Inbreukenpakket voor november: voornaamste beslissingen

Overzicht per beleidsterrein

Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie ("de Commissie") tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 107 procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Zie voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure MEMO/12/12. Zie voor meer details over alle beslissingen het register van inbreukbeslissingen.

  • 1. 
    Begroting en personeelszaken

(meer informatie: Alexander Winterstein - tel.: +32 229-93265, Andreana Stankova - tel.: +32 229-57857)

Aanmaningsbrief

EU-begroting: Commissie verzoekt BELGIË douanerechten af te dragen aan EU-begroting

De Europese Commissie heeft vandaag besloten België een aanmaningsbrief te sturen omdat het bepaalde douanerechten niet afdraagt aan de EU-begroting zoals het EU-recht voorschrijft. Dit volgt op een onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) waaruit bleek dat importeurs in België bepaalde ingevoerde producten onjuist gerubriceerd hebben, zodat zij lagere heffingen hebben betaald dan zij betaald zouden hebben wanneer het product correct gerubriceerd was. Hierdoor is een totaalbedrag van 543 000 EUR (minus inningskosten) voor de EU-begroting verloren gegaan. De Commissie leidt de inbreukprocedure in omdat zij van oordeel is dat de maatregelen van de Belgische autoriteiten niet stroken met het communautair douanewetboek. Bovendien hebben de Belgische autoriteiten niet alle nodige maatregelen genomen om de verloren gegane eigen middelen in te vorderen. Indien België het gevraagde bedrag niet aan de EU-begroting ter beschikking stelt, of geen bevredigend antwoord geeft, kan de Commissie de volgende stap in de inbreukprocedure zetten en een met redenen omkleed advies uitbrengen.

  • 2. 
    Mededinging

(meer informatie: Ricardo Cardoso - tel.: +32 229-80100, Maria Tsoni - tel.: +32 229-90526)

Sluiting

Honoraria voor buitengerechtelijke juridische werkzaamheden: Commissie sluit inbreukprocedure tegen CYPRUS

De Europese Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure tegen Cyprus te beëindigen, die betrekking had op een schaal van minimumhonoraria voor buitengerechtelijke juridische werkzaamheden, zoals het opstellen van testamenten of contracten, het beheer van nalatenschappen en de registratie van ondernemingen. Op grond van de EU-wetgeving mogen lidstaten ondernemingen of verenigingen van ondernemingen niet aanmoedigen tot het begunstigen of aanmoedigen van mededingingverstorend gedrag, dat in strijd zou zijn met artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. In april 2018 heeft de Commissie bij de Cypriotische autoriteiten haar bezorgdheid geuit over het feit dat bepaalde wettelijke bepalingen, door de orde van advocaten van Cyprus de bevoegdheid te verlenen om een schaal van minimumhonoraria voor buitengerechtelijke werkzaamheden vast te stellen, gedrag hebben aangemoedigd dat de mededinging binnen de interne markt van de EU kan verhinderen, beperken of vervalsen. Naar aanleiding van de geopperde bezwaren heeft Cyprus zijn wetgeving gewijzigd. De Commissie is ingenomen met de nieuwe wetgeving, waarin de specifieke bepaling tot machtiging van de orde van advocaten van Cyprus om deze honoraria vast te stellen, is ingetrokken. Tegelijkertijd heeft de Commissie vandaag ook een kartelonderzoek gesloten dat was ingesteld naar de schaal van minimumhonoraria die door de orde van advocaten van Cyprus was vastgesteld op basis van de bevoegdheid die door de nationale wetgeving was verleend. De Commissie verheugt zich over de beslissing van de orde van advocaten van Cyprus om deze schaal van minimumhonoraria in te trekken nadat de Commissie had betoogd dat deze bepalingen niet verenigbaar zijn met artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de EU. Door het optreden van de Commissie kunnen advocaten nu vrij bepalen welk honorarium zij berekenen voor buitengerechtelijke juridische diensten, en zullen burgers profiteren van meer concurrerende prijzen in deze sector.

  • 3. 
    Digitale eengemaakte markt

(meer informatie: Nathalie Vandystadt — tel.: +32 229-67083, Joseph Waldstein - tel.: +32 229-56184)

Verwijzing naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Universeledienstrichtlijn: Commissie daagt PORTUGAL voor Hof

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Portugal voor het Hof van Justitie te dagen met het oog op een correcte uitvoering van de Universeledienstrichtlijn, wat de financiering van universele-dienstverplichtingen betreft. Om de kosten van de verlening van universele diensten, die niet altijd winstgevend zijn, te vereffenen, mogen lidstaten compensatiemechanismen invoeren. De Portugese autoriteiten hebben aanbieders van telecomdiensten een verplichting opgelegd om de nettokosten van alle universele diensten die vanaf 2007 door de universele-dienstverlener zijn verleend, te laten compenseren. Portugal heeft dit in 2012 gedaan - met gebruikmaking van een mogelijkheid die door de wet inzake elektronische communicatie (nr. 5/2004) wordt geboden - door een nieuwe wet in te voeren die een uitzonderlijke bijdrage oplegt. In strijd met het EU-recht verlangen de Portugese autoriteiten van exploitanten dat zij gedurende drie opeenvolgende jaren een uitzonderlijke bijdrage betalen voor de financiering van de nettokosten van de universele diensten die in het verleden zijn verleend. Dit is niet in overeenstemming met de voorschriften van transparantie, non-discriminatie en minimale verstoring van de markt die zijn vastgelegd in de Universeledienstrichtlijn (Richtlijn 2002/22/EG) die sinds 2002 in de EU van kracht is (artikel 13 en bijlage IV, deel B). Daarom verzoekt de Commissie nu het Hof van Justitie van de EU te bevestigen dat de buitengewone compensatie in strijd is met deze richtlijn. De Commissie heeft in februari 2015 de inbreukprocedure tegen Portugal ingeleid en in april 2016 een met redenen omkleed advies gestuurd. Aangezien Portugal nog niet aan het EU-recht heeft voldaan, heeft de Commissie deze zaak voorgelegd aan het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omkleed advies

Elektronische transacties: Commissie verzoekt SLOWAKIJE eIDAS-verordening correct toe te passen

De Commissie heeft vandaag besloten de Slowaakse regering een met redenen omkleed advies te sturen over de toepassing van de EU-verordening betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (eIDAS; Verordening (EU) nr. 910/2014), omdat zij een aantal juridische nalevingskwesties heeft geconstateerd inzake de dubbele rol van het Slowaakse toezichthoudende orgaan. De nationale veiligheidsdienst kan niet tegelijkertijd een toezichthoudende autoriteit en een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten zijn. Een dergelijke dubbele rol ondermijnt het doel van het mechanisme dat is ingesteld bij de eIDAS-verordening, namelijk zorgen voor een gelijk speelveld tussen de verleners van vertrouwensdiensten en bijdragen aan de bescherming van de gebruikers en de werking van de interne markt. De eIDAS-verordening maakt het gebruik mogelijk van elektronische identificatiemiddelen en vertrouwensdiensten (bv. elektronische handtekeningen, elektronische zegels, tijdstempels, elektronisch aangetekende bezorging en authenticatie van websites) door burgers, bedrijven en overheidsdiensten om toegang te krijgen tot onlinediensten of om elektronische transacties te beheren in de EU. Slowakije heeft nu twee maanden de tijd om de maatregelen te nemen die nodig zijn om aan de verordening te voldoen en stappen te ondernemen om deze activiteiten functioneel te scheiden; als Slowakije dat niet doet, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Aanmaningsbrieven

Radiospectrum: Commissie verzoekt KROATIË en NEDERLAND te voldoen aan EU-regels inzake spectrum

De Europese Commissie heeft vandaag besloten om tegen twee lidstaten een procedure in te leiden wegens niet-nakoming van de EU-regels inzake het spectrum. Er worden aanmaningsbrieven gestuurd aan Kroatië en Nederland met een verzoek om volledige uitvoering van de Europese regels inzake het radiospectrum op grond van Besluit (EU) 2017/899 inzake 700 MHz. Op grond van deze regels waren de lidstaten verplicht hun stappenplannen vast te stellen en openbaar te maken, met gedetailleerde maatregelen om het gebruik van de 694-790 MHz-frequentieband ("700 MHz-frequentieband") voor mobiele breedband uiterlijk 30 juni 2020 toe te staan. De uiterste termijn om dit stappenplan vast te stellen en openbaar te maken was eind juni 2018. De bovengenoemde lidstaten hebben hetzij geen stappenplannen vastgesteld en openbaar gemaakt, hetzij documenten genotificeerd die niet aan de essentiële vereisten voor een stappenplan voldoen. De stappenplannen moeten de weg vrijmaken voor 5G. Doordat de stappenplannen niet zijn vastgesteld, kan de ontwikkeling van 5G in Kroatië, Nederland en hun buurlanden vertraging oplopen. Nu overeenstemming is bereikt over de toekomstige telecomvoorschriften — het Wetboek voor elektronische communicatie — is 5G-connectiviteit een van de topprioriteiten voor de Commissie. De nieuwe regels zullen ervoor zorgen dat het radiospectrum voor 5G uiterlijk in 2020 in de hele EU beschikbaar is. Als Kroatië en Nederland hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de Commissie deze lidstaten een met redenen omkleed advies over deze kwestie toezenden.

  • 4. 
    Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

(meer informatie: Christian Wigand — tel.: +32 229-62253, Sara Soumillion - tel.: +32 229-67094)

Aanmaningsbrief

Vrij verkeer van werknemers: Commissie stelt vragen over verschillende behandeling tussen werknemers in EU wat toegang tot woningsubsidies in VERENIGD KONINKRIJK betreft

De Commissie heeft vandaag besloten het Verenigd Koninkrijk een aanmaningsbrief te sturen wegens het niet-voldoen aan de EU-regels inzake het vrije verkeer van werknemers (Artikel 45 VWEU en Verordening 492/2011). Deze regels verbieden discriminatie op grond van nationaliteit tussen de werknemers van de lidstaten van de EU. De regels van het Verenigd Koninkrijk inzake toegang tot woningsubsidies behandelen tijdelijke afwezigheid uit de woning gunstiger wanneer de betrokkene in Groot-Brittannië (Engeland, Schotland, Wales) blijft dan wanneer de betrokkene tijdelijk elders verblijft. De regels van de VK inzake toegang tot woningsubsidies benadelen daardoor werknemers uit andere lidstaten, aangezien deze vaker dan werknemers met de VK-nationaliteit tijdelijk het VK zullen verlaten. Deze ongunstige behandeling vormt een indirecte discriminatie op basis van nationaliteit, die verboden is krachtens de regels inzake het vrije verkeer van werknemers, tenzij deze objectief gerechtvaardigd is. In dit stadium heeft de Commissie geen objectieve rechtvaardiging voor deze ongunstige behandeling gevonden en heeft zij besloten de inbreukprocedure in te leiden. Het VK heeft twee maanden de tijd om op de aanmaningsbrief te antwoorden; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 5. 
    Energie

(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen — tel.: +32 229-56186, Lynn Rietdorf - tel.: +32 229-74959)

Aanmaningsbrieven

Energie-efficiëntie: Commissie verzoekt zeven lidstaten om correcte omzetting van EU-voorschriften

Vandaag heeft de Commissie besloten Duitsland, Finland, Hongarije, Oostenrijk, Roemenië, Slowakije en Spanje aanmaningsbrieven te sturen omdat zij bepaalde voorschriften van de richtlijn energie-efficiëntie (Richtlijn 2012/27/EU) niet correct hebben omgezet of uitgevoerd. In die richtlijn wordt een gemeenschappelijk kader met maatregelen vastgesteld voor de bevordering van energie-efficiëntie binnen de EU om ervoor te zorgen dat de Unie de doelstelling van 20 % meer energie-efficiëntie voor 2020 haalt en om de weg te effenen voor verdere verbeteringen van de energie-efficiëntie na die datum. Deze lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te reageren; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 6. 
    Milieu

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Daniela Stoycheva - tel.: +32 229-53664)

Met redenen omklede adviezen

Commissie verzoekt GRIEKENLAND en IERLAND om volledige omzetting van EU-voorschriften inzake delen van toegang en voordelen

De Europese Commissie verzoekt Griekenland en Ierland om een versnelde tenuitvoerlegging van de EU-wetgeving die is bedoeld om toegang tot genetische hulpbronnen en een eerlijke en billijke verdeling van de daaruit voortvloeiende voordelen te garanderen. Na de inwerkingtreding van de EU-verordening inzake toegang en verdeling van voordelen (Verordening nr. 511/2014) op 11 juni 2014 waren de EU-lidstaten verplicht maatregelen te nemen om een doeltreffende tenuitvoerlegging van de verordening te garanderen. Met name moeten de lidstaten bevoegde autoriteiten aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de verordening, en de Commissie daarvan in kennis stellen. Tevens zijn zij verplicht voorschriften met sancties voor niet-naleving van de wetgeving in te voeren. Aangezien Griekenland en Ierland geen kennis hebben gegeven van wetgeving waarmee dergelijke autoriteiten worden aangewezen of waarmee sancties worden vastgesteld, heeft de Commissie besloten beide lidstaten een met redenen omkleed advies te sturen, dat zij binnen twee maanden moeten beantwoorden; anders kan de Commissie Griekenland en Ierland voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Commissie verzoekt IERLAND aanwijzing van beschermde gebieden te voltooien

De Europese Commissie dringt bij Ierland aan op nakoming van de uit de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van de Raad) voortvloeiende verplichtingen tot bescherming van natuurlijke habitats en soorten die vallen onder het Natura 2000-netwerk. De lidstaten moeten de laatste hand leggen aan de aanwijzing van speciale beschermingszones (SBZ). Ook moeten zij voor deze gebieden de instandhoudingsprioriteiten vaststellen, alsmede de doelstellingen en maatregelen om de soorten en de habitats in deze gebieden in stand te houden of in een betere toestand te brengen. Deze stappen moeten worden uitgevoerd binnen een termijn van zes jaar die, in het geval van Ierland, op 12 december 2014 is verstreken. Van de 423 gebieden zijn er 255 nog niet aangewezen. Voor 198 locaties zijn geen locatiespecifieke instandhoudingsdoelstellingen vastgesteld, en voor geen enkele locatie zijn de nodige instandhoudingsmaatregelen vastgesteld. Met name zijn de noodzakelijke instandhoudingsmaatregelen niet vastgesteld voor de prioritaire habitats van het type "kustlagune" op 25 locaties en van het type "bedekkingsveen" op 50 locaties, en evenmin voor de soort "zoetwaterparelmossel" op 19 locaties. Daarom brengt de Commissie een aanvullend met redenen omkleed advies uit. Ierland heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de bedenkingen van de Commissie. Anders kan de Commissie Ierland voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Commissie roept SPANJE op te voldoen aan EU-wetgeving inzake afvalbeheer

De Commissie verwijt Spanje niet-nakoming van zijn wettelijke verplichtingen inzake afvalbeheer en de noodzaak om de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen. Op grond van de kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG) zijn de lidstaten verplicht alle nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het afvalstoffenbeheer geen gevaar oplevert voor de gezondheid van de mens en geen nadelige gevolgen heeft voor het milieu. Hoewel de bij de Commissie ingediende informatie onvolledig is, zijn er talrijke aanwijzingen dat er veel illegale stortplaatsen zijn (ten minste 1513) die moeten worden gesloten, afgedicht en geregenereerd, en deze stortplaatsen brengen een aanzienlijke schade aan het milieu toe. Naar aanleiding van de langdurige systematische niet-naleving van de EU-verplichtingen heeft de Commissie besloten een met redenen omkleed advies te sturen. Spanje heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie. Anders kan de Commissie besluiten Spanje voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.

Commissie verzoekt ZWEDEN behandeling van stedelijk afvalwater te verbeteren

De Commissie heeft besloten Zweden een met redenen omkleed advies te sturen omdat het niet voldoet aan de EU-vereisten van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad). Onbehandeld afvalwater kan een risico voor de volksgezondheid vormen en meren, rivieren, de bodem, de kustwateren en het grondwater verontreinigen. In Zweden zijn er thans tekortkomingen in 20 agglomeraties die hetzij op 31 december 2000, hetzij op 31 december 2005 aan de vereisten hadden moeten voldoen. In april 2017 is een aanmaningsbrief gestuurd. Volgens het antwoord van Zweden werken de autoriteiten aan een oplossing, maar is naleving in de nabije toekomst niet te verwachten. De Commissie stuurt daarom een met redenen omkleed advies en verzoekt Zweden de naleving te versnellen. Zweden heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de bedenkingen van de Commissie. Anders kan de Commissie Zweden voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Aanmaningsbrieven

Commissie verzoekt BELGIË te voldoen aan EU-regels inzake luchtkwaliteit

De Europese Commissie heeft vandaag besloten België een schriftelijke aanmaning te sturen in verband met slechte luchtkwaliteit. Uit hoofde van de EU-wetgeving betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa moeten de lidstaten de luchtkwaliteit op hun gehele grondgebied beoordelen en maatregelen nemen om de blootstelling van de bevolking aan verontreinigende stoffen te beperken. In mei van dit jaar heeft de Commissie een breed scala van beleidsmaatregelen genomen, die nog altijd lopen, ter ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten om de luchtkwaliteitsdoelstellingen van de EU te verwezenlijken; de handhavingsmaatregelen die worden genomen om schone lucht voor alle Europeanen te waarborgen, maken deel uit van deze bredere beleidsbenadering. België heeft bij voortduring niet voldaan aan de bindende grenswaarden voor NO2, een verontreinigend gas, in het Brussels Gewest sinds de invoering ervan in 2010. Ook de agglomeratie Antwerpen overschrijdt de toegestane waarden, ondanks een latere inwerkingtredingsdatum, namelijk 2015. Hoewel er enkele maatregelen zijn ingevoerd om de luchtverontreiniging te bestrijden, zoals lage-emissiezones, vreest de Commissie dat de huidige maatregelen niet toereikend zijn om zo spoedig mogelijk aan de wetgeving te voldoen. De Commissie zet ook vraagtekens bij de manier waarop de luchtkwaliteit in België wordt gemonitord, met inbegrip van de locatie van meetpunten voor NO2 in Brussel. De Commissie heeft daarom besloten België een aanvullende aanmaningsbrief te sturen. België heeft twee maanden de tijd om te reageren; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Commissie verzoekt BULGARIJE te voldoen aan arrest van Europees Hof van Justitie inzake luchtkwaliteit

De Europese Commissie dringt bij Bulgarije aan op een volledig uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie van de EU van 5 april 2017 (C‑488/15). Het Hof oordeelde dat Bulgarije zijn verplichtingen uit hoofde van de luchtkwaliteitsrichtlijn (Richtlijn 2008/50/EG) niet was nagekomen door niet te voldoen aan de grenswaarden voor de concentratie van PM10 in de lucht en om de periode van overschrijding zo kort mogelijk te laten zijn. Hoewel de Commissie erkent dat er enige vooruitgang is geboekt, is zij bezorgd over het trage tempo van de verandering en het gebrek aan een gecoördineerde aanpak tussen de milieuautoriteiten en de andere betrokken autoriteiten op nationaal en lokaal niveau. In mei van dit jaar heeft de Commissie een breed scala van beleidsmaatregelen genomen, die nog altijd lopen, ter ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten om de luchtkwaliteitsdoelstellingen van de EU te verwezenlijken; de handhavingsmaatregelen die worden genomen om schone lucht voor alle Europeanen te waarborgen, maken deel uit van deze bredere beleidsbenadering. Bulgarije heeft nog niet alle maatregelen genomen die nodig zijn om de situatie te verhelpen. Het land heeft maatregelen genomen met betrekking tot het wegverkeer, en met name wijziging van de verkeerswetgeving, met inbegrip van controles op autowrakken en technische controles. Hoewel dit in de goede richting gaat, verkeren andere maatregelen, die kunnen bijdragen tot een verbetering van de luchtkwaliteit, zoals nieuwe voorschriften voor zwavel en assen in steenkool- en bruinkoolbriketten voor de verwarming van woningen, nog in het ontwerpstadium. Als Bulgarije geen maatregelen neemt en de zaak weer voor het Hof wordt gebracht, kunnen financiële sancties worden opgelegd. Bulgarije heeft twee maanden de tijd om te reageren.

Commissie verzoekt BULGARIJE en TSJECHIË nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met luchtkwaliteitsrichtlijn

De Commissie verzoekt Bulgarije en Tsjechië om hun wetgeving betreffende luchtkwaliteit in overeenstemming met de Europese voorschriften (Richtlijn 2008/50/EG) te brengen. Deze lidstaten hebben tekortkomingen in de omzetting van verschillende bepalingen van deze richtlijn in nationale wetgeving, waarbij enkele belangrijke principebepalingen niet correct worden weergegeven in de nationale wetgeving. Op grond van EU-wetgeving zijn lidstaten verplicht passende maatregelen te nemen om de periodes van overschrijding van de toegestane waarden zo kort mogelijk te houden. De Commissie heeft bedenkingen bij de formulering van de wetgeving van Bulgarije, die niet voldoet aan deze eis. Tsjechië heeft geen doeltreffende bepalingen vastgesteld betreffende grenswaarden en enkele definities; zo stemt de definitie van "vluchtige organische stoffen" niet overeen met die in de luchtkwaliteitsrichtlijn. Daarom worden schriftelijke aanmaningen gestuurd, waarbij Bulgarije en Tsjechië twee maanden de tijd krijgen om te antwoorden; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Commissie verzoekt ITALIË en SPANJE om te voldoen aan Europese regels inzake nitraten

De Europese Commissie spreekt Italië en Spanje aan op de ontoereikende bescherming van water tegen verontreiniging die wordt veroorzaakt door nitraten uit agrarische bronnen. De EU-wetgeving inzake nitraten is een van de hoekstenen van de Europese waterwetgeving, en heeft tot doel waterverontreiniging die wordt veroorzaakt of teweeggebracht door nitraten uit agrarische bronnen te verminderen en verdere verontreiniging te voorkomen. Om dit doel te bereiken, bevat de nitraatrichtlijn (Richtlijn 91/676/EG van de Raad) verschillende acties en maatregelen die door de lidstaten moeten worden uitgewerkt en uitgevoerd, met inbegrip van watermonitoring, de aanwijzing van nitraatgevoelige gebieden en het opstellen van codes van goede landbouwpraktijken en actieprogramma's. Italië heeft nagelaten nitraatgevoelige gebieden aan te wijzen, zijn wateren te monitoren en aanvullende maatregelen te nemen in een aantal regio's die door nitraatverontreiniging zijn getroffen. Spanje heeft verzuimd de wateren doeltreffend te monitoren, hetgeen ten koste gaat van het vermogen om nitraatgevoelige gebieden te evalueren en de doeltreffendheid van actieprogramma's te beoordelen, waardoor de wetgeving minder effectief wordt. De Commissie heeft daarom besloten beide lidstaten een aanmaningsbrief te sturen, die zij binnen twee maanden moeten beantwoorden; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 7. 
    Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

(meer informatie: Johannes Bahrke - tel. +32 229-58615, Letizia Lupini - tel. +32 229-51958)

Geschorste verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Richtlijn betreffende markten in financiële instrumenten (MiFID II): Commissie schorst verwijzing van SPANJE naar Hof

In het licht van de recente ontwikkelingen in de zaak heeft de Europese Commissie besloten tot schorsing van de verwijzing van Spanje naar het Hof van Justitie van de EU wegens verzuim om de EU-voorschriften betreffende markten in financiële instrumenten (MiFID II) om te zetten. Op 19 juli 2018 besloot de Europese Commissie Spanje voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het verzuimde de nationale maatregelen te nemen die nodig zijn voor de volledige omzetting van de herziene richtlijn betreffende markten in financiële instrumenten (MiFID II) en de tot aanvulling daarvan strekkende richtlijn (Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie). Op dat ogenblik had Spanje slechts een gedeeltelijke omzetting van de bovengenoemde richtlijnen in nationaal recht gemeld. Op 1 oktober 2018 maakte Spanje melding van een koninklijk wetsbesluit waarbij het merendeel van de ontbrekende bepalingen werd omgezet. De omzetting van enkele bepalingen moet nog altijd worden voltooid bij een koninklijk besluit, dat naar verwachting uiterlijk eind november zal worden vastgesteld. De Commissie is derhalve van oordeel dat de uitvoering van de verwijzing van Spanje moet worden geschorst. Als de voorgenomen maatregelen die uiterlijk eind november zouden worden genomen, niet zoals gepland worden vastgesteld, kan de schorsing van de procedure worden heroverwogen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Prudentieel toezicht op banken en beleggingsondernemingen: Commissie schorst verwijzing van SPANJE naar Hof

In het licht van de recente ontwikkelingen in de zaak heeft de Europese Commissie besloten de verwijzing van Spanje naar het Hof van Justitie van de EU wegens onvolledige omzetting van de EU-voorschriften betreffende prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen te schorsen. Op 19 juli 2018 besloot de Europese Commissie Spanje voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het verzuimde de nationale maatregelen te nemen die nodig zijn voor de volledige omzetting van de richtlijn kapitaalvereisten of RKV IV (Richtlijn 2013/36/EU), die voorziet in de prudentiële en toezichtvereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen in de EU, waaronder voorschriften betreffende de vergunningverlening aan kredietinstellingen, het aanvangskapitaal van beleggingsondernemingen, het toezicht op instellingen, samenwerking inzake toezicht, risicobeheer, corporate governance (inclusief beloning) en kapitaalbuffers. Sindsdien hebben de Spaanse autoriteiten bij de Commissie ontwerpmaatregelen ingediend die de volledige omzetting van RKV IV zouden waarborgen, evenals een tijdschema voor de vaststelling ervan waarmee een oplossing mogelijk wordt vóór een eventuele uitspraak van het Hof. Meer in het bijzonder heeft de Spaanse regering op 31 augustus 2018 een koninklijk wetsbesluit inzake de bestrijding van het witwassen van geld vastgesteld, en op 28 september een tweede koninklijk wetsbesluit, waarbij enkele ontbrekende bepalingen werden omgezet. In november zal naar verwachting nog een koninklijk besluit worden goedgekeurd, en ten slotte is een wet tot wijziging van Wet 10/2014 inzake de solvabiliteit van kredietinstellingen en Koninklijk Wetsbesluit 4/2015 inzake de aandelenmarkten aangekondigd die naar verwachting uiterlijk begin december zal worden vastgesteld en vóór het einde van het jaar zal worden bekendgemaakt. De Europese Commissie is derhalve van oordeel dat de uitvoering van de verwijzing moet worden geschorst in afwachting van de vaststelling van de wijzigingswetten. Als de nog ontbrekende omzettingsmaatregelen niet zoals gepland worden vastgesteld, kan de schorsing van de procedure worden heroverwogen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

  • 8. 
    Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

(meer informatie: Lucia Caudet - tel. +32 229-56182, Victoria Von Hammerstein-Gesmold - tel. +32 229-55040)

Met redenen omklede adviezen

Diensten: Commissie verzoekt DUITSLAND om volledige openstelling van markt voor diensten inzake controles van voertuigen

De Commissie heeft vandaag besloten Duitsland een met redenen omkleed advies te sturen omdat het de toegang tot bepaalde diensten inzake de goedkeuring van motorvoertuigen beperkt. Typegoedkeuring en controles van motorvoertuigen zijn op EU-niveau geharmoniseerd. Er zijn enkele uitzonderingen op deze regel: voor de individuele goedkeuring van twee- en driewielige motorvoertuigen en landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, evenals de goedkeuring van technische wijzigingen van individuele motorvoertuigen zijn er geen gemeenschappelijke EU-voorschriften. In Duitsland is het verrichten van deze diensten voorbehouden aan deskundigen van technische-controlecentra. Elke Duitse deelstaat kan voor een specifiek geografisch gebied slechts één dergelijk technische-controlecentrum aanduiden. Bijgevolg kunnen een aantal onafhankelijke marktdeelnemers hun technische diensten niet voor het volledige gamma van voertuigen aanbieden gezien de specifieke voorschriften in Duitsland. De Commissie is van oordeel dat dit een schending vormt van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten, en zij heeft Duitsland een met redenen omkleed advies gestuurd met het verzoek de dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG) en de artikelen 49 en 56 VWEU na te leven. Duitsland heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de bedenkingen van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten Duitsland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.

Overheidsopdrachten: Commissie dringt bij PORTUGAL aan op naleving van EU-voorschriften betreffende overheidsopdrachten

De Commissie heeft vandaag besloten Portugal een met redenen omkleed advies te sturen betreffende de rechtstreekse gunning van een concessieovereenkomst voor diensten om de vrije zone van Madeira te beheren en te exploiteren. De EU-voorschriften betreffende overheidsopdrachten en concessies voorzien in open, transparante en concurrentiegerichte procedures die ondernemingen in staat stellen in te schrijven op een overheidsopdracht. Hierdoor beschikken marktdeelnemers over een betere toegang tot overheidsopdrachten, terwijl overheidsdiensten profiteren van een ruimere keuze aan en betere kwaliteit van voorstellen. Afwijkingen voor rechtstreekse gunning zijn slechts toegestaan in nauw omschreven gevallen, zoals de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten of de afwezigheid van concurrentie om technische redenen. De Commissie is van oordeel dat dit contract niet in aanmerking komt voor een afwijking van deze voorschriften en dat dus een aanbesteding had moeten worden georganiseerd. Door geen dergelijke aanbesteding bekend te maken, heeft de aanbestedende dienst potentieel geïnteresseerde marktdeelnemers mogelijk gediscrimineerd bij de deelname aan deze mededingingsprocedure, wat indruist tegen de EU-voorschriften betreffende de gunning van concessieovereenkomsten (Richtlijn 2014/23/EU). Portugal heeft nu twee maanden de tijd om de door de Commissie aan de orde gestelde kwesties aan te pakken; anders kan de Commissie besluiten Portugal voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.

Aanmaningsbrieven

Overheidsopdrachten: Commissie verzoekt OOSTENRIJK EU-voorschriften betreffende rechtsmiddelen na te leven in de deelstaat Neder-Oostenrijk

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Oostenrijk een aanvullende aanmaningsbrief te sturen betreffende het stelsel van rechtsmiddelen met betrekking tot overheidsopdrachten in de deelstaat Neder-Oostenrijk. De Commissie is van oordeel dat de wetgeving van Neder-Oostenrijk betreffende rechtsmiddelen in verscheidene opzichten een inbreuk vormt op de EU-voorschriften betreffende rechtsmiddelen (Richtlijn 89/665/EEG van de Raad). De rechtsmiddelenrichtlijn voorziet in minimumnormen voor nationale beroepsprocedures om te waarborgen dat er in alle EU-landen snelle en doeltreffende rechtsmiddelen bestaan wanneer een marktdeelnemer die betrokken is bij een procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten van mening is dat de procedure zonder behoorlijke toepassing van de EU-richtlijnen betreffende overheidsopdrachten is verlopen. De wetgeving van Neder-Oostenrijk waarborgt echter niet dat een overeenkomst automatisch wordt geschorst wanneer bij een instantie in eerste aanleg een beroep wordt ingesteld aangaande een besluit tot gunning. De Oostenrijkse autoriteiten waarborgen evenmin dat er doeltreffende en snelle rechtsmiddelen bestaan tegen beslissingen van aanbestedende diensten in de deelstaat Neder-Oostenrijk. Ten slotte is in bepaalde situaties geen rechtstreekse toegang mogelijk tot de regionale bestuursrechtbank, aangezien marktdeelnemers verplicht zijn zich eerst tot het bemiddelingsorgaan te wenden. Oostenrijk heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten Oostenrijk een met redenen omkleed advies te sturen.

Vrij verkeer van diensten: Commissie dringt bij DENEMARKEN aan op afschaffing van beperkende verplichtingen voor buitenlandse zelfstandigen

De Commissie heeft vandaag besloten Denemarken een aanmaningsbrief te sturen betreffende beperkende verplichtingen voor buitenlandse zelfstandigen die in het land diensten verrichten. Krachtens de Deense wetgeving moeten buitenlandse dienstverleners die in Denemarken diensten willen verrichten zonder werknemers in dienst te nemen of werknemers op het Deense grondgebied te detacheren, vooraf kennisgeven wanneer en waar zij hun dienst zullen verrichten. Een dergelijke verplichting beperkt het vrij verrichten van diensten zoals vastgelegd in de dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG) en artikel 56 van het Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU). Beperkingen van het vrij verrichten van diensten kunnen slechts worden gerechtvaardigd wanneer er sprake is van dwingende redenen van algemeen belang, zoals de volksgezondheid of de bescherming van het milieu. Denemarken heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Beroepskwalificaties: Commissie verzoekt GRIEKENLAND zijn praktijken betreffende erkenning van beroepskwalificaties te wijzigen

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Griekenland een aanmaningsbrief te sturen betreffende de langdurige procedure in die lidstaat voor de erkenning van kwalificaties van beroepsbeoefenaren uit andere lidstaten. Krachtens het EU-recht moeten aanvragen om erkenning van kwalificaties worden behandeld binnen een redelijke termijn, meer bepaald binnen vier maanden (Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties). In Griekenland duurt deze procedure echter aanzienlijk langer, namelijk gemiddeld 11 tot 18 maanden. Dit heeft negatieve gevolgen voor beroepsbeoefenaren, die geen toegang hebben tot de arbeidsmarkt in Griekenland en hun beroep noch als zelfstandige, noch als werknemer kunnen uitoefenen. De Commissie heeft in 2016 al een inbreukprocedure tegen Griekenland ingeleid, die in 2017 werd gesloten, aangezien Griekenland een aantal maatregelen had genomen. De Commissie heeft contact gehouden met de nationale autoriteiten om de zaak op te volgen. Het blijkt echter dat deze maatregelen niet voldoende waren om de vertragingen weg te werken. Griekenland heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Overheidsopdrachten: Commissie dringt bij LETLAND aan op naleving van EU-voorschriften betreffende overheidsopdrachten

De Commissie heeft vandaag besloten Letland een aanvullende aanmaningsbrief te sturen omdat het bij het plaatsen van bepaalde overheidsopdrachten in strijd heeft gehandeld met de EU-voorschriften betreffende overheidsopdrachten. Deze voorschriften dragen ertoe bij dat de belastingbetaler meer waar voor zijn geld krijgt door te waarborgen dat overheidsopdrachten worden gegund op basis van transparante, niet-discriminerende en concurrentiegerichte aanbestedingsprocedures. De Commissie is van oordeel dat de aanbestedingen voor verkeersveiligheidsproducten (zoals verkeerslichten, camera's en controlevoorzieningen) niet stroken met de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie van de artikelen 28 en 56 VWEU (vrij verkeer van goederen en vrij verrichten van diensten). Voorts uit de Commissie haar bezorgdheid met betrekking tot de rechtstreekse gunning, zonder openbare aanbesteding, van een overeenkomst voor het onderhoud van een afstandsbedieningssysteem via de cloud dat verband houdt met de werking van verkeersveiligheidsproducten (Richtlijn 2014/24/EU en Richtlijn 2014/25/EU). Letland heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 9. 
    Justitie, consumentenzaken en gendergelijkheid

(meer informatie: Christian Wigand - tel. +32 229-62253, Melanie Voin - tel. +32 229-58659)

Verwijzing naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Commissie heeft besloten om LUXEMBURG voor Hof van Justitie te dagen omdat het de EU-antiwitwasvoorschriften niet volledig heeft omgezet

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Luxemburg voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het slechts een gedeelte van de vierde antiwitwasrichtlijn (Richtlijn 2015/849) heeft omgezet in nationaal recht. De Commissie heeft voorgesteld dat het Hof een forfaitaire som en een dwangsom per dag oplegt, totdat Luxemburg de nodige maatregelen heeft genomen en de richtlijn volledig is omgezet in nationale wetgeving die van kracht is geworden. De antiwitwasvoorschriften van de EU zijn van essentieel belang voor de strijd tegen witwaspraktijken en terrorismefinanciering. De vierde antiwitwasrichtlijn versterkt de reeds bestaande voorschriften door de verplichting voor banken, advocaten en accountants om een risicobeoordeling te verrichten, dwingender te maken en door duidelijke regels vast te stellen inzake transparantie over de uiteindelijke begunstigden van ondernemingen en trusts. Tevens bevordert zij samenwerking en uitwisseling van informatie tussen de financiële-inlichtingeneenheden uit verschillende lidstaten, om verdachte geldovermakingen vast te stellen en te volgen en zodoende het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te voorkomen en op te sporen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen

Commissie verzoekt IERLAND, ROEMENIË en SLOVENIË om richtlijn slachtofferrechten om te zetten

De Commissie heeft besloten Ierland, Roemenië en Slovenië een met redenen omkleed advies te sturen om deze lidstaten te verzoeken op correcte wijze uitvoering te geven aan de EU-richtlijn slachtofferrechten (Richtlijn 2012/29/EU). De richtlijn slachtofferrechten geeft slachtoffers van misdrijven duidelijke rechten op toegang tot informatie, op deelname aan de strafprocedure en op steun en bescherming in overeenstemming met hun behoeften. Deze richtlijn zorgt er ook voor dat kwetsbare slachtoffers (zoals kinderen, slachtoffers van verkrachting of personen met een handicap) worden geïdentificeerd, zodat zij tijdens de strafprocedure aanvullende bescherming kunnen krijgen. De EU-regels gelden voor alle slachtoffers van misdrijven in de EU, ongeacht hun nationaliteit. De richtlijn slachtofferrechten had uiterlijk op 16 november 2015 in nationaal recht omgezet moeten worden. Ierland heeft de regels omgezet, maar uit de analyse door de Commissie blijkt dat dit niet volledig is gebeurd. Roemenië en Slovenië hebben slechts kennisgeving gedaan van een gedeeltelijke omzetting van de regels. De Commissie dringt er dan ook op aan dat de Ierse, de Roemeense en de Sloveense autoriteiten actie ondernemen en heeft besloten met redenen omklede adviezen te sturen. Als de Ierse, de Roemeense en de Sloveense autoriteiten hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de Commissie de zaken aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Commissie verzoekt IERLAND en SPANJE om uitvoering te geven aan nieuwe regels voor pakketreizen

De Commissie heeft besloten Ierland en Spanje met redenen omklede adviezen te sturen om deze lidstaten te verzoeken uitvoering te geven aan de nieuwe regels voor pakketreizen (Richtlijn 2015/2302/EU). De regels omvatten een modernisering van de consumentenbescherming op het gebied van pakketreizen door middel van bescherming van de 120 miljoen consumenten die gecombineerde reizen boeken. Het bijgewerkte kader zorgt voor duidelijkere regels over voorlichting aan reizigers en aansprakelijkheid en versterkt de rechten van reizigers op geldteruggave en vervoer naar huis in het geval van faillissement. De lidstaten hadden tot 1 januari 2018 de tijd om de regels voor pakketreizen in nationaal recht om te zetten. Daarna volgde een zes maanden durende overgangsperiode die op 1 juli afliep. Vanaf die datum moesten de nationale maatregelen voor de omzetting van de richtlijn in de hele EU van kracht zijn. Aangezien Ierland en Spanje de nieuwe regels voor pakketreizen nog niet hebben omgezet, stuurt de Commissie vandaag een met redenen omkleed advies in navolging van de aanmaningsbrief van 22 maart 2018. Als de Ierse of de Spaanse autoriteiten hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de Commissie de zaken aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU. (Zie voor meer informatie het persbericht over de nieuwe regels voor pakketreizen of de factsheet).

Met redenen omkleed advies en aanmaningsbrief

Bestrijding van witwassen van geld: Commissie verzoekt ESTLAND en DENEMARKEN om volledige omzetting van vierde antiwitwasrichtlijn

De Commissie heeft vandaag besloten een met redenen omkleed advies naar Estland en een aanmaningsbrief naar Denemarken te sturen wegens verzuim om de vierde antiwitwasrichtlijn (Richtlijn (EU) 2015/849) in nationale wetgeving om te zetten. Hoewel deze lidstaten hebben verklaard dat zij de richtlijn volledig hebben omgezet, heeft de Commissie de aangemelde maatregelen beoordeeld en geconstateerd dat sommige bepalingen ontbreken. De antiwitwasvoorschriften van de EU zijn van essentieel belang voor de strijd tegen witwaspraktijken en terrorismefinanciering. Na de recente schandalen op het gebied van het witwassen van geld in de EU, vindt de Europese Commissie het belangrijk dat alle lidstaten deze richtlijn zo snel mogelijk omzetten. Lacunes in één lidstaat kunnen gevolgen hebben voor alle andere lidstaten. Alle lidstaten moesten de voorschriften van de vierde antiwitwasrichtlijn uiterlijk op 26 juni 2017 hebben omgezet. Aangezien de meeste lidstaten de richtlijn niet op tijd hebben omgezet, heeft de Commissie tegen 21 lidstaten inbreukprocedures ingeleid wegens niet-mededeling. Inmiddels hebben de meeste lidstaten nationale wetten vastgesteld. Estland en Denemarken hebben nu twee maanden de tijd om te reageren en de nodige maatregelen te nemen, anders kan de Europese Commissie overgaan tot de volgende stappen in de inbreukprocedure, waaronder verwijzing naar het Hof van Justitie. De Commissie heeft de zaken van Roemenië en Ierland reeds aanhangig gemaakt bij het Hof van Justitie, en vandaag heeft zij besloten Luxemburg voor het Hof te dagen, aangezien het de richtlijn slechts gedeeltelijk heeft omgezet (zie het persbericht).

Aanmaningsbrieven

Commissie verzoekt FINLAND om correcte omzetting van richtlijn consumentenrechten

De Commissie stuurt Finland een aanmaningsbrief om het aan te sporen snel maatregelen te nemen zodat de EU-richtlijn consumentenrechten correct in nationale wetgeving wordt omgezet. Dankzij deze EU-regels profiteren de consumenten in de EU van dezelfde strenge consumentenvoorschriften, ongeacht waar zij in de EU hun aankopen doen. Enkele belangrijke voordelen zijn het recht om een product terug te sturen en het recht op volledige terugbetaling wanneer de consument zich binnen 14 dagen bedenkt, een verbod op verborgen kosten en een verbod op reeds aangevinkte vakjes bij internetaankopen.

De Finse wetgeving is in haar huidige vorm niet volledig in overeenstemming met de richtlijn consumentenrechten. Finland moet wezenlijke regels invoeren met betrekking tot het herroepingsrecht van de consument, bijvoorbeeld door te verduidelijken dat de consument zich zonder opgave van redenen kan terugtrekken zonder andere kosten te dragen dan die welke rechtstreeks verband houden met de terugzending van het product. Bovendien moet Finland het recht van de consument op precontractuele informatie verduidelijken, bijvoorbeeld de regel dat de handelaar bij geschillen moet bewijzen dat alle nodige informatie is verstrekt. De lidstaten moesten hun nationale wetgeving uiterlijk op 13 december 2013 vaststellen, zodat de maatregelen met ingang van 13 juni 2014 van toepassing konden worden. Als Finland niet binnen twee maanden maatregelen neemt om de openstaande kwesties aan te pakken, kan de Commissie een met redenen omkleed advies over dit onderwerp toezenden (voor meer informatie over de consumentenrechten in de EU, zie de video en consumentenrechten op de website EUandMe).

Commissie verzoekt IERLAND om uitvoering van wetgeving betreffende Europees Strafregisterinformatiesysteem

De Commissie stuurt Ierland een aanmaningsbrief om het land te verzoeken de wetgeving betreffende het Europees Strafregisterinformatiesysteem (Ecris) uit te voeren. Het systeem maakt het mogelijk strafregisters elektronisch uit te wisselen tussen autoriteiten in de hele EU. Het zorgt ervoor dat dit snel en gestandaardiseerd wordt gedaan, binnen korte termijnen. Het zorgt ervoor dat rechters en openbaar aanklagers, maar ook in administratieve instanties op eenvoudige wijze toegang kunnen krijgen tot informatie over eerdere veroordelingen van criminelen, zodat overtreders hun criminele verleden niet achter zich kunnen laten wanneer zij van de ene EU-lidstaat naar de andere verhuizen. Hoewel Ierland al vele jaren gebruikmaakt van het systeem, heeft het land het kaderbesluit betreffende Ecris nog niet in nationale wetgeving omgezet, waarmee het gebruik van dit systeem verplicht zou worden gesteld. Ierland is de enige EU-lidstaat die dit niet heeft gedaan. Als Ierland zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie een met redenen omkleed advies over deze kwestie sturen.

Commissie verzoekt ZWEDEN om correcte omzetting van EU-voorschriften inzake oneerlijke handelspraktijken

De Commissie verzoekt Zweden snel maatregelen te nemen om de EU-wetgeving betreffende oneerlijke handelspraktijken (Richtlijn 2005/29/EG) op een correcte manier om te zetten in nationaal recht. De richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken beschermt consumenten tegen oneerlijke handelspraktijken en waarborgt dat zij niet worden misleid of blootgesteld aan agressieve marketing. De Zweedse wetgeving is in haar huidige vorm niet volledig in overeenstemming met de richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Zweden moet in zijn wetgeving regels invoeren met betrekking tot wezenlijke begrippen, zoals professionele toewijding, gemiddelde consumenten en kwetsbare consumenten, alsmede regels inzake gedragscodes. Als Zweden zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie een met redenen omkleed advies over deze kwestie toezenden.

  • 10. 
    Maritieme zaken en visserij

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Daniela Stoycheva - tel. +32 229-53664)

Met redenen omkleed advies

Gemeenschappelijke marktordening: Commissie dringt bij VERENIGD KONINKRIJK aan op vaststelling van functionerend systeem voor beheer van producentenorganisaties

De Commissie heeft vandaag besloten het Verenigd Koninkrijk een met redenen omkleed advies te sturen wegens het verzuim om controles uit te voeren en de naleving van de voorwaarden voor erkenning van producentenorganisaties voor visserijproducten te waarborgen. Volgens de door de Commissie verzamelde informatie blijkt dat het systeem van producentenorganisaties zoals dat is gegroeid in het Verenigd Koninkrijk, niet langer voldoet om producenten bijeen te brengen om de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de gemeenschappelijke marktordening (Verordening (EU) nr. 1379/2013) te verwezenlijken. Het systeem ondermijnt met name het beginsel van democratisch functionerende producentenorganisaties in de hele EU en brengt tevens hun mogelijkheden om te zorgen voor naleving van de voorschriften door hun leden in gevaar. Dankzij de gemeenschappelijke ordening van de markten kunnen marktdeelnemers in de visserij- en aquacultuursector hun krachten bundelen door producentenorganisaties op te zetten met het doel om hun onderhandelingspositie te versterken en het collectieve en duurzame beheer van vis- en kweekactiviteiten te bevorderen. De Commissie heeft in mei 2018 met de verzending van een aanmaningsbrief naar de respectieve autoriteiten in het Verenigd Koninkrijk een inbreukprocedure tegen het VK ingeleid. Aangezien deze lidstaat geen toereikend antwoord heeft verschaft op de door haar geuite punten van zorg, brengt de Commissie thans een met redenen omkleed advies uit. Het Verenigd Koninkrijk heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; als het dat niet doet, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

  • 11. 
    Migratie, binnenlandse zaken en burgerschap

(meer informatie: Natasha Bertaud - tel. +32 229-67456, Katarzyna Kolanko - tel. +32 229-63444)

Met redenen omklede adviezen

Opbrengsten van misdrijven: Commissie dringt bij BULGARIJE en ROEMENIË aan op mededeling van nationale maatregelen waarmee EU-regels volledig worden omgezet

De Commissie verzoekt Bulgarije en Roemenië om volledige uitvoering van de EU-voorschriften inzake het tijdelijk verbieden (bevriezen) en het confisqueren van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de EU (Richtlijn 2014/42/EU). Bij deze richtlijn worden minimumvoorschriften vastgesteld betreffende de bevriezing van voorwerpen met het oog op een eventuele confiscatie en betreffende de confiscatie van voorwerpen in strafzaken. Dankzij de geldende EU-regelgeving is het voor de nationale autoriteiten gemakkelijker om de opbrengsten en hulpmiddelen van misdrijven in de EU te confisqueren en terug te vorderen. Volgens de EU-richtlijn wordt onder "opbrengst" verstaan elk economisch voordeel dat al dan niet rechtstreeks uit een strafbaar feit is verkregen, en onder "hulpmiddelen" alle voorwerpen die zijn gebruikt of zijn bestemd om te worden gebruikt om een strafbaar feit te plegen. Door het bevriezen en confisqueren van door middel van een strafbaar feit verkregen voorwerpen wordt criminelen hun illegaal verworven vermogen ontnomen. Dit is cruciaal voor het bestrijden van (georganiseerde) misdaad. Het is ook een manier om een einde te maken aan het witwassen van de opbrengsten van misdrijven en het herinvesteren daarvan in legale of illegale zakelijke activiteiten. De lidstaten hadden de richtlijn uiterlijk op 4 oktober 2015 in nationaal recht moeten omzetten. Bulgarije en Roemenië hebben de Commissie echter geen nationale uitvoeringsmaatregelen meegedeeld. Daarom heeft de Commissie vandaag besloten de nationale autoriteiten van die landen een met redenen omkleed advies te sturen. Bulgarije en Roemenië hebben nu twee maanden de tijd om te reageren; anders kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Aanmaningsbrief

Migratie: Commissie verzoekt BULGARIJE te voldoen aan asielregels van EU

De Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije een aanmaningsbrief te sturen betreffende de onjuiste uitvoering van de EU-asielwetgeving. De Commissie heeft vastgesteld dat de tekortkomingen in het Bulgaarse asielstelsel en de gerelateerde ondersteuningsdiensten in strijd zijn met bepalingen van de richtlijn asielprocedures (Richtlijn 2013/32/EU), de richtlijn opvangvoorzieningen (Richtlijn 2013/33/EU) en het Handvest van de grondrechten. De Commissie is met name bezorgd over de opvang en de wettelijke vertegenwoordiging van niet-begeleide minderjarigen, de correcte identificatie en ondersteuning van kwetsbare asielzoekers, het verstrekken van passende rechtsbijstand alsmede de bewaring van asielzoekers en waarborgen in het kader van de bewaringsprocedure. Als Bulgarije binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie een met redenen omkleed advies over dit onderwerp uitbrengen.

  • 12. 
    Mobiliteit en vervoer

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Stephan Meder - tel. +32 229-13917)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Spoorwegveiligheid: Commissie daagt BULGARIJE voor Hof van Justitie wegens verzuim om EU-regels inzake spoorwegveiligheid om te zetten en na te leven

De Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het de EU-wetgeving inzake spoorwegveiligheid (Richtlijn 2004/49/EG) niet correct heeft omgezet en toegepast. Op grond van deze richtlijn moeten de lidstaten een onderzoeksorgaan oprichten dat, wat betreft zijn organisatie, wettelijke structuur en besluitvorming, onafhankelijk is van spoorwegondernemingen, infrastructuurbeheerders, heffingsinstanties, toewijzende instanties en aangemelde instanties, en meer in het algemeen van andere partijen waarvan de belangen in strijd kunnen zijn met de taken die aan het onderzoeksorgaan zijn toevertrouwd. Bulgarije heeft de richtlijn op deze punten niet volledig in nationaal recht omgezet en toegepast. Meer in het bijzonder biedt de Bulgaarse wettelijke regeling geen waarborgen dat ernstige spoorwegongevallen en ‑incidenten door een onafhankelijk onderzoeksorgaan worden onderzocht. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Toewijzing van luchthavenslots: Commissie vraagt Hof PORTUGAL financiële sancties op te leggen wegens niet-naleving van eerder arrest van Hof

De Commissie heeft besloten Portugal opnieuw voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het een arrest van het Hof uit 2016 niet volledig heeft uitgevoerd. De Portugese autoriteiten hebben niet de noodzakelijke maatregelen genomen om te voldoen aan de gemeenschappelijke EU-regels over de toewijzing van slots op luchthavens. Portugal biedt niet de nodige waarborgen voor de functionele en financiële onafhankelijkheid van de slotcoördinator. De Commissie verzoekt het Hof van Justitie van de EU een forfaitaire som van 1 849 000 EUR op te leggen. Zij verzoekt ook om oplegging van een dwangsom van 7 452 EUR per dag als deze lidstaat op de datum van het tweede arrest van het Hof op grond van artikel 260, lid 2, VWEU niet volledig aan het arrest voldoet. De definitieve beslissing over de sancties berust bij het Hof van Justitie. De definitieve beslissing over de sancties berust bij het Hof van Justitie. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen

Verkeersveiligheid: Commissie verzoekt BULGARIJE, CYPRUS en DENEMARKEN om volledige omzetting van EU-regels voor technische controles

De Commissie heeft vandaag bij Bulgarije en Cyprus aangedrongen op volledige omzetting van de Europese regels betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens (Richtlijn 2014/45/EU) in nationaal recht. De richtlijn bepaalt de bij de technische controle te controleren punten, de testmethoden en de gebreken en de beoordeling daarvan. Hoewel de lidstaten nationale omzettingsmaatregelen hebben meegedeeld en hebben verklaard de richtlijn volledig te hebben omgezet, acht de Commissie de omzetting van de maatregelen uit de richtlijn in deze lidstaten onvolledig. Daarnaast verzoekt zij Denemarken de omzetting van de geactualiseerde voorschriften betreffende de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (Richtlijn 2014/46/EU) te voltooien, omdat zij ook in dit geval de omzetting onvolledig acht. De richtlijn verplicht de lidstaten om elektronische voertuigregisters met geharmoniseerde inhoud op te zetten, en stelt de procedure vast die moet worden gevolgd wanneer een voertuig bij een periodieke technische controle wordt afgekeurd. De betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren; daarna kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Aanmaningsbrieven

Luchtvaart: Commissie verzoekt BULGARIJE ervoor te zorgen dat EU-regels inzake luchthavengelden worden ingevoerd

De Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije een aanvullende aanmaningsbrief te sturen wegens onjuiste omzetting van de EU-regels inzake luchthavengelden (Richtlijn 2009/12/EG). De lidstaten moeten nationale maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de luchthavengelden voor luchtvaartmaatschappijen worden berekend in overeenstemming met de beginselen van transparantie, consultatie en non-discriminatie zoals die zijn vastgelegd in de door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) overeengekomen beleidslijnen. Luchthavengelden zijn heffingen die luchtvaartmaatschappijen aan luchthavens betalen voor het gebruik van infrastructuur en diensten die vooral verband houden met het opstijgen en landen alsmede de afhandeling van passagiers. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de luchthavenbeheerders de luchtvaartmaatschappijen consulteren op basis van een transparante uitwisseling van informatie tussen de twee partijen. Hierdoor moet worden gegarandeerd dat de luchthavengelden niet-discriminerend zijn en verband houden met het niveau van de door de luchthaven aangeboden diensten. In geval van een geschil kan elke partij de tussenkomst vragen van de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit in de betrokken lidstaat, die de zaak zal onderzoeken. Bulgarije heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Wegvervoer: Commissie verzoekt zes lidstaten uitvoering te geven aan regels inzake informatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen

De Commissie heeft vandaag besloten Duitsland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Nederland en Oostenrijk een aanmaningsbrief te sturen omdat deze lidstaten geen informatie over veilige en beveiligde parkeerplaatsen hebben meegedeeld. Meer in het bijzonder hebben zij geen informatie meegedeeld over in de informatiedienst geregistreerde parkeerplaatsen en over parkeerterreinen waarvoor informatie wordt verstrekt (bijv. over het aantal beschikbare parkeerplaatsen of prioritaire zones). Dit is verplicht op grond van Verordening (EU) nr. 885/2013, die is vastgesteld in het kader van de richtlijn intelligente vervoerssystemen (ITS). Vrachtwagenchauffeurs in Europa hebben vaak te maken met ontoereikende parkeerruimten en informatie over dergelijke parkeerruimten, en parkeren hun vrachtwagen daarom vaak in niet-beveiligde zones of op onveilige locaties. De betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om op de aanmaningsbrief te reageren; anders kan de Commissie overwegen met redenen omklede adviezen uit te brengen.

