Suaviter in modo fortiter in re

29 maart 2019, column J.Th.J. van den Berg

De eerste keer dat ik Frans Andriessen als lid van de Tweede Kamer bezig zag was aan het einde van de jaren zestig. Hij moest overeind zien te blijven in het jaarlijkse debat over de volkshuisvesting, toen nog een terrein waar de politieke gemoederen hoog konden oplopen. Hij had zich te verweren tegen twee andere Kamerleden die, net als hij, in 1967 waren aangetreden, Hans Wiegel en Hans van den Doel. Die twee hadden, hoewel elkaars politieke tegenvoeters, afgesproken het debat met hun onderlinge twisten geregisseerd te domineren: ‘als jij dit, dan doe ik dat’.

Het was geen kleinigheid daar nog tussen door te komen, te meer omdat ook nog ene Willem Aantjes meedeed, die al veel langer ervaring had en retorisch sterk was. De weinig theatrale KVP-er, met zijn ietwat hoge en hese stem, slaagde desondanks door zijn grote kennis van zaken waarmee hij zijn collegae af en toe effectief de pas afsneed. Debatten over volkshuisvesting werden daardoor niet alleen vermakelijk maar ook informatief. Daaraan terugdenkend kan je alleen maar vaststellen dat wij destijds in een heel ander politiek tijdperk leefden. Het kon er ook toen stormachtig aan toe gaan, maar het bleef doorgaans van een zekere speelsheid en vooral van groot vakmanschap.

In Frans Andriessen, vorige week overleden, was al vroeg een zeker leiderschap zichtbaar. Dat moest het niet van groot oratorisch talent hebben, maar van scherpzinnige argumentatie en intellectueel overzicht. Vier jaar na zijn aantreden als Kamerlid werd hij al, ter opvolging van de onder het ambt bezweken Gerard Veringa, politiek leider van de KVP. Dit, in de moeilijkste tijd van het bestaan van die partij: in 1963 was zij nog de grootste (vijftig zetels) maar in 1971 was zij al weggezakt naar 35 zetels. De ontkerkelijking deed haar werk, daargelaten dat jonge katholieken niet langer inzagen waarom zij op een katholieke partij moesten stemmen.

Frans Andriessen had wel begrepen dat die jongeren daar goede redenen voor hadden en dus stak hij al zijn energie in de vorming van een christendemocratische partij naar Europees model. Dat werd nog een hele martelgang, die het uiterste van zijn gaven van hoofd en hart zou vergen. Daarin bleek tegelijk zijn kracht. Hij zou niet gauw harde, laat staan agressieve taal gebruiken, maar hij week ook geen moment van de richting af die hij had gekozen: suaviter in modo fortiter in re.1)

Dat kon misverstand teweeg brengen: tegenstanders of concurrenten dachten soms te gemakkelijk, dat hij wel zou toegeven, totdat bleek dat hij daartoe niet bereid was. Premier Den Uyl en zijn kabinet van links plus KVP en ARP, moesten ondervinden dat niet Wiegel de belangrijkste oppositie leverde maar de man die tegelijk het kabinet overeind hield, KVP-leider Andriessen.

Maar, ook zijn eigen politieke vrienden zouden het ondervinden: premier Van Agt en zijn kabinet van centrumrechts en CDA-fractieleider Lubbers (later zelf premier) moesten constateren dat hij niet opzij ging als zijn overtuiging in het geding kwam. Het leidde tot zijn geruchtmakende ontslag als minister van Financiën in 1980.

Ruim een jaar later werd hij Europees Commissaris, met portefeuilles die nu veel meer bekendheid hebben dan destijds, maar toen niet minder belangrijk waren: concurrentie, landbouw, buitenlandse betrekkingen (na de ineenstorting van de Berlijnse Muur!). Daar kon hij zijn zakelijke kracht gebruiken zonder gedwongen te zijn aan druktemakerij deel te nemen. Het Europees Parlement won aan belang maar met minder rumoer dan vandaag. Andriessen zou eindigen als tegelijk de sterke bondgenoot en tegenkracht van de energieke Franse Commissievoorzitter, Jacques Delors, die met zijn Nederlandse collega consequent zou toewerken naar het Verdrag van Maastricht van 1992. Na dertien jaar Commissariaat kon hij zijn politieke carrière op een hoogtepunt afsluiten.

Hij zou op zijn manier loyaal blijven aan het CDA, ook toen die partij het moeilijk kreeg, vanaf 1994. Maar alweer, niet door druktemakerij, wel door constructief werk voor partij en land en ook door krachtig afstand te nemen van samenwerking in een fatale constructie met de PVV in 2010. Van populisme had hij tot het laatst een welhaast fysieke afkeer. Het nogal pijnlijke succes van Forum voor Democratie heeft hij gelukkig niet meer bewust hoeven mee te maken.


  • 1) 
    Letterlijk: ‘zachtmoedig in de vorm, krachtig in de zaak zelf’


Andere recente columns