Een liberale inkomstenbelasting met duizend euro voor de hardwerkende Nederlander.

Vanuit de liberale beginselen zou iemand die hard werkt en een bijdrage wil leveren, daar een goede boterham aan over moeten kunnen houden. Zo pretendeert de VVD onder Rutte al twaalf 12 jaar lang de partij voor de hardwerkende Nederlander te zijn. Niets is minder waar, enkel de vermogenden (en het nageslacht daarvan) worden door de VVD op hun wenken bediend. Daartegenover staan linkse partijen die met oneindige nivelleringsdrang hebben gezorgd voor een doolhof aan inkomensafhankelijke toeslagen, belastingkortingen en aftrekposten. Wie meer gaat werken, laat vooral de fiscus profiteren. De JOVD geeft de politiek, waaronder onze moederpartij VVD, daarom graag een aantal concrete voorstellen voor een liberalere inkomstenbelasting mee.

Allereerst moet werken daadwerkelijk gaan lonen. Recente berekeningen van het Ministerie van Financiën laten zien dat de marginale belastingdruk kan oplopen tot ruim boven de 80%. Oftewel, van elke extra verdiende euro ziet de middenklasse vaak maar 15 tot 25 cent terug in het besteedbaar inkomen. In een liberale samenleving mag het niet zo zijn dat het collectief meer profiteert van een extra verdiende euro dan het individu dat ervoor gewerkt heeft. Het marginale belastingtarief mag dus nooit boven de 50% uitkomen. De JOVD pleit daarom voor het zo snel mogelijk afschalen van het toeslagenstelsel en deze te vervangen door één belastingkorting voor iedereen. Het stelsel moet verder vooraf duidelijkheid bieden over wat extra werken oplevert. Dit is een langdurig traject, de invoering van een tijdelijke voltijdbonus kan op korte termijn zorgen dat werken meer gaat lonen.

Een tweede voorstel: inkomen is inkomen. Een euro waarvoor arbeid is verricht mag in principe niet zwaarder belast worden dan een euro die maandelijks komt aanwaaien uit pandjes en beleggingen. Daarom stellen wij voor om het werkelijke inkomen te belasten en de tarieven in box 2 en 3 te verhogen, zodat de belasting op arbeid omlaag kan. Tegelijkertijd is van belang dat Nederland een goed investerings- en ondernemingsklimaat houdt. Nederland moet samen met andere landen actief inzetten op een internationale minimumbelasting op inkomsten uit vermogen, zowel voor particulieren als voor bedrijven.

Het belasten van het werkelijke inkomen geldt ook voor de eigen woning. Het belasten van de gerealiseerde overwaarde van de eigen woning is een impopulaire, maar wel degelijk liberale maatregel. Het is in het belang voor doorgroei op de woningmarkt en creëert een gelijkwaardiger speelveld voor starters die geen exorbitante overwaarde in hun schoot geworpen krijgen. Het is scheef dat deze vorm van onverdiend inkomen, waar geen economische prestatie tegenover staat, fiscaal gevrijwaard blijft terwijl hard werken fiscaal bestraft wordt. De invloedrijke liberale filosoof John Stuart Mill pleitte in de negentiende eeuw al voor het belasten van onverdiend inkomen. Het belasten van de overwaarde van de eigen woning (uiteraard na aftrek van kosten/investeringen), om zodoende de lasten te verlagen voor mensen die met inzet waarde toevoegen aan de economie, is voor een echte liberaal dus juist rechtvaardig. Bij een verhuizing kan de waardestijging wel belastingvrij doorgerold worden naar de nieuwe woning.

In een gezonde maatschappij is niets mis met een ongelijke vermogensverdeling, echter is het in Nederland momenteel makkelijker om een groot vermogen te laten groeien dan met hard werken een klein vermogen op te bouwen. In 2012 deed Rutte de verkiezingsbelofte om elke hardwerkende Nederlander duizend euro te geven, welke helaas nooit is ingelost. Ondertussen is de (marginale) lastendruk voor de hardwerkende Nederlander alleen maar toegenomen en worden inkomsten uit vermogen en onverdiend inkomen nog altijd ontzien.

Met de bovenstaande ideeën van de JOVD kunnen deze ondoordringbare ongelijkheidspatronen worden teruggedrongen en zal inzet en talent weer bepalend worden voor de vermogensverdeling in Nederland. Het is tijd dat Rutte de belofte uit 2012 alsnog gaat inlossen en de VVD niet alleen pretendeert de partij voor de hardwerkende Nederlander te zijn, maar deze ook daadwerkelijk wordt. Beter laat dan nooit.

Door Michiel Suijker en Pim Tolmeijer.