Collectief beheer van rechten: Commissie daagt Polen voor het Hof van Justitie en sluit acht zaken

De Europese Commissie heeft vandaag beslist Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het land geen kennis heeft gegeven van de volledige omzetting in nationaal recht (gedeeltelijke niet-omzetting) van de EU-regels betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan (Richtlijn 2014/26/EU).

De Commissie verzoekt het Hof om Polen een dwangsom van € 87 612.00 per dag op te leggen. De lidstaten hadden tot 10 april 2016 de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten.

Daarnaast heeft de Commissie besloten tot sluiting van de inbreukprocedures tegen acht landen (België, Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Frankrijk, Griekenland, Letland en Portugal) wegens zogenoemd "verzuim van kennisgeving" aan de Commissie van de nationale maatregelen tot omzetting van de richtlijn collectief beheer in nationaal recht. Deze zaken hadden betrekking op het ontbreken van uitvoeringsmaatregelen, en niet op de inhoud van de nationale uitvoeringswetgeving, waarover de Commissie geen standpunt heeft ingenomen. De acht lidstaten hebben de Commissie nu meegedeeld dat de nodige wetgeving is aangenomen om de richtlijn volledig om te zetten in nationale wetgeving.

De richtlijn collectief beheer wil de wijze waarop alle organisaties voor collectief beheer worden geleid, verbeteren door de vaststelling van gemeenschappelijke normen inzake bestuur, transparantie en financieel beheer. Zij bevat ook gemeenschappelijke normen voor de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het onlinegebruik ervan op de interne markt. De richtlijn is een essentieel onderdeel van de Europese wetgeving inzake auteursrechten. Alle organisaties voor collectief beheer moeten hun normen inzake bestuur en transparantie verbeteren.

Volgende stappen

Blijft de omzetting onvolledig en bevestigt het Hof het standpunt van de Commissie, dan moet de dwangsom worden betaald vanaf de datum van de uitspraak, of een door het Hof vastgestelde latere datum, tot de omzetting is voltooid. Over het uiteindelijke bedrag van de dwangsom beslist het Hof, maar het bedrag mag niet hoger zijn dan wat de Commissie heeft voorgesteld.

Achtergrond

De richtlijn collectief beheer (Richtlijn 2014/26/EU) is aangenomen op 26 februari 2014.

De Commissie heeft de EU-inbreukprocedure in mei 2016 ingeleid met een aanmaningsbrief aan Polen. Aangezien de Commissie geen kennisgeving van omzetting heeft ontvangen van de Poolse autoriteiten, heeft zij in februari 2017 een met redenen omkleed advies gestuurd.

Aangezien Polen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan de richtlijn collectief beheer te voldoen, niet heeft vastgesteld dan wel de Commissie niet van dergelijke bepalingen in kennis heeft gesteld tegen 10 april 2016, voldoet het land niet aan de omzettingsverplichtingen uit hoofde van artikel 43 ("Omzetting") van deze richtlijn.

In de praktijk kan de Commissie het Hof overeenkomstig artikel 260, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) vragen geldelijke sancties aan een lidstaat op te leggen indien deze een EU-richtlijn niet binnen de vereiste termijn in nationale wetgeving omzet. De sancties worden bepaald op grond van de ernst en de duur van de inbreuk.

Meer informatie

IP/18/353

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail