Voorjaarspakket 2018 van het Europees Semester: Commissie doet aanbevelingen voor de lidstaten om duurzame en inclusieve groei op lange termijn te bereiken

De Commissie legt vandaag de landspecifieke aanbevelingen 2018 voor, waarin zij haar economische beleidsrichtsnoeren voor de lidstaten voor de volgende 12 tot 18 maanden uiteenzet.

De Europese economie groeit in het hoogste tempo sinds tien jaar, met een werkgelegenheid op recordhoogte, herstellende investeringen en verbeterde overheidsfinanciën. Volgens de voorjaarsprognoses 2018 van de Commissie zal de groei in de komende twee jaar licht vertragen maar krachtig blijven. De huidige gunstige omstandigheden moeten worden gebruikt om de economieën en samenlevingen van Europa sterker en veerkrachtiger te maken. De vandaag voorgestelde landspecifieke aanbevelingen bouwen voort op de vooruitgang die de voorbije jaren al is geboekt, en zijn gericht op het benutten van de positieve economische vooruitzichten. Ze zetten de koers uit voor verdere maatregelen van de lidstaten.

Valdis Dombrovskis, vicevoorzitter, bevoegd voor de euro en de sociale dialoog, ook belast met financiële stabiliteit, de financiële diensten en de Kapitaalmarktenunie: "Europa kent de sterkste groei sinds tien jaar en die groei zal dit jaar en volgend jaar blijven duren. Er duiken echter nieuwe risico's op zoals volatiliteit op de mondiale financiële markten en handelsprotectionisme. We moeten de huidige goede tijden aangrijpen om de veerkracht van onze economieën te versterken. Dat wil zeggen dat begrotingsbuffers moeten worden opgebouwd, waardoor landen in de volgende neergang meer manoeuvreerruimte zouden hebben. Dit betekent ook structurele hervormingen om productiviteit, investeringen, innovatie en inclusieve groei te bevorderen."

Marianne Thyssen, commissaris voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit: "In de aanbevelingen van dit jaar ligt de klemtoon meer dan ooit op werkgelegenheid, onderwijs en sociale aangelegenheden. Hieruit blijkt het vaste voornemen van de Commissie om te focussen op de implementatie van de Europese pijler van sociale rechten in alle lidstaten, en om de arbeids- en levensomstandigheden voor alle Europese burgers te verbeteren."

Pierre Moscovici, commissaris voor Economische en Financiële Zaken, Belastingen en Douane: "Vandaag zetten we opnieuw een stap om de crisis volledig achter ons te laten, nu Frankrijk na negen jaar niet langer onderworpen is aan de buitensporigtekortprocedure. Voor de eerste maal sinds de invoering van de eenheidsmunt zullen alle landen van de eurozone een tekort hebben van minder dan 3 % van het bbp in 2018. Het heeft jaren verantwoordelijk begrotingsbeleid gevraagd om de EU-landen tot dit punt te brengen, en we moeten ervoor zorgen dat verantwoordelijkheid ook in de toekomst voorop blijft staan. Daarom sturen we Hongarije en Roemenië een krachtige boodschap dat zij dit jaar en volgend jaar maatregelen moeten nemen om een significante afwijking van hun begrotingsdoelstellingen te corrigeren. Voorkomen is beter dan genezen en nu de economie sterk is, moet worden voorkomen dat ernstige problemen opduiken."

De landspecifieke aanbevelingen 2018

De aanbevelingen focussen op het versterken van de fundamenten voor duurzame en inclusieve groei op lange termijn. Ze zijn gebaseerd op de uitgebreide analyse die de Commissie heeft verricht in de jongste landverslagen, waarin wordt gewezen op problemen in sommige lidstaten die nog altijd een gevolg zijn van de financiële crisis, en de uitdagingen voor de toekomst.

Door de betere economische situatie kan een hernieuwde reeks prioriteiten worden vastgesteld en deze kans zou moeten worden benut om op nationaal niveau het nodige te doen, rekening houdend met de nauwe onderlinge verwevenheid van de economieën van de EU, vooral die van de eurozone.

De Commissie vraagt de lidstaten met name om de structurele hervormingen voort te zetten die het ondernemingsklimaat en de voorwaarden voor investeringen verbeteren, met name door hervormingen van de product- en dienstenmarkten, ondersteuning van innovatie, verbetering van de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot financiering en bestrijding van corruptie.

De lidstaten moeten ook hun economische veerkracht versterken gelet op de langetermijnuitdagingen, zoals demografische trends, migratie en klimaatverandering. Alleen veerkrachtige economieën kunnen zorgen voor economische convergentie op lange termijn en minder ongelijkheden.

In de aanbevelingen van dit jaar wordt in het licht van de in november 2017 afgekondigde Europese pijler van sociale rechten bijzondere aandacht besteed aan sociale uitdagingen. Er is een bijzondere focus op het verschaffen van adequate vaardigheden, het garanderen van doeltreffende en adequate sociale vangnetten en het verbeteren van de sociale dialoog.

De landen wordt ook aanbevolen hervormingen uit te voeren om hun beroepsbevolking op de toekomst voor te bereiden, waaronder op toekomstige vormen van werk, en de digitalisering te vergroten, de inkomensverschillen te verminderen en werkgelegenheidskansen te creëren, vooral voor jongeren.

Vooruitgang met de implementatie van de aanbevelingen

Sinds de start van het Europees Semester in 2011 hebben de lidstaten de landspecifieke aanbevelingen ofwel volledig uitgevoerd ofwel voor meer dan twee derde van de landspecifieke aanbevelingen enige of aanzienlijke vooruitgang geboekt. Ze hebben het meest vooruitgang geboekt op het gebied van financiële diensten, wat het gevolg is van de voorrang die na de economische en financiële crisis aan de stabilisatie van de financiële sector is gegeven. Er is ook een hoge uitvoeringsgraad bij de hervormingen om de creatie van banen met vaste contracten te bevorderen en de versnippering van de arbeidsmarkt aan te pakken. Anderzijds is nog niet in dezelfde mate gevolg gegeven aan de aanbevelingen op het gebied van gezondheid en langetermijnzorg en de verbreding van de belastinggrondslag. Er zijn ook meer inspanningen nodig om de inclusiviteit en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.

In de ambtstermijn van deze Commissie is het Europees Semester steeds meer gestroomlijnd en inclusief geworden, maar de resultaten van de lidstaten in de implementatie van de aanbevelingen voldoen nog niet volledig aan de verwachtingen. Om de lidstaten verder te ondersteunen in de implementatie van de overeengekomen hervormingen, stelt de Commissie een versterkte reeks begrotingsinstrumenten voor.

De correctie van macro-economische onevenwichtigheden blijft aan de gang

De correctie van macro-economische onevenwichtigheden blijft aan de gang, maar sommige bronnen van onevenwichtigheden worden nog altijd niet aangepakt terwijl er nieuwe risico's zijn opgedoken. In verschillende landen zijn de tekorten op de lopende rekening gecorrigeerd, maar in andere landen verandert er amper iets aan de hardnekkige overschotten. De schuldafbouw vindt niet overal in hetzelfde tempo plaats en in sommige lidstaten blijft de particuliere, publieke en externe schuld hoog. De schuldafbouw doorpakken is van essentieel belang om de kwetsbare plekken in deze landen te verminderen. In een groeiend aantal lidstaten moeten de uitdagingen in verband met sterke stijgingen van de huizenprijzen nauwlettend worden gemonitord.

In maart 2018 heeft de Commissie geconcludeerd dat er acht lidstaten met onevenwichtigheden zijn (Bulgarije, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Spanje, Nederland, Portugal en Zweden) en drie landen met buitensporige onevenwichtigheden (Kroatië, Italië en Cyprus). Net als in voorgaande jaren zal voor al deze lidstaten specifieke monitoring plaatsvinden. Dit zal de Commissie in staat stellen de beleidsmaatregelen in het kader van de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden nauwlettend te monitoren, waarbij in de diepte van dit monitoringproces de omvang van de uitdagingen en de ernst van de onevenwichtigheden tot uiting komen.

Evaluatie van de flexibiliteit op grond van de bestaande regels van het stabiliteits- en groeipact

In 2015 heeft de Commissie richtsnoeren verstrekt over het beste gebruik van de flexibiliteit die door de bestaande bepalingen van het stabiliteits- en groeipact wordt geboden. Op basis van deze richtsnoeren werd in 2016 door de Raad Ecofin een gezamenlijk standpunt over flexibiliteit bekrachtigd. Op grond daarvan moet de Commissie tegen juni 2018 de toepassing van de zogenaamde clausule inzake structurele hervormingen en de investeringsclausule evalueren.

De conclusie van de evaluatie luidt dat de kerndoelstellingen van de richtsnoeren van de Commissie en van het gezamenlijk standpunt over flexibiliteit in grote mate zijn bereikt. Uit de ervaring blijkt dat door de toepassing van deze flexibiliteit het juiste evenwicht kon worden gevonden tussen het garanderen van prudent begrotingsbeleid en het stabiliseren van de economie. Het geaggregeerde tekortniveau in de eurozone zal dit jaar dalen tot 0,7 % van het bbp, terwijl de piek in 2009 6,3 % van het bbp beliep. De schuldquote zal naar verwachting dalen van 94,2 % in 2014 tot 86,5 % in 2018.

Voor de toekomst moedigt deze benadering de lidstaten aan om hun begrotingsinspanning in goede tijden op te drijven om de economieën van de EU veerkrachtiger te maken. Nu de economische expansie in Europa in haar vijfde jaar is, is de tijd rijp om begrotingsbuffers op te bouwen.

Richtsnoeren en besluiten op grond van het stabiliteits- en groeipact

Op basis van de beoordeling van de stabiliteits- en convergentieprogramma's van 2018 bieden de landspecifieke aanbevelingen richtsnoeren voor het begrotingsbeleid van de lidstaten in 2019.

De Commissie heeft ook een aantal stappen gedaan onder het stabiliteits- en groeipact.

De Commissie beveelt aan de buitensporigtekortprocedure af te sluiten ten aanzien van Frankrijk. Daardoor zou nog slechts één lidstaat (Spanje) in het corrigerende deel van het pact blijven, terwijl het in 2011 nog om 24 landen ging.

De Commissie heeft ook overeenkomstig artikel 126, lid 3, VWEU verslagen aangenomen over België en Italië, waarin wordt nagegaan in welke mate die landen het schuldcriterium van het Verdrag naleven. In het geval van Italië wijst de analyse erop dat het schuldcriterium moet worden geacht momenteel te zijn nageleefd, met name omdat Italië in 2017 in grote lijnen voldeed aan het preventieve deel van het pact. Voor België was er niet voldoende solide bewijs om te concluderen dat het niet aan de vereisten van het preventieve deel voldeed, zodat het verslag geen sluitende conclusie kon geven over de vraag of het schuldcriterium al dan niet is nageleefd. De Commissie zal volgend jaar opnieuw beoordelen of de twee landen aan het stabiliteits- en groeipact hebben voldaan op basis van de gegevens achteraf voor 2018, die in het voorjaar 2019 moeten worden meegedeeld.

De Commissie heeft Hongarije en Roemenië gewaarschuwd dat er in 2017 sprake is van een significante afwijking van het aanpassingstraject richting de middellangetermijndoelstelling voor de begroting. De Commissie stelt voor dat de Raad een aanbeveling voor Hongarije aanneemt om in 2018 passende maatregelen te nemen met het oog op het corrigeren van deze significante afwijking. Voor Roemenië, waartegen al een procedure wegens significante afwijking loopt, beveelt de Commissie aan dat de Raad een besluit over niet-effectieve actie vaststelt en een aanbeveling aanneemt om in 2018 en 2019 maatregelen te nemen om de significante afwijking te corrigeren.

De Commissie publiceert vandaag ook haar advies over het geactualiseerde ontwerpbegrotingsplan voor Spanje, omdat het ontwerpbegrotingsplan dat vorig jaar in oktober werd ingediend, gebaseerd was op een scenario van "ongewijzigd beleid". De Commissie is van oordeel dat het geactualiseerde ontwerpbegrotingsplan in grote lijnen voldoet aan de vereisten op grond van het stabiliteits- en groeipact, omdat volgens de projecties van de voorjaarsprognoses 2018 van de Commissie het nominale tekort van Spanje in 2018 onder de referentiewaarde van het Verdrag van 3 % van het bbp zal uitkomen. In het advies wordt niettemin opgemerkt dat noch de doelstelling voor het nominale tekort noch de begrotingsinspanning waarom in de aanmaning van de Raad van 2016 werd gevraagd, volgens de projecties dit jaar zal worden bereikt.

Achtergrond

De landspecifieke aanbevelingen aan de lidstaten worden jaarlijks aangepast in het licht van de geboekte vooruitgang en de veranderende situatie. Hun inhoud weerspiegelt de bredere prioriteiten die worden beschreven in de Staat van de Unie van de voorzitter en de jaarlijkse groeianalyse. Voor de lidstaten van de eurozone weerspiegelen ze ook de aanbeveling voor het economische beleid van de eurozone. De analyse en de richtsnoeren in het kader van het Europees Semester zijn coherent met de visie op langere termijn van de Europa 2020-strategie.

In maart 2018 heeft de Commissie als onderdeel van het winterpakket 2018 van het Europees Semester een gedetailleerde analyse voorgesteld van de economische en sociale situatie van elke lidstaat, in de vorm van een landverslag. De Commissie heeft een intensieve dialoog met de lidstaten gevoerd, zowel op politiek als op technisch niveau, om te komen tot een gemeenschappelijke visie op de bevindingen in de verslagen.

In april hebben de lidstaten hun nationale hervormingsprogramma's voorgelegd, alsook een actualisering van hun begrotingsstrategieën in de vorm van stabiliteitsprogramma's (voor de lidstaten van de eurozone) of convergentieprogramma's (voor de lidstaten buiten de eurozone).

De aanbevelingen van vandaag zijn gebaseerd op de dialogen met de lidstaten, de programma's die vorige maand zijn ingediend, gegevens van Eurostat en de onlangs gepubliceerde voorjaarsprognoses 2018 van de Commissie.

De Commissie heeft vandaag ook het convergentieverslag 2018 gepubliceerd, waarin de vooruitgang van lidstaten in de richting van toetreding tot de eurozone wordt beoordeeld. Het betreft zeven niet-eurozonelanden die juridisch verplicht zijn om de euro in te voeren: Bulgarije, Hongarije, Kroatië, Polen, Roemenië, Tsjechië en Zweden.

Volgende stappen

De Commissie vraagt de Raad om de landspecifieke aanbevelingen aan te nemen, en de lidstaten om die aanbevelingen volledig en tijdig te implementeren. De EU-ministers moeten de landspecifieke aanbevelingen bespreken alvorens de staatshoofden en regeringsleiders van de EU deze goedkeuren. De lidstaten implementeren vervolgens de aanbevelingen via hun nationale economische en budgettaire beleid in 2018-2019.

Verdere informatie

Memo over het voorjaarspakket 2018 van het Europees Semester

Overkoepelende mededeling over de landspecifieke aanbevelingen 2018

Landspecifieke aanbevelingen 2018

Buitensporigtekortprocedure voor Frankrijk

Procedure wegens significante afwijking voor Hongarije

Procedure wegens significante afwijking voor Roemenië

Verslag overeenkomstig artikel 126, lid 3, voor België

Verslag overeenkomstig artikel 126, lid 3, voor Italië

Advies over het geactualiseerde Spaanse ontwerpbegrotingsplan

Factsheet met kerncijfers over werkgelegenheid en sociale aspecten

Persbericht over het convergentieverslag 2018

Europese economische voorjaarsprognoses 2018

Tijdlijn van het Europees Semester

Aanbeveling voor de eurozone 2018

Winterpakket 2018 van het Europees Semester

Mededeling over de landverslagen 2018

Landverslagen 2018

Najaarspakket 2017 van het Europees Semester: naar duurzame en inclusieve groei

Waarschuwingsmechanismeverslag 2018

Jaarlijkse groeianalyse 2018

Europese pijler van sociale rechten

Het economisch bestuur van de EU uitgelegd

Volg vicevoorzitter Dombrovskis op Twitter: @VDombrovskis

Volg commissaris Thyssen op Twitter: @mariannethyssen

Volg commissaris Moscovici op Twitter: @Pierremoscovici

Volg DG ECFIN op Twitter: @ecfin

IP/18/3845

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail