De trouw van Ruth

8 april 2011, column J.Th.J. van den Berg

Het oudtestamentische boek Ruth verhaalt van een vrouw die niet eigen verlangens en welvaart vooropstelt, maar de trouw aan wie haar is toegewezen. Die trouw wordt met overtuiging en ijver betoond. Zij wordt uiteindelijk beloond. Ruth, krijgt aan het eind van het verhaal de kwalificatie van haar familie: 'schoondochter (...) dewelke U beter is dan zeven zonen'. Die trouw, zo is te lezen, is geen zaak van kritiekloos volgen maar van een bewuste en zelfs tegendraadse beslissing. Het boek Ruth is een klein literair monument voor de trouw.

Het ziet ernaar uit dat Ruth Peetoom haar naam bereid is eer aan te doen. Zij heeft blijkbaar gezien hoe slecht haar politieke beweging eraan toe is. Zij kent haar partij lang en grondig genoeg om te weten wat eraan mankeert. Als zij dat nog niet helemaal door had, heeft zij dat als vicevoorzitter van de commissie-Frissen, die de nederlaag van het CDA bij de Kamerverkiezingen heeft onderzocht, kunnen achterhalen. Zij heeft een mooi en maatschappelijk veilig ambt als stadspredikant in de Utrechtse Nikolaikerk opgegeven en is de strijd aangegaan om het voorzitterschap van het CDA. Zij heeft daartoe ambitieus en intensief campagne gevoerd. Daardoor is zij van een relatief onbekende 'mevrouw' de met vlag en wimpel triomferende voorzitter geworden.

Wie echte politieke ambities heeft en daarin carrière zoekt, kan beter geen partijvoorzitter worden. In bijna elke traditionele partij in Nederland is dat een tamelijk ondankbare en riskante functie. De weg van de politieke historie ligt bezaaid met 'gesneuvelde voorzitters', zowel van het CDA (Van Rij, Van Heeswijk) als van de PvdA (Sint, Van Hees, Van Hulten) en de VVD (Ginjaar, Van Zanen).

In kennis en inzicht loopt de voorzitter altijd noodgedwongen achter bij de professionals, zoals ministers en Kamerleden, en de toegang tot de media is aanzienlijk beperkter, tenzij je enorme bonje maakt. De eerste taak is de organisatie op orde te houden en zo mogelijk het aantal leden te vergroten. De tweede is om die organisatie ook actief te houden, er een hechte band mee te ontwikkelen en haar tot een levendig meedoend gezelschap te stimuleren.

De partijvoorzitter ontleent haar of zijn macht aan de mate waarin de rank and file van de partij in haar of hem gelooft. Dat betekent dat de voorzitter op beslissende ogenblikken en zorgvuldig getimed laat horen dat de professionals het niet helemaal voor het zeggen hebben. De belangrijkste en tegelijk meest riskante taak is de selectie van de nieuwe politieke leidsman of vrouw. De rol van de voorzitter is daarin beslissend.

Allemaal taken die belangrijk zijn en soms meer dan dat. Taken tevens die het best enigszins op de achtergrond kunnen worden uitgeoefend, totdat je op dat ene beslissende moment echt zichtbaar moet zijn. Essentieel is dus niet zozeer een grote geldingsdrang (al kan het evenmin zonder), maar een grote en tegelijk kritische trouw aan de partij en haar leden. Die hebben meer aan de bijbelse trouw van die ene 'schoondochter' dan aan genoemde 'zeven' ambitieuze 'zonen'. Een predikante als voorzitter heeft minder aan haar retorische vermogens dan aan haar pastorale ervaring.

Als het aan de huidige politieke leiding van het CDA in Den Haag ligt, blijft de interne kritiek achter het kamerscherm. Zoals Trouw vicepremier Verhagen citeerde: 'Elkaar stevig de waarheid zeggen kan altijd, maar wel in de kleedkamer. Op het veld staan we schouder aan schouder, vormen we een eenheid en komen we voor elkaar op.' Dat, terwijl ieder met enige ervaring in de partijpolitiek weet, dat voor elkaar opkomen erbij hoort, maar dat als de waarheid niet buiten de kleedkamer mag worden gesproken het daarbinnen weldra ook niet meer mag. Er in elk geval niet wordt geluisterd.

Het vuurrood waarin Ruth Peetoom haar voorzitterschap heeft aanvaard zal geen linkse demonstratie zijn geweest, maar eerder een verwijzing naar de 'vurige tongen' van Pinksteren, wanneer in de liturgie rood wordt gedragen. Aan vurige taal is in het CDA (en daar niet alleen) sterke behoefte.

In de katholieke liturgie geldt het rood overigens ook voor de feestdagen van heilige martelaren...



Andere recente columns