Debat in EP over rapport-Swiebel inzake naleving grondrechten in de Europese Unie (2001)

maandag 13 januari 2003, Situatie van de grondrechten in de Europese Unie

Joke SWIEBEL (PES, NL)

Situatie van de grondrechten in de Europese Unie (2001)

Doc.: A5-0451/2002

Procedure : Initiatief

Debat : 13 januari 2003

Stemming : 14 januari 2003

In haar rapport over de naleving van de grondrechten in de EU in het jaar 2001 stelt Joke SWIEBEL (PES, NL) met zorg vast dat al jaren in vrijwel alle lidstaten sprake is van "misdragingen van politie en andere ordehandhavers en wantoestanden op politiebureaus en in gevangenissen". Daarnaast constateert zij tekortkomingen in de rechtspleging, diverse vormen van discriminatie, alsook problemen op sociaal gebied, ook bij de uitvoering van het Handvest van Grondrechten. Lidstaten die volgens Swiebel tekort hebben geschoten bij de bescherming van de grondrechten, worden bij naam genoemd.

In het jaarlijks terugkerende rapport, dat door de commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken met 25 stemmen voor, 20 stemmen tegen en 2 onthoudingen werd aangenomen, uit Swiebel onder het kopje discriminatie met name kritiek op de behandeling van Roma, onder meer de manier waarop zij in Italië en Griekenland worden gehuisvest.

Aan alle lidstaten wordt een oproep gedaan om de minderheden binnen hun grenzen te erkennen en de rechten te waarborgen waarop minderheden op grond van tal van internationale verdragen aanspraak kunnen maken. Ten aanzien van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen wordt Frankrijk gemaand het verschil in huwbare leeftijd af te schaffen en worden alle lidstaten aangespoord effectievere maatregelen te nemen tegen verkrachtingen binnen het huwelijk. Verder moeten de lidstaten zich meer inzetten voor een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen bij verkiezingen en ervoor zorgen dat gehandicapten daadwerkelijk gebruik kunnen maken van het recht om aan alle aspecten van het verkiezingsproces deel te nemen.

Goed nieuws is er ook. Swiebel is tevreden dat Oostenrijk artikel 209 van het wetboek van strafrecht heeft ingetrokken, waarmee een eind komt aan de discriminatie daar op grond van seksuele geaardheid. Daarnaast doet de rapporteur een beroep op alle lidstaten om het huwelijk open te stellen voor homoseksuele stellen en ongehuwde partnerschappen op gelijke voet te stellen met huwelijken.

Op het punt van de rechtspleging maakt de rapporteur zich zorgen over het grote aantal ernstige inbreuken die door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zijn geconstateerd waar het gaat om het recht op een eerlijk proces, de toegang tot de rechter, het recht om in het openbaar gehoord te worden, het beginsel van de contradictoire procesvoering, het recht op een redelijke termijn, het recht op een onpartijdige en onafhankelijke rechter, het recht van verdediging, het vermoeden van onschuld en het recht om niet twee keer voor hetzelfde delict te worden berecht of gestraft. Swiebel doet een dringend beroep op de Raad om een kaderbesluit aan te nemen over gemeenschappelijke normen voor het procesrecht.

België wordt hier genoemd wegens schendingen van het recht op toegang tot de rechter in het algemeen en op een onpartijdige en onafhankelijke rechter bij strafprocessen, en van het recht op verdediging. Ook wordt België genoemd als een van de landen waar een klimaat van straffeloosheid aan het ontstaan is en waar misdragingen en geweldsmisbruik door politie- en gevangenispersoneel - vooral jegens asielzoekers, vluchtelingen en etnische minderheden - niet met adequate strafsancties worden gecorrigeerd.

Zorgen zijn er ook over het belangrijke aantal inbreuken op de sociale rechten. Zo heeft het Comité van Ministers van de Raad van Europa 56 gevallen overtredingen op het gebied van de kinderarbeid, de bescherming van jonge moeders en de toegang van niet-EU-burgers tot de arbeidsmarkt vastgesteld.

