Een kabinet zonder toekomst

8 oktober 2021, column J.Th.J. van den Berg

Drie maanden geleden was al te voorspellen waarin de opeenvolgende fases van de kabinetsformatie – die van Mariette Hamer en van Johan Remkes – zouden eindigen. Op 2 juli schreef ik dan ook: ‘(…) de knoop moet toch echt worden doorgehakt, waarschijnlijk zonder veel tekst, (…). Grote kans dat het dan VVD, D66, CDA en CU wordt, voortzetting dus, net als in 1963’1). Toen waren er immers ook interessante bouwstenen verzameld, maar voornamelijk om niet te hoeven kiezen. De voorspelling kwam uit, er moest worden gekozen en de bedoeling was in elk geval bij VVD en CDA duidelijk. Die hielden vast aan de bestaande coalitie.

D66 wilde blijkbaar wel anders, maar zag geen kans de zaken zo te sturen dat het zijn zin kreeg, noch met ‘bouwstenen’, noch met een ‘aanzet voor een opzet’ van VVD en D66 samen. Vermoedelijk zat de fout bij D66 daarin dat het niet van stond af aan zijn keuze muurvast had gelegd, zoals Van Mierlo dat in 1994 wel had gedaan. Die had duidelijk gemaakt aan ieder ander: het wordt paars en anders doen wij niet mee. Dat gebeurde met hetzelfde aantal zetels (24) als waarover D66 nu beschikt en, wat belangrijker is, met dezelfde mate van onmisbaarheid voor de bouw van meerderheidscoalities.

Eind september was het voor zulke dappere taal te laat; toen sloten VVD en CDA de deur definitief voor alternatieven. Maar ja, in april had ook D66 het nog te druk met het afbreken van de overwinning van de VVD en het gezeur over ‘functie elders’. Ook dwarswegen naar een minderheidskabinet of naar een extraparlementair kabinet boden geen uitweg.

Interessant is dat de onderhandelingen over voortzetting van Rutte III nog moeten beginnen en dus, op zichzelf beschouwd, zouden kunnen mislukken. Toch geloven weinigen daarin: na bijna zeven maanden doelloos om elkaar heen lopen en elkaar blokkeren is de ruimte voor geduldige onderhandelingen opgesoupeerd. De partners zijn nu tot elkaar veroordeeld, zoals CDA, PvdA en D66 dat waren in 1981, compleet met daarbij opgelopen wederzijdse uitputting en verzuring. Het moet worden gezegd: Sigrid Kaag is een groot diplomaat en een groot karakter, maar dat is niet hetzelfde als een groot parlementariër. Dat valt alsnog te leren, maar dan doet zij er goed aan zich te omringen met betere adviseurs om zich heen dan waarover zij nu blijkbaar beschikt.

Daarmee is in de kern het lot van het vierde kabinet-Rutte wel zo’n beetje bepaald: als het twee jaar voort bestaat is het veel. Het lijkt de vrijage van een paar dat op elkaar is uitgekeken nog voordat het huwelijk is gesloten.

Dat leidt naar de tweede vergelijking met 1981: destijds niet alleen een moeizaam tot stand gekomen coalitie, maar ook een die niet echt tot regeren in staat was en dat terwijl Nederland geteisterd werd door jarenlange economische stagnatie, massale werkloosheid en een crisis van de overheidsfinanciën. Vandaag lijkt het geld niet op te kunnen en dat helpt natuurlijk, maar met geld wordt de stikstofcrisis niet opgelost en de crisis van de volkshuisvesting evenmin, om over de opwarming van de aarde en het noodzakelijke herstel van de rechtsstaat2) maar te zwijgen.

Dat vergt een politieke samenhang die deze coalitie vermoedelijk niet gaat opbrengen. Het ziet ernaar uit dat er twee aanlopen nodig zullen zijn voor een effectieve aanpak: eerst een mislukte in Rutte IV en dan (hopelijk) een geslaagde poging daarna. Er zijn dan wel drie tot vier jaar verloren gegaan. Wat erg vervelend is, als je geen woning kan krijgen of als je boerenbedrijf in voortdurende onzekerheid over de toekomst moet verkeren.

Eén voordeel kan de verwijdering uit de regering van GroenLinks en PvdA opleveren. Er wordt tijd ‘gekocht’ voor nauwere samenwerking tussen de partijen van links, in de oppositie met inbegrip van de SP en wellicht van andere partijen. Het voorkomt verwijdering van GroenLinks en PvdA enerzijds en SP anderzijds. Zonder nauwe band met de SP ontwikkelt de PvdA zich tot de elitepartij die zij in de grote steden al is, net als GroenLinks, terwijl zij alleen toekomst heeft als een volkspartij. De ruimte om dat gevaar te vermijden is nu geschapen; het voorkomt tevens een vruchteloos isolement van de SP.




Andere recente columns