Artikel III-93: Taken Europese Centrale Bank inzake onder derogatie vallende lidstaten

III-92
Artikel III-93
III-94
  • 2. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
  • a) 
    de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
  • b) 
    de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
  • c) 
    zorg te dragen voor de werking van het wisselkoersmechanisme;
  • d) 
    overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
  • e) 
    de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, wordt, onverminderd het bepaalde in [ex artikel 107, lid 3,] van de Grondwet, de in artikel 45 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken bedoelde Algemene Raad van de Europese Centrale Bank als derde besluitvormend orgaan van de Europese Centrale Bank gevormd.
  • 2. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
    • a) 
      de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
    • b) 
      de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
    • c) 
      toe te zien op de werking van het wisselkoersmechanisme;
    • d) 
      overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
    • e) 
      de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.
2003
  • 2. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
  • a) 
    de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
  • b) 
    de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
  • c) 
    zorg te dragen voor de werking van het wisselkoersmechanisme;
  • d) 
    overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
  • e) 
    de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.
2003
  • 2. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
    • a) 
      de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
    • b) 
      de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
    • c) 
      zorg te dragen voor de werking van het wisselkoersmechanisme;
    • d) 
      overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
    • e) 
      de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.
2004
  • 2. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
    • a) 
      de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
    • b) 
      de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
    • c) 
      zorg te dragen voor de werking van het wisselkoersmechanisme;
    • d) 
      overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
    • e) 
      de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.