Vertrek uit de Eerste Kamer

Behalve door verlies bij de verkiezingen kan vertrek uit de Eerste Kamer ook het gevolg zijn van wisseling van functie of het niet langer kandidaat zijn. Dat laatste kan een vrijwillige keuze zijn of een besluit van de partij. Sommige partijen stellen grenzen aan de duur van het Kamerlidmaatschap.

Iedere zittingsperiode vertrekken verder tussentijds enkele Eerste Kamerleden. Er zijn soms leden die minister worden, zoals in het verleden Ab Klink, Uri Rosenthal en Wopke Hoekstra. Daarnaast aanvaarden leden soms andere (hoge) functies, bijvoorbeeld die van staatsraad of burgemeester. Maar ook conflicten of gezondheid kunnen reden voor tussentijds vertrek zijn. Verder stappen Eerste Kamerleden soms over naar de Tweede Kamer. In de periode 2015-2019 betrof dat onder anderen vier PVV-senatoren en 50PLUS-senator Martin van Rooijen.

Zowel door wisselend kiezersgedrag als door grotere doorstroming bij verkiezingen is er tegenwoordig sprake van veel doorstroming en vernieuwing.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Tussentijds vertrek

Tussentijds opgestapte (of overleden) Kamerleden worden opgevolgd door de eerstvolgende op de kandidatenlijst van de partij waar ook het vertrokken of overleden Kamerlid op stond. Een kandidaat is niet verplicht zijn benoeming te aanvaarden. Als iemand afziet van zijn/haar zetel dan wordt de volgende op de lijst benoemd.

In de periode 2015-2019 vertrokken tussentijds 22 leden. Dat is uitzonderlijk veel. Gemiddeld verlieten per vierjaarlijkse periode ongeveer acht leden de Eerste Kamer (periode 1995-2015).

Opvallend in de periode 2015-2019 was het vertrek van de fractieleiders Loek Hermans, Marleen Barth en Thom de Graaf. Enkele leden werden tijdelijk vervangen, vanwege zwangerschap of ziekte.

Neem contact op met de redactie voor een overzicht van Kamerleden die tussentijds zijn vertrokken.


Meer over