Hoewel de rapporteur terrorisme zonder voorbehoud verwerpt en veroordeelt, maakt zij zich ook zorgen over de negatieve gevolgen van anti-terroristische maatregelen voor de mensenrechten. Anti-terroristische wetgeving zou daarom slechts een beperkte geldigheidsduur moeten hebben.

Op het gebied van vreemdelingenbeleid worden de lidstaten aangespoord om tot een gemeenschappelijk asielbeleid te komen en een ambitieus integratiebeleid te voeren. Daarnaast zou de status van mensen zonder papieren maar met belangrijke banden met het gastland geregulariseerd moeten worden, moeten de procedures voor het verwerven van de nationaliteit van het gastland of van een dubbele nationaliteit soepeler worden, moet er effectiever worden opgetreden tegen illegale immigratie, moet de detentie van asielzoekers worden beperkt tot uitzonderlijke gevallen en tot een korte periode en moet worden vastgehouden aan het beginsel van non-refoulement.

Met betrekking tot het burgerschap van de EU doet Swiebel een beroep op alle lidstaten om de Europese Conventie over de deelname van buitenlanders aan het openbare leven op plaatselijk niveau toe te passen en het actief en passief kiesrecht op plaatselijk en Europees niveau toe te kennen aan alle derdelanders die ten minste drie jaar legaal in de EU verblijven.

Andere problemen die in het rapport worden gesignaleerd, zijn de handel in mensen voor prostitutie of arbeidsuitbuiting, restricties aan de vrijheid en onafhankelijkheid van journalisten, restricties aan demonstraties tijdens Europese toppen en het verbod voor vrouwen om de berg Athos te betreden.

België en Nederland worden specifiek aangespoord om het kaderverdrag van de Raad van Europa over nationale minderheden te ratificeren, evenals het VN-verdrag over internationale georganiseerde misdaad, het verdrag van de Raad van Europa over grensoverschrijdende televisie, het herziene Europees Sociaal Handvest en de Europese Verdragen over de adoptie van kinderen, de wettelijke status van buiten het huwelijk geboren kinderen en de uitoefening van de rechten van kinderen.

Verder zou Nederland nog het VN-Vrouwenverdrag moeten naleven en de uitsluiting van vrouwen van het lidmaatschap van politieke partijen effectief moeten tegengaan en een einde moeten maken en de nog resterende seksediscriminatie in het naamrecht. Ook moet Nederland het VN-protocol over de inzet van kinderen in gewapende conflicten ratificeren.

België wordt gemaand het Europees Handvest voor Spreektalen of talen van minderheden te ondertekenen, het Europees Verdrag inzake nationaliteit te ratificeren, evenals het VN-verdrag ter voorkoming van terroristische bomaanslagen en het VN-verdrag voor het tegengaan van de financiering van terrorisme, het facultatieve protocol bij het VN-verdrag over de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en het verdrag over arbeidsrevalidatie en werkgelegenheid voor gehandicapten.

Debat

De rapporteur

Joke SWIEBEL (PES, NL) zegt dat het jaarrapport ieder jaar voor veel meningsverschillen en verwarring zorgt. Geen enkel parlementslid stemt graag in met kritiek op het eigen land. Men moet zich echter losmaken van de nationale prioriteiten. Het was in het verleden niet altijd duidelijk welke schendingen onder het rapport moesten worden gebracht. Het was een goed idee om het Handvest van de Grondrechten te gebruiken. Het handvest is echter een politiek en geen juridisch instrument. Dat neemt niet weg dat voor een aantal mensenrechtenschendingen wel bindende verdragen bestaan. Het Parlement moet eerlijk naar zichzelf durven kijken. Er worden steeds resoluties afgekondigd om schendingen elders te veroordelen. Het is tijd de hand in eigen boezem te steken. Het rapport doet niet alleen aanbevelingen aan de lidstaten, maar ook aan de Commissie en aan de Raad, die schittert door afwezigheid.

