Veiligheidsunie: Commissie bevordert de toegang tot elektronisch bewijsmateriaal

De Commissie stelt nieuwe regels voor waardoor politie en justitie gemakkelijker en sneller kunnen beschikken over elektronisch bewijsmateriaal, zoals e-mails of in de cloud opgeslagen documenten, dat zij nodig hebben voor het onderzoek naar en de vervolging en de berechting van criminelen en terroristen.

De nieuwe regels zullen de rechtshandhavingsinstanties in de EU-lidstaten beter in staat stellen aanwijzingen online en grensoverschrijdend te onderzoeken en voldoende waarborgen bieden voor de grondrechten van personen en vrijheden van alle betrokkenen.

Eerste vicevoorzitter Frans Timmermans zei hierover: “In strafzaken wordt elektronisch bewijsmateriaal steeds belangrijker. We kunnen niet toelaten dat criminelen en terroristen gebruikmaken van moderne elektronische communicatietechnologieën om hun criminele activiteiten te verbergen en buiten de greep van justitie te blijven. Criminelen en terroristen mogen in Europa geen schuilplaats vinden, niet online en niet offline. De voorstellen van vandaag zullen voor unieke instrumenten zorgen, die niet alleen de bevoegde autoriteiten de mogelijkheid bieden om snel en doeltreffend grensoverschrijdend elektronisch bewijs te verzamelen, maar ook zorgen voor krachtige waarborgen voor de rechten en vrijheden van alle betrokkenen.”

Věra Jourová, commissaris voor Justitie, Consumentenzaken en Gendergelijkheid: "Rechtshandhavingsinstanties zijn nog steeds aangewezen op omslachtige methoden, terwijl criminelen gebruikmaken van snelle en geavanceerde technologie. Wij moeten rechtshandhavingsautoriteiten eigentijdse instrumenten bieden om misdaad te bestrijden, net zoals criminelen eigentijdse instrumenten gebruiken om misdrijven te plegen.”

Criminelen en terroristen maken voor hun communicatie allemaal gebruik van sms'jes, e-mails en apps. Bij meer dan de helft van al het strafrechtelijk onderzoek dat tegenwoordig plaatsvindt, is er sprake van een grensoverschrijdend verzoek om elektronisch bewijsmateriaal dat in handen is van in een andere EU-lidstaat of buiten de EU gevestigde serviceproviders. Om dergelijke gegevens te verkrijgen, moet er justitiële samenwerking en wederzijdse rechtshulp plaatsvinden. Dit proces verloopt thans echter te langzaam en te moeizaam. Op dit moment kan bijna twee derde van de misdrijven waarbij het elektronisch bewijs zich in een ander land bevindt, niet naar behoren worden onderzocht of vervolgd, hoofdzakelijk vanwege de tijd die nodig is om dat bewijs te verzamelen of vanwege de fragmentatie van het rechtskader. De voorstellen van vandaag dragen bij tot de oplossing van deze leemte doordat zij ervoor zorgen dat elektronisch bewijs sneller en doeltreffender kan worden verkregen.

De voorstellen zullen:

  • een Europees bevel tot overlegging invoeren: een justitiële autoriteit in een lidstaat kan daardoor rechtstreeks een serviceprovider die in de Unie diensten aanbiedt en in een andere lidstaat is gevestigd of wordt vertegenwoordigd, verzoeken om elektronisch bewijsmateriaal (zoals e-mails, sms'jes of app-berichten), ongeacht de plaats waar deze gegevens zijn opgeslagen. Deze serviceprovider moet dan binnen 10 dagen reageren, en binnen 6 dagen in geval van nood (ter vergelijking: bij het bestaande Europees onderzoeksbevel gaat het om 120 dagen en bij de procedure inzake wederzijdse rechtshulp om 10 maanden);
  • via een Europees bevel tot bewaring voorkomen dat gegevens worden gewist: hierdoor zal een justitiële autoriteit in een lidstaat een serviceprovider die diensten in de Unie aanbiedt en in een andere lidstaat is gevestigd of wordt vertegenwoordigd, ertoe kunnen verplichten om specifieke gegevens te bewaren, zodat deze autoriteit deze informatie kan opvragen via een verzoek om wederzijdse rechtshulp, een Europees onderzoeksbevel of een Europese bevel tot overlegging.
  • krachtige waarborgen en rechtsmiddelen omvatten: beide bevelen kunnen alleen worden uitgevaardigd in het kader van een strafrechtelijke procedure en alle strafrechtelijke procedurele waarborgen zijn van toepassing. De nieuwe regels garanderen een strenge bescherming van fundamentele rechten, onder meer via de betrokkenheid van justitiële autoriteiten en extra vereisten voor het verkrijgen van gegevens die tot bepaalde categorieën behoren. Er zijn ook waarborgen voor het recht op bescherming van persoonsgegevens. De serviceproviders en personen wier gegevens worden gevraagd, zullen diverse waarborgen genieten, zoals de mogelijkheid voor de provider om een toetsing te vragen wanneer het bevel bijvoorbeeld het Handvest van de grondrechten van de Europese kennelijk schendt.
  • serviceproviders ertoe verplichten om een wettelijke vertegenwoordiger in de Unie aan te wijzen: om ervoor te zorgen dat voor alle serviceproviders die diensten in de Europese Unie aanbieden dezelfde verplichtingen gelden, zelfs wanneer hun hoofdkantoor in een derde land is gevestigd, zijn zij verplicht om een wettelijke vertegenwoordiger in de Unie aan te wijzen met het oog op de inontvangstneming, naleving en handhaving van besluiten en bevelen die zijn uitgevaardigd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten met het oog op het verzamelen van bewijsmateriaal in strafzaken.
  • ondernemingen en serviceproviders rechtszekerheid bieden: waar rechtshandhavingsinstanties voor het verkrijgen van het nodige bewijsmateriaal nu nog vaak afhankelijk zijn van de welwillendheid van serviceproviders, zal de toepassing van dezelfde regels inzake de verplichting tot het overleggen van elektronisch bewijsmateriaal, autoriteiten en dienstverleners meer rechtszekerheid bieden.

Achtergrond

Veiligheid is al vanaf het begin van het mandaat van de Commissie-Juncker een politieke prioriteit, van de politieke beleidslijnen van voorzitter Juncker van juli 2014 tot de meest recente toespraak over de staat van de Unie op 13 september 2017.

In het kader van de Europese Veiligheidsagenda van april 2015, deed de Commissie de toezegging om te bekijken wat de belemmeringen voor strafrechtelijk onderzoek zijn. Na de tragische gebeurtenissen in Brussel op 22 maart 2016 hebben de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de EU voorrang gegeven aan de goedkeuring van maatregelen om digitaal bewijsmateriaal efficiënter en effectiever veilig te stellen en te verkrijgen. De kwestie is sindsdien een aantal keer besproken door de ministers en opnieuw aan de orde gesteld door de Europese leiders in de conclusies over de verbetering van de strafrechtpleging in de cyberruimte van juni 2016.

De Commissie heeft in het kader van de gezamenlijke verklaring over de wetgevingsprioriteiten van de EU voor 2018-2019 toegezegd om Europese burgers beter te beschermen. Het vandaag gepresenteerde voorstel draagt bij aan haar inspanningen om die toezegging gestand te doen.

Voor meer informatie

IP/18/3343

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail