Raadpleging over de zomertijd: 84 % wil dat Europa stopt met het verzetten van de klok

De Europese Commissie publiceert vandaag de voorlopige resultaten van de openbare raadpleging over de omschakeling tussen de winter- en zomertijd in Europa.

De online raadpleging liep van 4 juli tot 16 augustus 2018. De Commissie ontving 4,6 miljoen antwoorden uit alle 28 lidstaten, een nieuw record voor een openbare raadpleging. Volgens de voorlopige resultaten (zie bijlage) wil 84 % van de respondenten komaf maken met het halfjaarlijks verzetten van de klok.

Europees commissaris voor Vervoer Violeta Bulc heeft de voorlopige resultaten voorgesteld aan de Commissie, die een eerste bespreking heeft gehouden over de mogelijke volgende stappen. Commissaris Bulc: „miljoenen Europeanen hebben via onze openbare raadpleging hun stem laten horen. De boodschap is duidelijk: 84 % wil dat we de klok niet langer verzetten. Wij zullen dat resultaat vertalen in een wetgevingsvoorstel aan het Europees Parlement en de Raad, die vervolgens samen beslissen.”

Volgens de voorlopige resultaten ervaren meer dan driekwart (76 %) van de respondenten de halfjaarlijkse omschakeling tussen zomer- en wintertijd als „negatief” tot „zeer negatief”. De impact op de volksgezondheid, de stijging van het aantal verkeersongevallen of het gebrek aan energiebesparingen zijn voor de respondenten redenen om de klok niet langer te verzetten.

Commissievoorzitter Juncker heeft de kwestie van de zomertijd op de politieke agenda gezet in het kader van zijn pleidooi om de Europese Commissie te laten focussen op de essentie en de lidstaten te laten beslissen over dossiers die beter op nationaal niveau kunnen worden geregeld. De Commissie heeft deze openbare raadpleging georganiseerd in het kader van haar evaluatie van de huidige afspraken over het verzetten van de klok in Europa. Dit initiatief is een antwoord op de resolutie van het Europees Parlement van februari 2018 en de vragen van de lidstaten, stakeholders en burgers.

Volgende stappen

De definitieve resultaten van de openbare raadpleging worden de volgende weken gepubliceerd. De Commissie zal bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel indienen om de regeling voor de omschakeling tussen zomer- en wintertijd aan te passen.

Achtergrond

In het kader van haar evaluatie van de huidige afspraken over de zomer- en wintertijd in Europa heeft de Europese Commissie tussen 4 juli en 16 augustus 2018 een openbare raadpleging georganiseerd. Via een onlineraadpleging konden Europeanen aangeven hoe zij het verzetten van de klok ervaren en kiezen tussen enkele alternatieven (de huidige regeling behouden of in de hele EU opheffen). Openbare raadplegingen zijn, naast wetenschappelijke studies, één van de instrumenten die de Commissie gebruikt om haar beleid te onderbouwen.

In het verleden kreeg de Commissie ook veel respons op de raadplegingen over de vogel- en habitatrichtlijn (meer dan 550 000 reacties) en over de modernisering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (meer dan 322 000 reacties).

In de meeste lidstaten bestaat de omschakeling tussen zomer- en wintertijd reeds lang, vaak sinds de Eerste of Tweede Wereldoorlog of de oliecrisis in de jaren '70. Vanaf de jaren1980 heeft de Europese Unie stapsgewijs wetgeving ingevoerd om de omschakeling van de tijd in alle lidstaten te coördineren en komaf te maken met het kluwen van uiteenlopende nationale regelingen.

Sinds 1996 draaien alle Europeanen de klok één uur vooruit op de laatste zondag van maart en één uur terug op de laatste zondag van oktober. De EU-regels zijn er destijds niet gekomen om de tijdsregeling in de EU te harmoniseren, wel om een aantal problemen aan te pakken. Met name in het vervoer en de logistiek leidt het ongecoördineerd verzetten van de klok in de loop van het jaar tot problemen.

Naast de zomertijd die in de EU van toepassing is, liggen de lidstaten in drie verschillende tijdszones waar een andere standaardtijd geldt. De beslissing over de standaardtijd is een nationale bevoegdheid.

BIJLAGE

Voorlopige resultaten, onder voorbehoud van wijzigingen

Participatiegraad in de lidstaten (in percentage van de nationale bevolking):

 

Duitsland

3,79 %

Oostenrijk

2,94 %

Luxemburg

1,78 %

Finland

0,96 %

Estland

0,94 %

Cyprus

0,88 %

Slovenië

0,73%

Slowakije

0,60 %

Tsjechië

0,59 %

Frankrijk

0,59 %

België

0,55%

Kroatië

0,52 %

Zweden

0,48 %

Letland

0,39 %

Polen

0,34%

Griekenland

0,34 %

Litouwen

0,34%

Portugal

0,33%

Malta

0,25%

Ierland

0,24 %

Hongarije

0,21 %

Spanje

0,19 %

Bulgarije

0,18%

Nederland

0,16 %

Denemarken

0,11 %

Italië

0,04 %

Roemenië

0,04%

Verenigd Koninkrijk

0,02%

Aan welk van de volgende alternatieven geeft u de voorkeur?

 
Image 1
Bron: Europese Commissie: Rapid persberichten

Hoe ervaart u de omschakeling tussen zomer- en wintertijd?

 
Image 2
Bron: Europese Commissie: Rapid persberichten

IP/18/5302

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail