Mr. F.H.J.J. (Frans) Andriessen

foto Mr. F.H.J.J. (Frans) Andriessen
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Nico Naeff/Nederlands Fotomuseum

Vooraanstaande christendemocraat van katholieken huize. Kwam in 1967 voor de KVP in de Kamer nadat zijn vader die had verlaten. Als voormalige directeur van een instituut voor de bouw aanvankelijk woordvoerder volkshuisvesting. Volgde in 1971 Veringa op als partijleider toen deze moest aftreden vanwege gezondheidsproblemen. Leidde de KVP-Tweede Kamerfractie tijdens het kabinet-Den Uyl, waaraan hij kritisch, maar ook loyaal steun gaf. In 1977 maakte hij bezwaar tegen het ontwerp-regeerakkoord met de PvdA en werd hij door die partij afgewezen als kandidaat voor Economische Zaken. In het eerste kabinet-Van Agt dat na de mislukte formatie-Den Uyl werd gevormd, was hij minister van Financiën. Trad af, omdat hij vond dat er meer bezuinigd moest worden. Nadien Europees Commissaris voor handelspolitiek en landbouw. Pragmatisch politicus.

CDA, KVP
in de periode 1967-1993: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, lid Eerste Kamer, lid Europese Commissie

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Franciscus Henricus Johannes Joseph (Frans)

geboorteplaats en -datum
Utrecht, 2 april 1929

overlijdensplaats en -datum
Bilthoven (gem. De Bilt), 22 maart 2019

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • KVP (Katholieke Volkspartij), tot 11 oktober 1980
  • CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980

3.

Hoofdfuncties/beroepen (11/12)

  • directeur KIV (Katholiek Instituut voor Volkshuisvesting), later opgegaan in: NCIV (Nederlands Christelijk Instituut voor Volkshuisvesting), van 1 april 1954 tot 24 maart 1972 (stichting voor bouwkundige en administratieve diensten aan de aangesloten bouwverenigingen)
  • lid Provinciale Staten van Utrecht, van 2 juli 1958 tot 1 juni 1967
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 februari 1967 tot 18 december 1977
  • waarnemend fractievoorzitter KVP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 augustus 1971 tot 1 januari 1972 (vanwege gezondheidsproblemen van Veringa)
  • fractievoorzitter KVP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 januari 1972 tot 25 mei 1977 (gekozen op 22 december 1971)
  • minister van Financiën, van 19 december 1977 tot 22 februari 1980
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1980 tot 6 januari 1981
  • lid Europese Commissie, belast met mededinging en betrekkingen met het Europees Parlement, van 6 januari 1981 tot 6 januari 1985 (commissie-Thorn)
  • lid en vicevoorzitter Europese Commissie, belast met land- en bosbouw (en tot 1 januari 1986 tevens visserij), van 6 januari 1985 tot 6 januari 1989 (commissie-Delors I)
  • lid en vicevoorzitter Europese Commissie, belast met externe betrekkingen, handelspolitiek en samenwerking met andere Europese landen, van 6 januari 1989 tot 6 januari 1993 (commissie-Delors II)
  • hoogleraar Europese integratie, Rijksuniversiteit Utrecht, van 1 maart 1990 tot 1 september 2009 (onbezoldigd)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/25)

  • waarnemend voorzitter AIV (Adviesraad Internationale Vraagstukken), tot januari 2002
  • lid Innovatienetwerk Groene Ruimte en Agrocluster, vanaf 2004

afgeleide functies, presidia etc. (2/5)
  • lid parlementaire delegatie naar de Volksrepubliek China, van 18 augustus 1973 tot 28 augustus 1973
  • lid parlementaire delegatie naar de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken, van 12 augustus 1976 tot 21 augustus 1976

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Was voor hij fractievoorzitter werd volkshuisvesting-specialist van de KVP-Tweede Kamerfractie. Hield zich ook bezig met binnenlands bestuur en financiën lagere overheden.
  • Was in 1970 met Kolfschoten en Van Schaik mede-indiener van een initiatiefwetsvoorstel over verhoging van de kiesdrempel. Dit voorstel werd in 1976 door de Tweede Kamer verworpen.

opvallend stemgedrag (0/1)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Had in 1978 een groot aandeel in de totstandkoming van de Nota "Bestek'81, hoofdlijnen van het financiële en sociaal-economische beleid voor de middellange termijn". De nota had als uitgangspunten ombuiging van de groei van de overheidsfinanciën, een gematigde loon- en inkomensontwikkeling en terugdringing van de werkloosheid tot 150.000 personen in 1981. Er werden in deze nota extra bezuinigingen aangekondigd in de collectieve uitgaven van circa f. 10 miljard. Die bezuinigingen betroffen onder meer de uitgaven voor sociale zekerheid, gezondheidszorg en ambtenarensalarissen. De koopkracht van inkomens onder de f 50.000 zou in 1981 gelijkblijven, boven die grens zou deze afnemen. In de Voortgangsnota Bestek'81 uit 1979 werd een noodremprocedure in het vooruitzicht gesteld voor het geval het financieringstekort de 6 procent zou overschrijden. (15.081)
  • Tijdens zijn ministerschap werd in 1978 besloten tot invoering van een Europees Monetair Stelsel (dat in maart 1979 in werking trad). Voerde namens Nederland, samen met minister Van der Klaauw, in december 1978 in de Europese Raad de onderhandelingen. Het EMS moest leiden tot grotere wisselkoersstabiliteit in de EG. De valuta's van de lidstaten werden binnen een bandbreedte aan elkaar gekoppeld. Er kwam een Europese Valute Eenheid en een Europees Monetair Fonds, waaruit tegen deposito's van goud en dollars EVE's worden uitgegeven. Tevens konden EVE's worden gecreëerd tegen afgifte van nationale valuta's door centrale banken. Het EMS was een stap naar een Europese Monetaire Unie. (15.132)

als bewindspersoon (wetgeving) (3/5)
  • Bracht in 1978 een wet (Stb. 321) tot regeling van het financieel verkeer met het buitenland tot stand. De minister van Financiën kan De Nederlandsche Bank alleen richtlijnen geven over het deviezenbeleid. Het wetsvoorstel was in 1972 ingediend door minister Nelissen. (11.097)
  • Bracht in 1978 samen met minister Van Aardenne en staatssecretaris Nooteboom de Wet Investeringsrekening (WIR) (Stb. 368) tot stand. Deze wet riep een Fonds Investeringsrekening in het leven, dat werd gevoed uit de algemene middelen. Via premies die uit dit Fonds werden gefinancierd, werden bepaalde investeringen in het bedrijfsleven gestimuleerd en gestuurd, zoals investeringen voor innovaties, milieubesparing en zuiniger energiegebruik. Het wetsvoorstel was in 1976 ingediend door de ministers Lubbers en Duisenberg en staatssecretaris Van Rooijen. (14.377)
  • Bracht in 1979 de Wet overheidsopdrachten voor levering van produkten (Stb. 334) tot stand. Deze geeft uitvoering aan Europese richtlijnen voor overheidsaanbesteding, waardoor het vrije verkeer van goederen en handhaving van het verbod van discriminatie naar nationaliteit moeten worden gewaarborgd. (15.402)

op het gebied van de EU (3/12)
  • Speelde in 1990/1991 een belangrijke rol bij de onderhandelingen over toetreding van Oostenrijk tot de Europese Gemeenschap
  • Bracht in oktober 1991 een bezoek aan China om over betere handelsbetrekkingen en economische samenwerking te spreken
  • Bracht in 1992 samen met Landbouw-commissaris McSharry een akkoord tot stand over de handel tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/7)
  • Trad af als minister van Financiën wegens onenigheid met de andere ministers over de omvang van de door hem noodzakelijk geachte bezuinigingen. Vooral de ministers Albeda (Sociale Zaken) en Pais (Onderwijs) verzetten zich tegen verdergaande bezuinigingen. Hij meende niet langer verantwoordelijkheid te kunnen dragen voor het financiële beleid, omdat in zijn ogen onvoldoende maatregelen werden genomen om op middellange termijn tot een solide begrotingsbeleid te komen.
  • In 1994 schoof Lubbers hem naar voren als mogelijke CDA-kandidaat voor het premierschap. Omdat het CDA niet de grootste werd, kwam deze optie niet echt op tafel.
  • Was medeondertekenaar van een open brief van 27 CDA'ers, onder wie Cees Veerman, Herman Wijffels, Hanja Maij-Weggen en Bert de Vries, die de CDA-fractie opriep af te zien van vorming van een kabinet met gedoogsteun van de PVV. De brief werd gepubliceerd in NRC Handelsblad van 28/29 augustus 2010.

verkiezingen
  • Was in 1977 nummer 4 op de CDA-kanidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen
  • In 1980 tot Eerste Kamerlid gekozen door Groep I: Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht en Limburg

niet-aanvaarde politieke functies
  • staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, 1971
  • minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, november 1982 (geweigerd)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie (6/8)
  • Het Financieele Dagblad, 21 mei 1990
  • J.C.F.J. van Merriënboer, "'Een monument van een commissaris'. Frans Andriessen, lid van de Europese Commissie (1981-1993)", in: G. Voerman e.a. (red.), "De Nederlandse eurocommissarissen" (2010), 209
  • Mark Kranenburg, "Altijd maar weer die daad van verzet. In memoriam Frans Andriessen", NRC Handelsblad, 23 maart 2019
  • Wilma Kieskamp, "Een politicus in de oude stijl: gevreesd, bekwaam en koel", Trouw, 23 maart 2019
  • Jan Joost Lindner, "Knap en hardwerkende oud-minister Frans Andriessen overleden (89)", De Volkskrant, 23 maart 2019
  • Johan van Merriënboer, "Frans Andriessen (1929-2019). De laatste man van de KVP ging voluit voor het CDA en voor een 'ever closer Union'", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2019, 145

In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.