat de Tweede Kamer het voorstel in december 2000 met ruime meerderheid had aangenomen, verwierp de Eerste Kamer het op 13 maart 2001 met 40 tegen 33 stemmen.

5.

Goedkeuring van AMvB's

De vraag of de Eerste Kamer om goedkeuring kan vragen van een uitvoeringsmaatregel (Algemene Maatregel van Bestuur) is een onderwerp van discussie. Die mogelijkheid moet dan in de wet worden genoemd, wat niet altijd het geval is.

Tot nu toe is er eenmaal (in 1985) een Algemene Maatregel van Bestuur op voorstel van een vijfde deel van de Eerste Kamer aan goedkeuring onderworpen. Het betrof een uitvoeringsbesluit van een grenswijziging tussen Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant.


meer over