Kwijting 2004 Europees Parlement

Het Parlement verleent kwijting voor de uitvoering van de begroting 2004. In een begeleidende resolutie gaat het EP onder meer in op de perikelen met de stad Straatsburg met betrekking tot de gebouwen van het EP en op het aanvullend pensioenfonds voor de leden.

De gebouwen Winston Churchill en Salvador de Madariaga

In het voorjaar heeft het Parlement de kwijtingverlening uitgesteld omdat toen pas bekend was geworden dat de stad Straatsburg, waar het EP huur aan betaalt voor de gebouwen WIC en SDM, de huur niet in zijn geheel doorbetaalt aan de eigenaar van de gebouwen, het onderdeel van een Nederlands pensioenfonds SCI Erasme, maar een deel van de huur zelf houdt. Dit was het EP niet bekend.

Het Parlement betreurt ten zeerste dat zijn verzoeken om alle relevante documentatie aan SCI Erasme niet werden ingewilligd. Volgens het Parlement is er een aanzienlijk onderscheid tussen enerzijds de huur die het EP voor het gebruik van de gebouwen WIC en SDM aan de stad Straatsburg betaalt en anderzijds de maandelijkse terugbetalingen van de stad Straatsburg aan de particuliere investeerder. Volgens berekeningen bedragen de meerbetalingen gedurende de 25 jaar looptijd van het huurcontract ten minste € 32 mln.

Hoewel er volgens het EP geen aanwijzingen lijken te zijn dat er bij de sluiting en het beheer van de huurcontracten en aanvullende overeenkomsten sprake is geweest van onwettige handelingen, zijn er niettemin twijfels over de vraag of het beginsel van "verantwoord financieel beheer" volledig geëerbiedigd is. Het Parlement noemt de wijze van opereren van de stad Straatsburg "op zijn minst onelegant" en "in tegenspraak met de normale gastvrijheid tegenover internationale instellingen." Het EP spreekt in dat verband van een geschade vertrouwensrelatie tussen de stad en het Parlement.

Het Parlement verzoekt het Bureau na te gaan of het naar billijkheid mogelijk is de stad Straatsburg voor het eerste halfjaar 2006 eerst uitsluitend een huur toe te wijzen waarbij het voor de stad mogelijk is de terugbetaling aan SCI-Erasme te dekken, maar niet de gehele huur.

Het vrijwillig pensioenfonds voor de leden

Het EP constateert dat in november 2005 475 leden deelnamen in het aanvullende pensioenfonds. Zij betaalden een maandelijkse bijdrage - van de algemene kostenvergoeding - van € 948 (1/3). Het Parlement betaalde maandelijks € 1.896 (2/3). Voor de vrijwillige pensioenregeling werd in 2004 een bedrag van € 10,3 mln in de begroting opgenomen (82). Het Parlement constateert dat een EP-lid vanaf de leeftijd van 60 jaar en na slechts vijf jaar premiebetaling vanaf januari 2005 een maandelijks pensioen van € 1.276 kan ontvangen.

De volksvertegenwoordiging vindt dat de bijdragen van de leden aan de vrijwillige pensioenregeling rechtstreeks uit persoonlijke inkomsten dienen te worden betaald en niet via de parlementaire vergoeding. Inhouding van de bijdragen aan de pensioenregeling op de algemene onkostenvergoeding stelt de leden immers bloot aan beweringen dat openbare middelen kunnen worden gebruikt om de kosten van particuliere pensioenbijdragen te dekken. Ten slotte constateert het EP dat na de inwerkingtreding van het Statuut van de leden van het Europees Parlement in 2009 europarlementariërs niet meer lid van het vrijwillig pensioenfonds kunnen zijn.

Procedure: Kwijting / Debat: 25 september 2006 / Stemming: 26 september 2006 / Verslag aangenomen (535-45-51)