Artikel III-189: Compabiliteit nationale wetgeving met Grondwet en Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken

III-188
Artikel III-189
III-190

Iedere lidstaat draagt er zorg voor dat zijn nationale wetgeving, met inbegrip van het statuut van zijn nationale centrale bank, verenigbaar is met de Grondwet en met het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank.

1.

Ontwikkeling artikel

2003

Iedere lidstaat draagt er zorg voor dat zijn nationale wetgeving, met inbegrip van de statuten van zijn nationale centrale bank, verenigbaar is met de Grondwet en met de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken.

2003

Iedere lidstaat draagt er zorg voor dat zijn nationale wetgeving, met inbegrip van de statuten van zijn nationale centrale bank, verenigbaar is met de Grondwet en met de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank.

2003

Iedere lidstaat draagt er zorg voor dat zijn nationale wetgeving, met inbegrip van de statuten van zijn nationale centrale bank, verenigbaar is met de Grondwet en met de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank.

2004

Iedere lidstaat draagt er zorg voor dat zijn nationale wetgeving, met inbegrip van het statuut van zijn nationale centrale bank, verenigbaar is met de Grondwet en met het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank.