III Het Koninkrijk Holland en de inlijving in het Franse keizerrijk (1806-1813)

Achtergrondinformatie bij het derde hoofdstuk van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

De periode

Koninkrijk Holland (1806-1810)

Na het eenhoofdige bestuur van raadpensionaris Schimmelpenninck, waarover keizer Napoleon niet tevreden is, benoemt hij in 1806 zijn broer Lodewijk tot koning. Door het koningschap wordt Nederland nog meer dan in de voorgaande vijf jaren een vazalstaat van het Franse keizerrijk.

2.

Instellingen

Staatsraad 1806-1810

De Staatsraad was het advieslichaam van koning Lodewijk Napoleon. Zij was de voortzetting van de Staatsraad uit 1805. De Staatsraad adviseerde over alle wetsvoorstellen en over andere bestuursaangelegenheden. Alle wetsvoorstellen moesten voor advies eerst aan de Staatsraad worden gezonden, voordat ze behandeld werden in het Wetgevend Lichaam.

Wetgevend Lichaam 1806-1810

Na het decreet van 5 juni 1806 en een tussen Frankrijk en de Bataafse Republiek gesloten verdrag werd het Koninkrijk Holland in het leven geroepen, met aan het hoofd koning Lodewijk Napoleon. Op grond van een grondwet werd wederom een Wetgevend Lichaam ingesteld, dat echter een vrij zwakke positie had en weinig vergaderde.

3.

Personen

(Z.M.) koning Louis Napoleon Bonaparte

Broer van keizer Napoleon die in 1806-1810, tijdens de Franse overheersing van grote delen van Europa, de eerste koning van de eenheidstaat Nederland was. Doordat hij zijn medeleven betuigde bij rampen als de kruitramp in Leiden (1807) en de overstromingen in het rivierengebied (1809) verwierf hij een zekere populariteit bij de bevolking. Zette zich meer in voor de Nederlandse belangen dan zijn broer wenselijk achtte en abdiceerde ten gunste van zijn zoontje. Was nogal wispelturig. Na zijn aftreden in ballingschap in Bohemen en Italië.

I.J.A. (Alexander) Gogel

De belangrijkste en bekwaamste minister uit de Bataafs-Franse tijd. Was voor zijn ministerschap eigenaar van een handelshuis in Amsterdam. Kreeg in 1798 bestuursfuncties tijdens het radicale bewind en behield die onder latere, gematigder regeringen. Ontwierp als minister van Financiën het eerste landelijke (uniforme) belastingstelsel, dat in 1806 werd ingevoerd. Wist daardoor de inkomsten van het rijk sterk te laten toenemen. Stond in hoog aanzien bij Napoleon en diende onder hem als minister tijdens de inlijving door Frankrijk. Na het herstel van de onafhankelijkheid was zijn rol nagenoeg uitgespeeld en keerde hij terug naar de nijverheid.

C.F. (Felix) van Maanen

Belangrijkste minister onder Willem I. Begon zijn bestuurlijke loopbaan tijdens de Bataafse tijd en was minister van Justitie en Politie onder Lodewijk Napoleon. Maakte deel uit van de Grondwetscommissies in 1814 en 1815. Had een groot aandeel in de totstandkoming van de codificatie van het recht in wetboeken. Aanvankelijk tamelijk verlicht en voorstander van openbare Kamervergaderingen. Onder Willem I speelde hij echter een belangrijke rol bij het tegengaan van oppositie, onder andere door maatregelen om de persvrijheid te beperken. Tegenstander van de invoering van ministeriële verantwoordelijkheid en voorstander van het regeren bij besluit. Willem II verving hem door de liberalere Van Hall.

W.F. baron Röell

Orangistisch Amsterdams regent. Trouw en bescheiden dienaar van Lodewijk Napoleon, die hem aanvankelijk zeer toegenegen was. Was onder meer minister van Buitenlandse Zaken. In 1813 lid van de commissie die de Grondwet ontwierp. Vervulde ook onder Willem I een ministerspost, maar werd in 1817 weggepromoveerd naar de Eerste Kamer. Werd door tijdgenoten omschreven als een bescheiden, toegewijd en bekwaam bestuurder. Gehuwd met Sara Hop, dochter van een rijke Amsterdamse regent.


Meer over