Artikel 31: De totstandbrenging van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

30
Artikel 31
32

Inhoudsopgave van deze pagina:


  • 1. 
    De Unie zorgt voor een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid:
    • door de aanneming van wetten en kaderwetten die met name strekken tot onderlinge aanpassing van de nationale wetgevingen op de in het 2e deel van de Grondwet genoemde gebieden;
    • door het bevorderen van het wederzijdse vertrouwen tussen de bevoegde instanties van de lidstaten, met name op basis van de wederzijdse erkenning van rechterlijke en buitengerechtelijke beslissingen;
    • door operationele samenwerking tussen alle nationale instanties die bevoegd zijn voor de binnenlandse veiligheid.

1.

Toelichting

Dit artikel bevat de nadere aspecten van het optreden van de Unie in verband met de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. In lid 1 worden de actieterreinen van de Unie genoemd, namelijk wetgeving en operationele samenwerking (een specifiek onderdeel van dit beleidsterrein van de Unie).

In lid 2 wordt de rol van de nationale parlementen nader omschreven, met name wat betreft de evaluatie, in de Raad, van de uitvoering van het beleid van de Unie (zie artikel 4, deel II) en hun betrokkenheid bij de politieke controle op Europol (zie artikel 22, deel II).

In lid 3 wordt een ander bijzonder aspect vermeld, namelijk het initiatiefrecht van de lidstaten, dat op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken naast het initiatiefrecht van de Commissie zal bestaan.

2.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    De Unie zorgt voor een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid:
    • door de aanneming van wetten en kaderwetten die met name strekken tot onderlinge aanpassing van de nationale wetgevingen op de in het 2e deel van de Grondwet genoemde gebieden;
    • door het bevorderen van het wederzijdse vertrouwen tussen de bevoegde instanties van de lidstaten, met name op basis van de wederzijdse erkenning van rechterlijke en buitengerechtelijke beslissingen;
    • door operationele samenwerking tussen alle nationale instanties die bevoegd zijn voor de binnenlandse veiligheid.

3.

Toelichting

Dit artikel bevat de nadere aspecten van het optreden van de Unie in verband met de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. In lid 1 worden de actieterreinen van de Unie genoemd, namelijk wetgeving en operationele samenwerking (een specifiek onderdeel van dit beleidsterrein van de Unie).

In lid 2 wordt de rol van de nationale parlementen nader omschreven, met name wat betreft de evaluatie, in de Raad, van de uitvoering van het beleid van de Unie (zie artikel 4, deel II) en hun betrokkenheid bij de politieke controle op Europol (zie artikel 22, deel II).

In lid 3 wordt een ander bijzonder aspect vermeld, namelijk het initiatiefrecht van de lidstaten, dat op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken naast het initiatiefrecht van de Commissie zal bestaan.

2003
  • 1. 
    De Unie vormt een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid:
    • door de vaststelling van Europese wetten en kaderwetten waarmee, zonodig, de nationale wetgevingen op de in deel III van de Grondwet op geschonden gebieden onderling worden aangepast;
    • door het wederzijdse vertrouwen tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te bevorderen, met name op basis van de wederzijdse erkenning van rechtelijke en buitengerechtelijke beslissingen;
    • door een operationele samenwerking van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inbegrip van de politiediensten, de douanediensten en andere gespecialiseerde diensten op het gebied van de voorkoming en ontdekking van strafbare feiten.
2003
  • 1. 
    De Unie vormt een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid:
    • door het onderlinge vertrouwen tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te bevorderen, met name op basis van de wederzijdse erkenning van rechtelijke en buitengerechtelijke beslissingen;
    • door operationele samenwerking van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inbegrip van de politie, de douane en andere gespecialiseerde diensten op het gebied van het voorkomen en opsporen van strafbare feiten.
2003
2004
  • 1. 
    De Unie is een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht:
    • a) 
      door de vaststelling van Europese wetten en kaderwetten om, zo nodig, de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op de in deel III genoemde gebieden onderling aan te passen;
    • b) 
      door het onderlinge vertrouwen tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te bevorderen, in het bijzonder op basis van de wederzijdse erkenning van gerechtelijke en buitengerechtelijke beslissingen;
    • c) 
      door operationele samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inbegrip van de politie, de douane en andere gespecialiseerde diensten op het gebied van het voorkomen en opsporen van strafbare feiten.