Artikel 4: Gezamenlijk economisch en monetair beleid

3
Artikel 4
5
  • 2. 
    Gelijktijdig daarmee omvat dit optreden, onder de voorwaarden en volgens het tijdschema en de procedures waarin dit Verdrag voorziet, de onherroepelijke vaststelling van wisselkoersen, leidend tot de invoering van één munt, de Ecu, alsmede het bepalen en voeren van één monetair en wisselkoersbeleid, beide met als hoofddoel het handhaven van prijsstabiliteit en, onverminderd deze doelstelling, het ondersteunen van het algemene economische beleid in de Gemeenschap, met inachtneming van het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging.
  • 3. 
    Dit optreden van de lidstaten en van de Gemeenschap impliceert de naleving van de volgende grondbeginselen: stabiele prijzen, gezonde overheidsfinanciën en monetaire condities en een houdbare betalingsbalans.

1.

Ontwikkeling artikel

1957
  • 1. 
    De Lid-Staten coördineren, in nauwe samenwerking met de instellingen van de Gemeenschap, hun economisch beleid in de mate waarin dit ter bereiking van de doelstellingen van dit Verdrag noodzakelijk is.
  • 2. 
    De instellingen van de Gemeenschap waken ervoor dat de interne en externe financiële stabiliteit der Lid-Staten niet in gevaar wordt gebracht.
2002
  • 2. 
    Gelijktijdig daarmee omvat dit optreden, onder de voorwaarden en volgens het tijdschema en de procedures waarin dit Verdrag voorziet, de onherroepelijke vaststelling van wisselkoersen, leidend tot de invoering van één munt, de Ecu, alsmede het bepalen en voeren van één monetair en wisselkoersbeleid, beide met als hoofddoel het handhaven van prijsstabiliteit en, onverminderd deze doelstelling, het ondersteunen van het algemene economische beleid in de Gemeenschap, met inachtneming van het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging.
  • 3. 
    Dit optreden van de lidstaten en van de Gemeenschap impliceert de naleving van de volgende grondbeginselen: stabiele prijzen, gezonde overheidsfinanciën en monetaire condities en een houdbare betalingsbalans.