ERK: investeringen Structuurfondsen en Cohesiefonds in vervoersinfrastructuur zeehavens voor 11 van 27 projecten doeltreffend

Luxemburg, 25 april 2012

Speciaal verslag: ERK constateert dat de investeringen door de Structuurfondsen en het Cohesiefonds in de vervoersinfrastructuur in zeehavens slechts voor 11 van de 27 projecten doeltreffend waren

De Europese Rekenkamer (ERK) concludeerde in haar speciaal verslag (nr. 4/2012) dat slechts 11 van de 27 gecontroleerde vervoersinfrastructuurprojecten in zeehavens die in de programmeringsperiode 2000‑2006 door de Structuurfondsen en het Cohesiefonds werden gecofinancierd, doeltreffend waren. Bovendien had een derde van de gecontroleerde projecten doelstellingen die geen betrekking hadden op vervoer. Naast ondoeltreffende projecten trof de Rekenkamer enkele projecten aan die niet in gebruik waren, en vier omvangrijke projecten, met een waarde van 70,8 % van het totaal gecontroleerde bedrag, waren ten tijde van de controle niet afgerond. Van de 23 afgeronde projecten waren er 11 op tijd afgerond, maar de 12 andere afgeronde projecten kenden een gemiddelde bouwvertraging van 26 maanden. Bovendien hebben vijf van de afgeronde projecten, die samen bijna de helft van de gecontroleerde bedragen vertegenwoordigen, nog aanzienlijke bijkomende investeringen nodig voordat ze doeltreffend gebruikt kunnen worden.

De ERK doet een aantal aanbevelingen aan de Commissie teneinde de doeltreffendheid van de investeringen in zeehavens te vergroten. De Commissie dient:

  • de lidstaten te herinneren aan hun verplichting om EU-subsidies te gebruiken op een manier die overeenkomt met de normen voor goed financieel beheer. Hiertoe zou de Commissie gepaste begeleiding moeten verlenen en de in de lidstaten aangetroffen beste praktijken moeten verspreiden, en in het bijzonder het systematische gebruik van resultaat‑ en impactindicatoren door de beheersautoriteiten moeten aanmoedigen;
  • het principe te introduceren dat het krijgen van EU‑subsidie afhankelijk moet zijn van het behalen van de geplande resultaten, en te waarborgen dat de afgelegde bezoeken ter plaatse tevens gericht zijn op kwesties inzake de doeltreffendheid; de beoordelingsprocedure voor grote projecten en Cohesiefondsprojecten te versterken ter verbetering van de ontdekking van ernstige tekortkomingen en de ontplooiing van de juiste maatregelen om deze te verhelpen;
  • de steun krachtens het Cohesiebeleid voor zeehaveninfrastructuren de komende tijd te laten afhangen van het bestaan van een alomvattend havenontwikkelingsplan voor de lange termijn (gebaseerd op een beoordeling van behoeften) voor alle havens in de betrokken regio.

Achtergrond: De ERK controleerde de investeringen van de Structuurfondsen en het Cohesiefonds in de vervoersinfrastructuur in zeehavens om te beoordelen of gecofinancierde projecten in de periode 2000‑2006 - de doelstellingen en output van 27 door het EFRO en het Cohesiefonds gesteunde projecten onder de rubriek ‘vervoersinfrastructuren’ - doeltreffend waren. Ze onderzocht de wijze waarop de lidstaten deze uitgaven hadden beheerd en de Commissie toezicht had gehouden op het proces.

Maritiem vervoer is de op een na belangrijkste vorm van vervoer binnen de EU; de meeste vracht wordt nog steeds over de weg vervoerd. Tussen 2000 en 2006 werd 2,8 miljard euro uit de Structuurfondsen en het Cohesiefonds toegekend aan zeehaveninfrastructuren. Aan vier landen werd 85,5 % van het totaal uit te geven bedrag toegekend. Voor de financieringsperiode 2007‑2013 werd nog eens 3,4 miljard euro toegekend aan zeehaveninvesteringen.