Wat de inhoud van het rapport betreft, kan men zeggen dat de burgerlijke vrijheden in de strijd tegen het terrorisme in het gedrang komen. Daarnaast moet het probleem van misstanden in detentie aan de kaak worden gesteld. Wil de Commissie daartegen in gaan? Ten derde, racisme is nog wijdverbreid. Wil de Commissie voorop lopen met de bestrijding ervan? Voorts blijkt er sprake te zijn van een wijdverbreide schending van de ILO-standaarden en het Handvest. De in een amendement ingediende alternatieve ontwerpresolutie werkt op de lachspieren. Wie dat amendement steunt, sluit de ogen voor de werkelijkheid.

De Commissie

Commissaris Antonio VITORINO spreekt van een panorama dat het rapport biedt. Vitorino verwijst naar de noodzaak om een beleid te voeren tegen discriminatie en de noodzaak om integratie in de Europese samenleving te bevorderen. Het jaarverslag is een belangrijk instrument om te zorgen voor de naleving van de grondrechten. De Commissie heeft belang bij het verslag. Van de Commissie worden een aantal maatregelen verwacht.

De aanbevelingen die het EP zal doen, zullen zorgvuldig worden bestudeerd en zullen gevolg krijgen. In het vorige verslag pleitte het Parlement voor een adequaat systeem om de toepassing van de grondrechten te toetsen. Dat heeft geleid tot de oprichting van een netwerk van deskundigen. Dit netwerk moet goed functioneren voordat meer complexe maatregelen, zoals het opzetten van een observatiepost, kunnen worden verwezenlijkt. Het netwerk van deskundigen is operationeel geworden in oktober 2002. Het verslag dat het netwerk zal opstellen zal rekening houden met de ontwikkeling van de jurisprudentie en van de ontwikkelingen in de lidstaten.

De Commissie wil een duidelijker zicht krijgen op de situatie van de grondrechten in de lidstaten, daarnaast moet de burgers getoond worden dat het nu niet gaat om een politieke verklaring maar om een werkelijke bekommernis van de Unie. De Intergouvernementele Conferentie moet het Handvest van de Grondrechten opnemen in het Constitutioneel Verdrag zodat het de kracht van wet krijgt. De Unie moet bovendien toetreden tot het EVRM.

Fractiewoordvoerders

Thierry CORNILLET (EVP/ED, F) is kritisch. Swiebel heeft een kans laten liggen. De EVP hoopt dat het Handvest van de Grondrechten kracht van wet krijgt. Het verslag is geen diepgaande analyse, maar geeft eerder weer wat de rapporteur denkt. Als men het Handvest als uitgangspunt neemt, moet men per land en per punt beoordelen hoe de situatie is. Het Parlement kan dan ook actie ondernemen naar de lidstaten toe. Dit monnikenwerk had gedaan moeten worden. Het Handvest is het resultaat van consensus, het verslag van Swiebel heeft geen enkele relatie met het Handvest. Natuurlijk kan men in elk land pleiten om meer te doen dan wat in het Handvest staat. Een aantal amendementen van de socialisten en de Groenen is helaas aangenomen. Het verslag over 2001 zal een erebegraafplaats krijgen naast veel andere rapporten.

Anna TERRON i CUSI (PES, E) vindt dat Commissaris Vitorino de te volgen procedure goed heeft geschetst. Het verslag is conflictueus. Iedere week blijkt het Parlement maar al te goed op de hoogte van de mensenrechtenproblemen die zich elders voordoen. Het Parlement is echter niet bereid om één keer per jaar te bekijken hoe de mensenrechten in de Unie beter gestalte kunnen krijgen. Er moet politieke controle op de grondrechten in elk van de lidstaten worden uitgeoefend. Swiebel heeft een evenwichtig en transparant verslag opgesteld. De aandacht wordt gevestigd op wat er daadwerkelijk gebeurt. Het verslag van vorig jaar werd door de socialisten unaniem aangenomen. Deze positieve ontwikkeling moet worden doorgezet.

Volgens Olle SCHMIDT (ELD, S) staat zijn fractie achter het rapport. Natuurlijk kan men zich vragen stellen over de formulering, over de omvang en de keuzes van het verslag. De fundamentele kritiek van de EVP op het verslag wordt niet gedeeld. Het is belangrijk om na te gaan hoe het er in de eigen achtertuin aan toe gaat. De situatie kan beter. Geweld en terreur moeten worden bestreden, maar men moet zich afvragen of het doel altijd de middelen heiligt. Het invoeren van sunset clausules voor wetgeving die de individuele vrijheid aantast, is misschien een redelijke oplossing. Het rapport van Swiebel is belangrijk, er moet geen interne nationale aangelegenheid van worden gemaakt. Het verslag reikt veel verder. Vluchtelingenkinderen bijvoorbeeld worden slecht behandeld. Alle kinderen moeten extra bescherming genieten.

Ook Laura GONZALEZ ALVAREZ (EVL/NGL, E) steunt het rapport. Zij constateert dat veiligheidsmaatregelen worden uitgebreid naar asielzoekers. Dit naar aanleiding van de aanslagen van 11 september 2001. De menselijke waardigheid moet worden verdedigd. In Spanje voltrekt zich dagelijks een ramp onder diegenen die op zoek zijn naar een beter leven.

Jean LAMBERT (GROENEN/EVA, VK) spreekt van een goed verslag. De alternatieve resolutie zal zeker niet gesteund worden. Ook al is het verslag van Swiebel voor sommigen niet fijn om te lezen. Aan de toetredende lidstaten worden hoge eisen gesteld, terwijl in eigen huis nog heel wat mis is. Het Verenigd Koninkrijk stuurt Roma terug zonder te kijken wat er met hen gebeurt. Ook op het gebied van het asielbeleid is er kritiek in het rapport op het VK en op andere regeringen. De paragrafen over de politiediensten is ongemakkelijke lectuur. Conclusie vijf, dat dit verslag wordt opgenomen in een systeem van vroegtijdige waarschuwing, wordt gesteund.

Volgens Hans BLOKLAND (EDD, NL) kan iedere leek zien dat de schendingen van de mensenrechten hier van een andere orde zijn dan elders. Swiebel noemt een politieke partij in Nederland die geen vrouwen toelaat als lid, als een ernstig geval van schending. De realiteit is dat Europa zichzelf strengere normen oplegt dan anderen.

Het verslag Swiebel vraagt een duidelijk kader, liefst een grondwet, omdat men anders niet tot een onafhankelijke beoordeling kan komen. Uit het verslag spreekt een duidelijke politieke kleur en het daarbij behorende "normen en waarden" plaatje. Dat deze normen en waarden niet universeel zijn, blijkt uit het aantal tegenstemmers in de vakcommissie en uit het alternatieve voorstel van de UEN.

Een eigen grondwet is onwenselijk en overbodig. De Unie bestaat uit nationale staten met goed functionerende grondwetten. Deze worden omvat door een democratisch bestel met een rechterlijke toetsing en een betrokken burgerbevolking. Europa is een waardengemeenschap en niet alleen een economische gemeenschap, stelt Swiebel terecht. De grondwetten van de lidstaten en het EVRM bewijzen dat. Het toetsingskader en de toetsing bestaan al. Daar is geen politiek getint verslag van het Europees Parlement of een Europese grondwet voor nodig.

Overige spreker

Arie OOSTLANDER (EVP/ED, NL) ziet in het rapport een aantal belangrijke punten. Het kan bijdragen aan bestraffing van lidstaten die te kort schieten. Het is prima als het Parlement daarin een rol kan spelen. Het Europees Sociaal Handvest kan inderdaad vergeleken worden met het Handvest van de Grondrechten, hoewel dat laatste dient te prevaleren. Het verslag faalt echter in de ernst van de behandeling en kan een obstakel zijn bij de communautarisering van de derde pijler. Het verslag geeft de persoonlijke impressie van Swiebel.

Er staat in dat er in een heleboel lidstaten een situatie van straffeloosheid ontstaat. Een dergelijke constatering is lachwekkend. Wat gelijke behandeling betreft moet worden opgemerkt, dat ongehuwde paren helemaal niet dezelfde rechten als gehuwde paren willen. Homostellen zitten ook niet te wachten op alle rechten die bij de gehuwde status horen.