  • 13. 
    Belastingen en douane-unie

(meer informatie: Johannes Bahrke - tel. +32 229-58615, Letizia Lupini - tel. +32 229-51958)

Met redenen omklede adviezen en aanmaningsbrieven

Paradise Papers: Commissie onderneemt actie naar aanleiding van illegale belastingvoordelen voor jachten en vliegtuigen

In haar streven de belastingontwijking in de jacht- en vliegtuigsectoren aan te pakken, heeft de Commissie vandaag een nieuwe stap gezet met de inleiding van inbreukprocedures inzake belastingvoordelen in de bedrijfstakken voor pleziervaartuigen van Italië en Isle of Man. Zulke belastingvoordelen kunnen leiden tot ernstige verstoringen van de mededinging, zoals bleek uit de vorig jaar gelekte "Paradise Papers". Naar aanleiding van het onderzoek dat de Commissie hiernaar vervolgens heeft uitgevoerd, en na contacten met de betrokken lidstaten, heeft de Commissie vandaag besloten Italië een aanmaningsbrief te sturen, omdat deze lidstaat geen correcte btw-bedragen heft op de leasing van jachten. De Commissie heeft tevens besloten Italië een met redenen omkleed advies te sturen in verband met een illegaal systeem van vrijstellingen voor brandstof, gebruikt voor de aandrijving van gecharterde jachten in EU-wateren. Ook werd het Verenigd Koninkrijk een schriftelijke aanmaning gestuurd aangaande onjuiste btw-praktijken van Isle of Man in verband met de bevoorrading en leasing van vliegtuigen. Pierre Moscovici, commissaris voor Economische en Financiële Zaken, Belastingen en Douane-unie, zei in dit verband het volgende: "Het is gewoon oneerlijk als bepaalde personen en ondernemingen ermee wegkomen dat zij niet het juiste bedrag aan btw betalen op producten zoals jachten en vliegtuigen. Een gunstige belastingregeling voor particuliere boten en vliegtuigen is duidelijk in tegenspraak met onze gezamenlijk overeengekomen belastingregels en leidt tot sterke verstoringen van de mededinging in de scheepvaart- en luchtvaartsectoren. Tegen deze achtergrond neemt de Commissie maatregelen om op te treden tegen regels waarmee wordt getracht de EU-wetgeving op deze gebieden te omzeilen." Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Aanmaningsbrieven

Belastingen: Commissie verzoekt BELGIË zijn wetgeving inzake tabaksaccijnzen aan te passen

De Commissie heeft vandaag besloten België een aanmaningsbrief te sturen met een verzoek tot wijziging van zijn voorschriften inzake de vernietiging van voorraden van tabaksproducten bij accijnswijzigingen. De Belgische wetgeving verplicht bedrijven hun voorraden te verkopen of te vernietigen vóór het einde van de maand waarin een nieuw accijnstarief wordt ingevoerd. Met name doordat bedrijven buiten de vernietiging van de betrokken tabaksproducten geen alternatief wordt geboden en de maatregel zelfs wordt opgelegd wanneer het nieuwe tarief lager zou zijn dan het vorige, is de Belgische wetgeving in strijd met de EU-regels inzake accijns (Richtlijn 2008/118/EG van de Raad) en met het evenredigheidsbeginsel zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de EU. Als België binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de Belgische autoriteiten een met redenen omkleed advies sturen.

Belastingen: Commissie verzoekt BELGIË arrest Hof van Justitie over schatting van inkomsten uit verhuurde onroerende goederen uit te voeren

De Commissie heeft vandaag besloten België een aanmaningsbrief te sturen wegens het verzuim om uitvoering te geven aan het arrest van 12 april 2018, Commissie/België, C-110/17, inzake de schatting van inkomsten uit verhuurde onroerende goederen. Het Hof van Justitie van de EU heeft geoordeeld dat België niet aan zijn verplichtingen uit hoofde van het EU-recht heeft voldaan doordat het land voor Belgische belastingplichtigen de inkomsten uit verhuurde onroerende goederen in het buitenland berekent op basis van de reële waarde, terwijl de inkomsten uit verhuurde goederen in België gebaseerd zijn op de kadastrale waarde en dus worden berekend op basis van de beschrijving en waardering van het desbetreffende goed. Als België binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie België voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Belastingen: Commissie verzoekt BULGARIJE om correcte omzetting van nieuwe transparantieregels voor uitwisseling van informatie

De Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije een aanmaningsbrief te sturen omdat het land de EU-regels voor de automatische uitwisseling van informatie tussen de lidstaten over financiële inkomsten, waaronder dividenden, vermogenswinsten en rekeningtegoeden (Richtlijn 2014/107/EU van de Raad) niet correct heeft omgezet. De Bulgaarse wetgeving voorziet momenteel in een ruimere uitzondering voor bepaalde te rapporteren personen dan in de EU-wetgeving is toegestaan, laat bepaalde soorten entiteiten, zoals partnerschappen, procedures voor passende zorgvuldigheid ontlopen en sluit bepaalde lijfrenteverzekeringen van haar werkingssfeer uit. Als Bulgarije binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de Bulgaarse autoriteiten een met redenen omkleed advies sturen.

Belastingen: Commissie verzoekt ITALIË zijn regels inzake brandstofprijzen in regio Lombardije in overeenstemming te brengen met EU-wetgeving

De Commissie heeft vandaag besloten Italië een aanmaningsbrief te sturen omdat zijn wetgeving over brandstofprijzen in de regio Lombardije niet in overeenstemming is met de EU-wetgeving. De Italiaanse belastingregels staan een verlaging van het btw-tarief toe afhankelijk van hoe dicht een tankstation bij de grens met Zwitserland ligt. Dit leidt tot twee verschillende btw-tarieven voor hetzelfde product naargelang de plaats waar het product wordt aangekocht. Een dergelijke wettelijke regeling leidt tot verstoringen van de mededinging en is in strijd met de gemeenschappelijke regels van de Unie (btw-richtlijn, Richtlijn 2006/112/EG van de Raad), op grond waarvan het de lidstaten niet toegestaan is vergelijkbare goederen met het oog op de btw verschillend te behandelen. Als Italië binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de Italiaanse autoriteiten een met redenen omkleed advies sturen.

Belastingen: Commissie verzoekt ROEMENIË einde te maken aan mechanisme van gesplitste btw-betaling

De Commissie heeft vandaag besloten Roemenië een aanmaningsbrief te sturen in verband met zijn mechanisme voor gesplitste betaling van de btw. Dit alternatieve mechanisme voor de inning van btw, waarbij de btw op een aparte, geblokkeerde rekening moet worden gestort, wordt sinds 1 januari 2018 door Roemenië toegepast en brengt een aanzienlijke administratieve last met zich mee voor ondernemingen die daar op eerlijke wijze zakendoen. Deze regeling is verplicht voor bepaalde bedrijven, die verplicht worden een afzonderlijke, geblokkeerde bankrekening voor de btw te openen. Hun klanten moeten de factuur gesplitst betalen door de btw apart op de btw-rekening van de leverancier te storten. Het bedrag op de speciale btw-rekening mag door de belastingplichtige alleen worden gebruikt om btw te betalen aan de schatkist en aan zijn leveranciers. Deze maatregelen druisen zowel in tegen de btw-regels van de EU (Richtlijn 2006/112/EG van de Raad) als tegen het beginsel van het vrij verrichten van diensten (artikel 56 VWEU). De aanmaningsbrief van vandaag volgt op een eveneens vandaag aangenomen mededeling van de Commissie, waarin een verzoek van Roemenië tot afwijking van de EU-regels op dit gebied wordt afgewezen op grond van bezwaren die voortvloeien uit het evenredigheidsbeginsel en de verenigbaarheid met het Verdrag. Als Roemenië binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de Roemeense autoriteiten een met redenen omkleed advies sturen.

Sluiting

Belastingen: Commissie sluit zaak voor CYPRUS en LUXEMBURG

De Commissie is ingenomen met de omzetting door Cyprus en Luxemburg van de maatregelen inzake de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied in verband met de toegang van de belastingautoriteiten van de lidstaten tot antiwitwasinlichtingen, bekend als "DAC5" (Richtlijn (EU) 2016/2258 van de Raad). De Commissie heeft vandaag besloten de desbetreffende twee inbreukprocedures te sluiten.

MEMO/18/6247

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail