Artikel 18:

17
Artikel 18
19

De Bank neemt bij zijn financieringsverrichtingen de navolgende beginselen in acht.

  • 1. 
    Zij ziet erop toe dat haar gelden op de meest rationele wijze in het belang van de Unie worden aangewend.

    Zij kan slechts leningen verstrekken of op te nemen leningen garanderen:

    • a) 
      wanneer bij investeringen die worden uitgevoerd door ondernemingen in de productieve sector, rente en aflossing zijn gewaarborgd door de exploitatieopbrengsten, of, bij andere investeringen, door een verbintenis die wordt aangegaan door de staat waarin de investering wordt uitgevoerd dan wel op enigerlei andere wijze, en
    • b) 
      wanneer de uitvoering van de investering bijdraagt tot een verhoging van de economische productiviteit in het algemeen en eveneens tot de totstandbrenging en werking van de interne markt.
  • 3. 
    Zij kan haar schuldvorderingen cederen op de kapitaalmarkt en te dien einde van haar geldnemers de uitgifte van obligaties of andere effecten verlangen.
  • 4. 
    Noch de Bank noch de lidstaten stellen als voorwaarde dat uitgeleende gelden in een bepaalde lidstaat moeten worden besteed.
  • 5. 
    Zij kan het verstrekken van leningen afhankelijk stellen van het uitschrijven van internationale aanbestedingen.
  • 6. 
    Zij financiert noch geheel noch gedeeltelijk een investering waartegen de lidstaat op wiens grondgebied de investering moet worden uitgevoerd, zich verzet.
  • 7. 
    Ter aanvulling van haar kredietverlening kan de Bank zorgen voor technische bijstand volgens de voorwaarden en bijzonderheden die door de Raad van gouverneurs worden bepaald met gekwalificeerde meerderheid van stemmen en met inachtneming van dit statuut.