Artikel 32: Toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken

31
Artikel 32
33
  • 1. 
    De inkomsten die de nationale centrale banken bij de uitoefening van de monetaire beleidstaken van het Europees Stelsel van Centrale Banken verkrijgen (hierna "monetaire inkomsten" te noemen), worden aan het einde van elk boekjaar volgens de onderstaande bepalingen toegedeeld.
  • 2. 
    De monetaire inkomsten van elke nationale centrale bank zijn gelijk aan de jaarinkomsten die zij verkrijgt uit de activa die worden aangehouden als tegenwaarde voor de in omloop zijnde bankbiljetten en de verplichtingen jegens kredietinstellingen uit hoofde van deposito's. Deze activa worden door de nationale centrale banken geoormerkt volgens door de Raad van bestuur vast te stellen richtsnoeren.
  • 3. 
    Indien de Raad van bestuur na de aanvang van de derde fase van oordeel is dat de balansindeling van de nationale centrale banken de toepassing van lid 2 niet mogelijk maakt, kan hij met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten dat de monetaire inkomsten, in afwijking van lid 2, gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar volgens een alternatieve methode worden bepaald.
  • 4. 
    Op het bedrag van de monetaire inkomsten van elke nationale centrale bank worden de rentelasten in mindering gebracht die door de betrokken centrale bank zijn betaald over de verplichtingen jegens kredietinstellingen uit hoofde van deposito's overeenkomstig artikel 19.

    De Raad van bestuur kan besluiten dat de nationale centrale banken worden vergoed voor de in verband met de uitgifte van bankbiljetten gemaakte kosten of, in uitzonderlijke omstandigheden, voor specifieke verliezen in verband met de monetaire beleidsoperaties die voor het Europees Stelsel van Centrale Banken zijn verricht. De vergoeding geschiedt in een door de Raad van bestuur passend geachte vorm. Deze bedragen kunnen met de monetaire inkomsten van de nationale centrale banken worden verrekend.

  • 6. 
    De verrekening en de afwikkeling van de saldi afkomstig van de toedeling van de monetaire inkomsten worden door de Europese Centrale Bank verricht overeenkomstig de door de Raad van bestuur vastgestelde richtsnoeren.
  • 7. 
    De Raad van bestuur treft alle andere maatregelen die voor de toepassing van dit artikel nodig zijn.