Frans Andriessen als Eurocommissaris (1981-1993)

Met dank overgenomen van Europa Nu.

Frans Andriessen was van 1981 tot 1992 lid van de Europese Commissie en stond bekend als een harde werker met veel dossierkennis. Hij was overtuigd van de noodzaak voor Europa om 'eerst te verdiepen' voordat ze zou uitbreiden, hierbij was het van belang dat de Unie met één mond sprak. In de Commissie-Thorn was hij belast met mededingingsbeleid en betrekkingen met het Europees Parlement. In de Commissie-Delors I was hij belast met Landbouw en vicevoorzitter. In Delors II was hij wederom vicevoorzitter en belast met externe betrekkingen, handel en samenwerking met andere Europese landen.

Andriessen was politiek leider van de KVP (1972-1977) en werd in 1977 minister van Financiën. In 1980 vertrok hij als minister, omdat hij zich niet kon verenigen met het kabinetsbeleid (Van Agt I) op het gebied van bezuinigingen (Bestek '81). Hij werd enige maanden later CDA-Eerste Kamerlid. De mogelijkheid om burgemeester te worden van één van de vier grote steden heeft hij afgeslagen, omdat hij niet wenste een zittende burgemeester te vervangen.

Zijn Eurocommissariaat besloeg uiteindelijk 12 jaar. Hij eindigde zijn Europese loopbaan als 'tweede man' van de Commissie. In die functie heeft hij een belangrijke rol gespeeld bij de gevolgen van de val van de Sovjet-Unie. Zijn vertrek kwam voor vrijwel iedereen onverwachts, inclusief zijn naaste medewerkers. Premier Ruud Lubbers had hem gevraagd het stil te houden. Na zijn vertrek is hij door Jacques Delors 'een monument van een commissaris' genoemd.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Verloop Eurocommissariaat

Commissie-Thorn (1981-1985)

Als commissaris voor de betrekkingen met het Europees Parlement wist hij zich geliefd te maken onder parlementsleden. Hij kreeg 'betrekkingen' omdat naar eigen zeggen 'niemand anders die wilde hebben'. Hij heeft dit zelf als een interessant veld gezien, omdat hij interesse had in institutionele verhoudingen. Door zijn ervaring als lid van de Tweede Kamer, kon hij zich ook goed bewegen in het Europees Parlement.

Als commissaris mededinging heeft hij meerdere grote boetes opgelegd aan onder andere IBM. De voortvarendheid waarmee Europa zich op dit punt ging bemoeien lag volgens Andriessen aan de tijdgeest, maar kan ook worden toegeschreven aan Andriessen zijn houding. Hij opereerde met veel daadkracht.

De grootste kluif van Andriessen tijdens zijn commissariaat was de sanering van de staalindustrie. Andriessen had de taak om Europese landen te overtuigen dat de overheidssubsidies in de staalindustrie gestopt moesten worden. Uiteindelijk is dit hem gelukt. De Commissie-Thorn had vele hordes, waaronder economische stagnatie en grote meningsverschillen in de Europese Raad, waar vooral Thatcher zich verzette tegen een grotere financiële afdracht aan de Europese Gemeenschap.

Commissie-Delors I (1985-1989)

Tijdens de eerste Commissie-Delors was Andriessen belast met het landbouwbeleid. Europa kampte met enorme overschotten, zoals 'de boterberg' (één miljoen ton boter) en 'de graanberg' (twintig miljoen ton graan). Deze waren het gevolg van het beleid van Sicco Mansholt dat boeren sinds 1957 prijsgaranties voor hun producten gaf. Hierdoor werden boeren geprikkeld zoveel mogelijk te produceren, omdat de overschotten door de Europese Gemeenschap werd opgekocht.

Onder leiding van Andriessen werden enkele belangrijke wijzigingen doorgevoerd in dit beleid. De belangrijkste was om niet langer prijsgaranties aan boeren te geven. Dit oude beleid hield in dat de boeren hun producten altijd tegen een bepaalde prijs konden verkopen. Andriessen zijn voorstel was om in plaats van prijsgaranties inkomenssteun te geven. Hierdoor werd de steun niet meer afhankelijk van productie, waardoor overschotten werden tegengegaan, maar bleven boeren in Europa verzekerd van inkomen.

Om van de enorme voorraden af te komen, heeft hij onder meer de boterberg laten verkopen als bakboter. Hierdoor kwam Europa enigszins van zijn voorraden af. Hij stelde ook een productieplafond in voor graan. De portefeuille landbouw vond hij zelf het zwaarst, omdat hij dagen achtereen in één-op-één gesprekken landbouwministers moest overtuigen van de plannen van de Europese Commissie.

Commissie-Delors II (1989-1993)

In de Commissie-Delors II had Andriessen een zwaardere portefeuille. Hij werd eerste vicevoorzitter en belast met Externe betrekkingen, handelspolitiek en samenwerking met andere Europese landen. Hij werd door Vrij Nederland 'de onderkoning van Europa' genoemd. In deze periode zette Andriessen zich in op het 'verdiepen' van de Europese samenwerking. Hij had het idee dat het belangrijk was om meer samen te werken tussen landen die al lid zijn, voordat de Europese Unie zou kunnen denken aan verder uitbreiden.

Door de val van de muur werden de verhoudingen op het Europese continent echter radicaal anders. Na de val van de muur werd besloten dat de landen in Midden- en Oost-Europa financiële steun zouden krijgen. Deze steun werd voorzien door een internationale coalitie, de G24. Hier zaten de lidstaten van de Europese Unie in, samen met onder anderen de Verenigde Staten, Japan en Australië. De Europese Commissie kreeg als taak om deze hulp te coördineren. Andriessen werd de spil in de hulpvoorzieningen voor Midden- en Oost-Europa.

Hij zag zelf voor zich dat de landen die steun ontvingen een 'b-lidmaatschap' van de Europese Unie zouden kunnen krijgen. Hiermee zouden ze zijn vrijgesteld van enkele eisen, maar wel deel uit kunnen maken van de gemeenschap.

Op het gebied van internationale handel sloot Andriessen het Blair House akkoord, genoemd naar het gastenverblijf van de Amerikaanse president. Andriessen wist een deal te sluiten waarbij Europa en de Verenigde Staten elkaar konden vinden in de handel van landbouwproducten. Hierdoor werd een belangrijke barrière voor het oprichten van de Wereldhandelsorganisatie weggenomen.

2.

Mijlpalen

  • Wist succesvol het landbouwbeleid om te vormen om de enorme overschotten tegen te gaan.
  • Heeft de regels rondom staatssteun voor staalbedrijven weten aan te passen, waardoor de staatindustrie weer toekomstbestendig werd.

3.

Wetenswaardigheden

  • Ontving van zijn voorganger Pierre Lardinois een fles port uit 1900 als presentje bij zijn aantreden als Eurocommissaris. Andriessen heeft deze fles op oudejaarsavond van 1999 pas geopend.