Bestrijding van online-desinformatie: deskundigengroep pleit voor meer transparantie van onlineplatforms

De deskundigengroep op hoog niveau inzake nepnieuws en desinformatie heeft een definitie van het fenomeen voorgesteld en een reeks aanbevelingen gedaan in een verslag dat vandaag is overhandigd aan commissaris voor Digitale Economie en Samenleving Mariya Gabriel.

De onafhankelijke deskundigen pleiten voor een gedragscode die onlineplatforms en sociale netwerken zouden moeten volgen. Het verslag vormt een aanvulling op de eerste inzichten van een openbare raadpleging en een Eurobarometer-enquête die ook vandaag zijn gepubliceerd. Deze bijdragen zullen als basis dienen voor een mededeling over de bestrijding van online-desinformatie, die de Commissie in het voorjaar zal uitbrengen.

Commissaris Gabriel: "Mijn dank gaat uit naar de deskundigengroep op hoog niveau en professor Madeleine de Cock Buning voor het uitstekende werk dat zij heeft geleverd als coördinator van de groep, waardoor de krappe termijnen zijn nageleefd. Dankzij alle verzamelde standpunten en de uitgebreide collectieve deskundigheid hebben we nu een breed scala van materiaal ter beschikking waarmee we een aantal tastbare mogelijkheden kunnen voorstellen om de risico's van online verspreide desinformatie beter aan te pakken."

Professor Madeleine de Cock Buning, voorzitter van de deskundigengroep op hoog niveau: "Ik ben zeer tevreden met onze resultaten, in het bijzonder over de inzet van alle belanghebbenden, waaronder de onlineplatforms, wat betreft de maatregelen die wij aan de Commissie voorstellen. Het is een grote stap voorwaarts wat betreft het probleem van de verspreiding van desinformatie: we hebben een stevig uitgangspunt voor een praktijkcode tot stand gebracht met de ondersteuning van een coalitie van verschillende belanghebbenden."

Deskundigengroep op hoog niveau omschrijft het probleem

Het verslag van de deskundigengroep op hoog niveau is specifiek gericht op de problemen die gepaard gaan met online-desinformatie en niet zozeer met nepnieuws. De deskundigen hebben de term "nepnieuws" (fake news) bewust vermeden, omdat deze volgens hen niet volstaat om de complexe problemen van desinformatie uit te drukken. Desinformatie heeft namelijk ook betrekking op inhoud die vervalste informatie met feiten combineert.

In het verslag wordt desinformatie gedefinieerd als valse, onjuiste of misleidende informatie die is opgesteld, weergegeven en verspreid om winst te maken of opzettelijk schade in het publieke domein te veroorzaken. Dergelijke informatie kan een bedreiging vormen voor democratische processen en waarden en kan specifiek gericht zijn op diverse sectoren, zoals gezondheid, wetenschap, onderwijs en financiën. In het verslag wordt benadrukt dat alle relevante partijen moeten worden betrokken bij eventuele maatregelen, en er wordt in de eerste plaats een zelfregulerende aanpak aanbevolen.

De groep beveelt aan de mediageletterdheid te bevorderen om desinformatie te bestrijden; instrumenten te ontwikkelen waarmee gebruikers en journalisten in staat worden gesteld om desinformatie te bestrijden; de diversiteit en duurzaamheid van de Europese nieuwsmedia te waarborgen; en de impact van desinformatie in Europa verder te onderzoeken.

De groep pleit ook voor een gedragscode die onlineplatforms en sociale netwerken zouden moeten volgen. Bij de tien basisprincipes in het verslag gaat het bijvoorbeeld om de transparantie van onlineplatforms, die zij moeten waarborgen door uit te leggen hoe algoritmen de weergegeven nieuwsberichten selecteren. De platforms worden ook aangemoedigd om doeltreffende maatregelen te nemen in samenwerking met Europese nieuwsagentschappen om de zichtbaarheid van betrouwbaar nieuws te vergroten en de toegang tot deze informatie te vergemakkelijken voor de gebruikers.

Deze maatregelen zijn bijzonder belangrijk in de aanloop naar verkiezingsperioden. Tot slot beveelt de deskundigengroep aan een coalitie van verschillende belanghebbenden op te richten om ervoor te zorgen dat de overeengekomen maatregelen worden uitgevoerd, gemonitord en regelmatig worden geëvalueerd.

Enquêtes wijzen op de rol van media van hoge kwaliteit

De Commissie heeft bijna 3 000 antwoorden op de openbare raadpleging van november 2017 ontvangen. Opzettelijke desinformatie die is bedoeld om verkiezingen en het migratiebeleid te beïnvloeden waren de twee belangrijkste categorieën van nepnieuws die volgens de meeste respondenten de samenleving kunnen schaden.

Uit de meest recente Eurobarometer-enquête (ongeveer 26 000 ondervraagde burgers) blijkt dat nepnieuws wijdverspreid wordt geacht in de EU, en volgens 83 % van de respondenten vormt dit fenomeen een gevaar voor de democratie. De enquête wijst ook op het belang van media van hoge kwaliteit: de respondenten beschouwen de traditionele media als de meest betrouwbare bron van informatie (radio 70 %, televisie 66 %, gedrukte media 63%). Online-informatiebronnen (26 %) en videohostingwebsites (27 %) worden gezien als de minst betrouwbare bron van informatie.

Deze resultaten worden bevestigd door de openbare raadpleging, waaruit blijkt dat de respondenten het minste vertrouwen hebben in sociale media, online-nieuwsaggregatiediensten, onlineblogs en websites, en meer vertrouwen hebben in traditionele kranten en tijdschriften, gespecialiseerde websites, onlinepublicaties, nieuwsagentschappen en openbare instanties (meer dan 70 %).

Volgens de openbare raadpleging heerst de opvatting dat desinformatie makkelijker verspreid raakt via sociale media, omdat nepnieuws de emoties van lezers aanspreekt (88 %), wordt verspreid om het publieke debat te sturen (84 %) en is bedoeld om inkomsten te genereren (65 %). De helft van de respondenten is van mening dat de informatie op waarheid controleren nadat deze is gepubliceerd geen oplossing biedt, aangezien de mensen die de oorspronkelijke informatie hebben gezien niet zullen worden bereikt.

Achtergrond

In zijn opdrachtbrief heeft voorzitter Juncker Mariya Gabriel, commissaris voor Digitale Economie en Maatschappij, gevraagd na te gaan welke uitdagingen de onlineplatforms door de verspreiding van valse informatie met zich meebrengen voor onze democratieën, en een denkproces op te starten over wat op EU-niveau moet worden gedaan om onze burgers te beschermen.

De deskundigengroep op hoog niveau is opgericht om de Commissie te adviseren over de reikwijdte van het fenomeen van nepnieuws. De 39 aangewezen deskundigen zijn vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, socialemediaplatforms, nieuwsmedia, journalisten en de academische wereld.

De Europese Unie is reeds actief bezig met de bestrijding van nepnieuws: naar aanleiding van de Europese Raad in maart 2015 is in datzelfde jaar de East Stratcom Task Force opgericht, die onder de bevoegdheid van hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter Mogherini valt en bedoeld is om desinformatie te bestrijden in het oostelijke nabuurschap van de EU. Daarnaast voorzien de recente voorstellen van de Commissie over de modernisering van het EU-auteursrecht in een bepaling om hoogwaardige journalistiek te beschermen door nieuwe rechten toe te kennen aan online-uitgevers, zodat zij zich kunnen aanpassen aan de veranderende digitale omgeving. Op EU-niveau biedt de deskundigengroep van de EU inzake mediageletterdheid eveneens een platform om beste praktijken op het gebied van mediageletterdheid uit wisselen, waaronder een instrument voor burgers om misleidende informatie te ontkrachten.

Meer informatie

Verslag van de deskundigengroep op hoog niveau inzake nepnieuws en desinformatie

Eerste resultaten van de openbare raadpleging

Presentatie over de Eurobarometer-enquête

IP/18/1746

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail