Staatssteun: de Commissie keurt de regionale- steunkaart 2007-2013 voor Nederland goed

De Europese Commissie heeft op grond van de staatssteunregels van het EG-Verdrag de regionale-steunkaart voor Nederland voor de periode 2007-2013 goedgekeurd. Dit besluit maakt deel uit van een omvattender evaluatie van de regionale steunregelingen van alle lidstaten in het licht van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen (zie IP/05/1653 en MEMO/05/491 ) welke in december 2005 zijn aangenomen. Deze nieuwe richtsnoeren beogen regionale steun te concentreren op de gebieden met de grootste achterstand in de uitgebreide EU, en deze steun aan te wenden om het concurrentievermogen te verbeteren en een vlotte overgang te bewerkstelligen. De steunkaarten van 25 andere lidstaten zijn reeds door de Commissie goedgekeurd (zie IP/06/1176 , IP/06/1393 , IP/06/1451 , IP/06/1528 , IP/06/1871 , IP/07/79 , IP/07/153 , IP/07/211 en IP/07/290 ).

Het voor concurrentie verantwoordelijke lid van de Commissie, Neelie Kroes, verklaarde: "De goedgekeurde kaart ondersteunt ons cohesiebeleid en draagt bij tot de doelstelling van het actieplan staatssteun inzake minder en beter gerichte steun. Nederland kan thans zijn regionale ontwikkelingsstrategie voor 2007-2013 ten uitvoer leggen."

Een regionale-steunkaart geeft aan welke regio's van een lidstaat in aanmerking komen voor regionale investeringssteun voor grote ondernemingen ingevolge de staatssteunregels van het EG-Verdrag, en bepaalt het toegestane maximumniveau van deze steun in de in aanmerking komende regio's. De vaststelling van een regionale-steunkaart is een voorwaarde om de continuïteit van het regionaal beleid en de programma's van de structuurfondsen vanaf januari 2007 te verzekeren, omdat de geldigheid van alle voorgaande steunkaarten op 31.12.2006 is verlopen.

De enige lidstaat van de EU waarvan de regionale-steunkaart voor de periode 2007-2013 nog niet is goedgekeurd, is Italië. Italië heeft zijn regionale steunkaart op 12 juni 2007 ingediend en de Commissie onderwerpt deze thans aan een onderzoek. Italië kan geen regionale steun op zijn grondgebied toekennen voordat deze nieuwe steunkaart door de Commissie is goedgekeurd.

Krachtens artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag zijn steunmaatregelen ter bevordering van de economische ontwikkeling van streken waarin de levensstandaard abnormaal laag is of waar een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst, toegestaan. In de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen worden deze regio's gedefinieerd als gebieden waar het BBP per inwoner minder dan 75% van het communautaire gemiddelde bedraagt.

Volgens artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag zijn steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken eveneens toegestaan, mits de handelsvoorwaarden hierdoor niet worden geschaad. In de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen worden deze regio's omschreven als gebieden die achterstand hebben ten opzichte van het nationale gemiddelde in de betrokken lidstaat. Aangezien deze regio's een minder grote achterstand hebben dan die welke onder artikel 87, lid 3, onder a), vallen, zijn de geografische reikwijdte en de steunintensiteit in dit geval strikt beperkt.

In de periode 2007-2013, en overeenkomstig bovengenoemde beginselen, zal 7,5% van de Nederlandse bevolking in aanmerking komen voor regionale steun ingevolge artikel 87, lid 3, onder c), met een maximale steunintensiteit van 15% of 10%.

In de periode 2007-2008 komt 2,4% van de Nederlandse bevolking voor steun in aanmerking ingevolge artikel 87, lid 3, onder c), met een maximale steunintensiteit van 10%. Binnenkort zal informatie over de goedgekeurde steunkaart worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de EU. Een niet-officiële versie van het besluit zal, ter informatie, in de werktaal op de website van de Commissie worden geplaatst.

http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/regional_aid/regional_aid.html

Voor nadere bijzonderheden betreffende de goedgekeurde steunkaart, zie MEMO/07/264 .