Europese Commissie leidt inbreukprocedure in tegen Polen wegens maatregelen die van invloed zijn op de rechterlijke macht

Naar aanleiding van de publicatie van de wet inzake de gewone rechtbanken in het Poolse staatsblad op vrijdag 28 juli heeft de Europese Commissie een inbreukprocedure tegen Polen ingeleid door een aanmaningsbrief te sturen.

De Poolse autoriteiten hebben één maand de tijd om antwoord te geven op deze aanmaningsbrief.

Het belangrijkste juridische bezwaar van de Commissie tegen de wet inzake de gewone rechtbanken heeft betrekking op de discriminatie op basis van geslacht die voortvloeit uit de invoering van een verschillende pensioenleeftijd voor vrouwelijke rechters (60 jaar) en mannelijke rechters (65 jaar). Dit is in strijd met artikel 157 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en Richtlijn 2006/54 inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep.

In de aanmaningsbrief zegt de Commissie ook te vrezen dat de onafhankelijkheid van de Poolse rechtbanken wordt ondermijnd omdat de minister van Justitie de discretionaire bevoegdheid krijgt om het mandaat van rechters die de pensioenleeftijd hebben bereikt, te verlengen en om de voorzitters van rechtbanken te ontslaan of aan te stellen (zie artikel 19, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), in combinatie met artikel 47 van het EU-Handvest van de grondrechten).

De nieuwe regels geven de minister van Justitie de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op individuele gewone rechters, met name omdat de criteria voor de verlenging van hun mandaat vaag zijn. Dit ondermijnt het beginsel dat rechters niet uit hun functie kunnen worden ontheven. De wet verlaagt de pensioenleeftijd van rechters, maar geeft de minister van Justitie de mogelijkheid om hun mandaat te verlengen tot tien jaar voor vrouwelijke rechters en tot vijf jaar voor mannelijke rechters.

Er is ook geen termijn vastgesteld binnen dewelke de minister van Justitie een besluit over de verlenging van het mandaat moet nemen, waardoor hij invloed kan blijven uitoefenen over de betrokken rechters gedurende de resterende termijn van hun mandaat.

Eerste vicevoorzitter Frans Timmermans heeft gisteren een brief naar de Poolse minister van Buitenlandse zaken gestuurd waarin hij hem en de Poolse minister van Justitie nogmaals uitnodigt zo snel mogelijk in Brussel bijeen te komen om de dialoog nieuw leven in te blazen. Zoals hij zei in het kader van de dialoog over de rechtsstaat: "De Commissie blijft de Poolse autoriteiten de hand reiken, in de hoop een constructieve dialoog op gang te brengen."

Volgende stappen

In de aanmaningsbrief vraagt de Commissie de Poolse regering om binnen één maand te antwoorden. Na het antwoord van Polen te hebben bestudeerd, of indien binnen de vastgestelde termijn geen antwoord is ontvangen, kan de Commissie een met redenen omkleed advies uitbrengen, de tweede fase van de inbreukprocedure.

Achtergrond

Op woensdag 26 juli heeft het college van Commissieleden besloten deze inbreukprocedure in te leiden zodra de wet inzake de gewone rechtbanken werd gepubliceerd, wat op 28 juli is gebeurd.

De inbreukprocedure vormt een aanvulling op de lopende dialoog inzake de rechtsstaat, die in januari 2016 door de Commissie op gang is gebracht, en de aanvullende aanbeveling inzake de rechtsstaat van 26 juli. De rechtsstaat is een van de gemeenschappelijke waarden waarop de Europese Unie is gegrondvest. Dit is neergelegd in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Op grond van de Verdragen draagt de Europese Commissie, samen met het Europees Parlement en de Raad, de verantwoordelijk ervoor te zorgen dat de rechtsstaat als een fundamentele waarde van onze Unie wordt geëerbiedigd en dat het recht, de waarden en de beginselen van de EU in acht worden genomen. Gebeurtenissen in Polen hebben de Europese Commissie ertoe gebracht om in januari 2016 een dialoog met de Poolse regering aan te gaan in de context van het EU-kader voor de rechtsstaat. Het op 11 maart 2014 door de Commissie geïntroduceerde kader kent drie fasen (zie grafiek in bijlage 1). Het volledige proces is gebaseerd op een voortdurende dialoog tussen de Commissie en de betrokken lidstaat. De Commissie houdt het Europees Parlement en de Raad met regelmaat en nauwkeurig op de hoogte.

Bijlage I - Het EU-kader voor de rechtsstaat

13
Bron: Europese Commissie: Rapid persberichten

Bijlage II - Artikel 7 Verdrag betreffende de Europese Unie

  • 1. 
    Op een met redenen omkleed voorstel van een derde van de lidstaten, het Europees Parlement of de Europese Commissie kan de Raad, na goedkeuring van het Europees Parlement, met een meerderheid van vier vijfden van zijn leden constateren dat er duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending van in artikel 2, bedoelde waarden door een lidstaat. Alvorens die constatering te doen, hoort de Raad de betrokken lidstaat en kan hij die lidstaat volgens dezelfde procedure aanbevelingen doen.

De Raad gaat regelmatig na of de redenen die tot zijn constatering hebben geleid nog bestaan.

  • 2. 
    De Europese Raad kan met eenparigheid van stemmen, op voorstel van een derde van de lidstaten of van de Europese Commissie, en na goedkeuring van het Europees Parlement, een ernstige en voortdurende schending van de in artikel 2 bedoelde waarden door een lidstaat constateren, na de lidstaat in kwestie om opmerkingen te hebben verzocht.
  • 3. 
    Wanneer de in lid 2 bedoelde constatering is gedaan, kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten tot schorsing van bepaalde rechten die uit de toepassing van de Verdragen op de lidstaat in kwestie voortvloeien, met inbegrip van de stemrechten van de vertegenwoordiger van de regering van die lidstaat in de Raad. De Raad houdt daarbij rekening met de mogelijke gevolgen van een dergelijke schorsing voor de rechten en verplichtingen van natuurlijke en rechtspersonen.

De verplichtingen van de lidstaat in kwestie uit hoofde van de Verdragen blijven in ieder geval verbindend voor die lidstaat.

  • 4. 
    De Raad kan naderhand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten om krachtens lid 3 genomen maatregelen te wijzigen of in te trekken in verband met wijzigingen in de toestand die tot het opleggen van de maatregelen heeft geleid.
  • 5. 
    De stemprocedures die in het kader van dit artikel gelden voor het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad worden vastgesteld in artikel 354 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

IP/17/2205

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail