Mislukking WTO-top heeft ook voordelen

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op maandag 11 augustus 2008.
Auteur: Laurens Nijzink

Het recente mislukken van de WTO-top betekent niet het einde van de onderhandelingen. Op initiatief van de Braziliaanse president Lula da Silva worden de onderhandelingen achter de schermen voortgezet. Maar niet alle economieën zijn gebaat bij het slagen van de onderhandelingen.

Eric Smaling, hoogleraar duurzame landbouw, vindt dat mondiale vrijhandel slecht rijmt met succesvolle landbouw, vooral in ontwikkelingslanden. Landen die nu ontwikkeld zijn, hebben volgens Smaling altijd eerst een beschermde markt gehad, vooral voor landbouwproducten.

Nu wordt met name Afrika gedwongen markten te openen terwijl die nog onvoldoende ontwikkeld zijn. Een aanzienlijk aantal Afrikaanse landen kan - behalve door het Westen - ook door opkomende economieën als India en Brazilië uit de markt worden gedrukt. Een gedifferentieerde aanpak lijkt daarom noodzakelijk. Smaling stelt dat regionale economische blokken zich eerst intern moeten ontwikkelen, zoals ook Europa zich in de vorige eeuw heeft ontwikkeld.

Duur

Maar dit regionale model staat in schril contrast met de wereldwijde pogingen om tot één handelsakkoord te komen. Europees commissaris voor Handel, Peter Mandelson, stelt dat de wereldeconomie een impuls van tenminste 100 miljard misloopt door het mislukken van de WTO-onderhandelingen. Een groot deel hiervan zou volgens hem ten bate komen van ontwikkelingslanden.

Smaling kent die geluiden: "Dat soort bedragen heb ik ook gehoord. Maar uit mijn analyse maak ik toch op dat vooral de kleinere ontwikkelingslanden hier geen baat bij hebben. Opkomende landen met een grote interne markt zoals India, Brazilië en China, zullen profiteren van het neerhalen van tariefbarrières in Amerika en Europa."

Impuls

Maar niet alle vertegenwoordigers van kleinere ontwikkelingslanden zijn het hiermee eens. De minister van Handel van het West-Afrikaanse Burkina Faso kon zijn woede amper verbergen na het mislukken van de WTO-top. Voor Burkina Faso - samen met nog een paar West-Afrikaanse landen - is katoen de witte motor van hun economie. Verlaging van Amerikaanse en Europese importtarieven voor katoen zou een enorme impuls voor hun economie betekenen.

Het is duidelijk dat er niet één soort ontwikkelingsland bestaat. Zelfs binnen Afrika zijn de verschillen groot. Het ene land is meer gebaat bij het stimuleren van de export, zoals katoenproducerende landen. Andere landen zijn meer gebaat bij afscherming van de landbouw. Eén recept voor landbouwontwikkeling is daarom moeilijk te geven. Een spoedig overkoepelend handelsakkoord voor alle landen lijkt dan ook onwaarschijnlijk, de inspanningen van Brazilië ten spijt.


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa