Inbreukenpakket voor december: voornaamste beslissingen

Overzicht per beleidsterrein

Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie ("de Commissie") tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 130 procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Zie voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure MEMO/12/12. Zie voor meer details over alle beslissingen het register van inbreukbeslissingen.

  • 1. 
    Digitale eengemaakte markt

(meer informatie: Nathalie Vandystadt - tel. +32 229-67083, Inga Höglund - tel. +32 229-50698)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Collectief beheer van rechten: Commissie daagt BULGARIJE, LUXEMBURG, ROEMENIË en SPANJE voor Hof van Justitie

De Europese Commissie heeft vandaag beslist Bulgarije, Luxemburg, Roemenië en Spanje voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat zij geen kennis hebben gegeven van de volledige omzetting in nationaal recht van de EU-regels betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan (richtlijn collectief beheer, Richtlijn 2014/26/EU), die uiterlijk op 10 april 2016 had moeten plaatsvinden. De Commissie verzoekt het Hof om die vier lidstaten een dwangsom op te leggen (Bulgarije 19 121,60 euro per dag, Luxemburg 12 920,00 euro per dag, Roemenië 42 377,60 euro per dag en Spanje 123 928,64 euro per dag). De inbreukprocedures tegen die landen zijn in mei 2016 ingeleid. Tot dusver hebben deze lidstaten de Commissie niet in kennis gesteld van de nodige maatregelen tot omzetting van de richtlijn in nationaal recht. In een afzonderlijke inbreukprocedure tegen Roemenië heeft de Commissie in mei 2016 beslist een aanmaningsbrief te sturen inzake de toepassing van het systeem van verplicht collectief beheer van muziekwerken. Volgens de Commissie voldoet het Roemeense recht niet aan de richtlijn betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij en de richtlijn collectief beheer. De richtlijn collectief beheer wil de wijze waarop alle organisaties voor collectief beheer worden geleid, verbeteren door de vaststelling van gemeenschappelijke normen inzake bestuur, transparantie en financieel beheer. Zij bevat ook gemeenschappelijke normen voor de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het onlinegebruik ervan op de interne markt. De richtlijn collectief beheer is een essentieel onderdeel van de Europese wetgeving inzake auteursrechten. Alle organisaties voor collectief beheer moeten hun normen inzake bestuur en transparantie verbeteren. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Aanmaningsbrief

Commissie dringt bij ROEMENIË aan op juiste toepassing van systeem van verplicht collectief beheer

De Commissie heeft besloten Roemenië een aanmaningsbrief te sturen wegens niet-mededeling van de volledige tenuitvoerlegging van de EU-regels inzake het systeem van verplicht collectief beheer van muziekwerken. Volgens de Commissie voldoet het Roemeense recht niet aan de richtlijn betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (Richtlijn 2001/29/EG) en de richtlijn collectief beheer (Richtlijn 2014/26/EU). Volgens het Unierecht kunnen auteurs de mededeling van hun werken aan het publiek toestaan of verbieden. Naar Roemeens recht hebben auteurs echter geen andere keuze dan het beheer van hun recht van mededeling aan het publiek van muziekwerken over te laten aan een organisatie voor collectief beheer. Dit berooft de auteur van zijn exclusieve recht van mededeling aan het publiek, wat volgens de Commissie niet strookt met het EU-recht. Roemenië heeft nu twee maanden de tijd om op deze brief te antwoorden.

  • 2. 
    Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

(meer informatie: Christian Wigand - tel. +32 229-62253, Sara Soumillion - tel. +32 229-67094)

Met redenen omkleed advies

Commissie verzoekt ITALIË kennis te geven van volledige omzetting van EU-regels inzake Maritiem Arbeidsverdrag van Internationale Arbeidsorganisatie

Met een met redenen omkleed advies verzoekt de Commissie Italië haar in kennis te stellen van alle nationale maatregelen tot omzetting van de EU-voorschriften inzake het Maritiem Arbeidsverdrag van de IAO van 2006 (MLC; Richtlijn 2009/13/EG van de Raad). De richtlijn strekt tot tenuitvoerlegging van de tussen de sociale partners in de maritieme sector van de EU gesloten overeenkomst tot uitvoering van het MAV. De richtlijn is in werking getreden op 20 augustus 2013, de dag waarop het verdrag in werking is getreden. Zij bevat de bindende bepalingen van het MAV inzake de leef- en werkomstandigheden voor zeevarenden die vallen onder artikel 153 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), in het bijzonder de bepalingen over de arbeidsovereenkomst voor zeevarenden, de minimumleeftijd, de werktijden, gezondheid en veiligheid en het welzijn van zeevarenden. Italië heeft een aantal nationale omzettingsmaatregelen meegedeeld, maar verschillende bepalingen bleven onduidelijk. De Commissie heeft de Italiaanse autoriteiten verzocht om verduidelijking, die zij ook heeft verstrekt. Dat antwoord heeft enige twijfels opgeheven, maar er is nog steeds geen informatie over de nationale maatregelen tot omzetting van bepaalde in de richtlijn opgenomen verplichtingen. Daarom meent de Commissie dat Italië ten dele heeft verzuimd kennis te geven van de maatregelen om de richtlijn uiterlijk op 20 augustus 2014 om te zetten. De Commissie verzoekt Italië thans de nodige maatregelen te treffen om de richtlijn volledig na te komen. Als Italië zijn nationale wetgeving niet binnen twee maanden in overeenstemming met het EU-recht brengt, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

  • 3. 
    Energie

(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen - tel. +32 229-56186, Nicole Bockstaller - tel. +32 229-52589)

Aanmaningsbrieven

Interne energiemarkt: Commissie verzoekt CYPRUS en TSJECHIË uitvoering te geven aan derde energiepakket van EU

De Commissie heeft beslist Cyprus en Tsjechië een aanmaningsbrief te sturen met het formele verzoek de elektriciteitsrichtlijn (Richtlijn 2009/72/EG) en de gasrichtlijn (Richtlijn 2009/73/EG) correct om te zetten en toe te passen. Die richtlijnen maken deel uit van het derde energiepakket en bevatten belangrijke wettelijke bepalingen voor de goede werking van de energiemarkten.

Energie-efficiëntie: Commissie verzoekt GRIEKENLAND en MALTA EU-voorschriften inzake energieprestaties van gebouwen correct toe te passen

De Commissie heeft aanmaningsbrieven gestuurd waarmee zij Griekenland en Malta verzoekt te zorgen voor een juiste toepassing van de Richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (Richtlijn 2010/31/EU). Op grond van deze richtlijn moeten de lidstaten minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe en bestaande gebouwen invoeren en toepassen, moeten zij ervoor zorgen dat gebouwen een energieprestatiecertificering krijgen en moeten zij een regelmatige keuring van verwarmings- en airconditioningsystemen voorschrijven. Daarnaast verplicht de richtlijn de EU-landen ertoe ervoor te zorgen dat alle nieuwe gebouwen met ingang van 2021 (2019 voor openbare gebouwen) "bijna energieneutraal" zijn.

  • 4. 
    Milieu

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Iris Petsa - tel. +32 229-93321)

Met redenen omklede adviezen

Milieueffecten: Commissie verzoekt TSJECHIË volledig aan EU-voorschriften te voldoen

De Europese Commissie dringt er bij Tsjechië op aan, de resterende gevallen van niet-overeenstemming met de EU-wetgeving inzake de milieueffectbeoordeling (MEB; Richtlijn 2011/92/EU) aan te pakken. De richtlijn wil waarborgen dat projecten die waarschijnlijk belangrijke gevolgen voor het milieu zullen hebben, terdege worden beoordeeld alvorens ze worden goedgekeurd. De Commissie heeft in april 2013 een formele inbreukprocedure ingeleid. Aan de meeste bezwaren die de Commissie toen heeft geopperd, zijn de Tsjechische autoriteiten in 2015 tegemoetgekomen. Een aantal kwesties is echter nog niet opgelost. De Tsjechische wetgeving houdt geen rekening met projecten die nog niet zijn uitgevoerd, vóór 1 april 2015 zijn onderzocht of gewijzigd voordat een vergunning is verleend. Daarnaast is voor die projecten de toegang tot de rechter niet gegarandeerd, zoals de richtlijn vereist. De Tsjechische autoriteiten hebben nu twee maanden de tijd om deze toestand te verhelpen; anders kan de Commissie Tsjechië voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Water: Commissie dringt bij HONGARIJE aan op eerbiediging van EU-regels voor behandeling van stedelijk afvalwater

De Commissie heeft besloten Hongarije een met redenen omkleed advies te sturen omdat 22 agglomeraties niet voldoen aan de vereisten van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad). Onbehandeld afvalwater kan een risico voor de volksgezondheid vormen en meren, rivieren, de bodem, de kustwateren en het grondwater verontreinigen. Al deze agglomeraties hadden uiterlijk op 31 december 2008 (in kwetsbare gebieden met een inwonerequivalent van meer dan 10 000) of 31 december 2010 (in normale gebieden met een inwonerequivalent van meer dan 15 000) aan de vereisten moeten voldoen, zoals bepaald in de Toetredingsakte van Hongarije. De Commissie heeft in februari 2017 een formele inbreukprocedure ingeleid. Uit de laatste gegevens die de Hongaarse autoriteiten hebben verstrekt, blijkt dat nog niet aan de EU-wetgeving is voldaan, en het antwoord van Hongarije maakt niet duidelijk wanneer dat het geval zal zijn. De Hongaarse autoriteiten hebben nu twee maanden de tijd om deze toestand te verhelpen; anders kan de Commissie Hongarije voor het Hof van Justitie van de EU dagen. Deze zaak is een onderdeel van een horizontale actie tegen 12 lidstaten waarvoor uit hoofde van hun respectieve Toetredingsverdragen een tijdelijke afwijking gold.

Lucht: Commissie verzoekt POLEN nieuwe EU-wetgeving ter verbetering van luchtkwaliteit om te zetten

De Commissie dringt bij Polen aan op omzetting van de EU-regels betreffende de referentiemethoden, de validatie van gegevens en de locatie van de bemonsteringspunten voor de beoordeling van de luchtkwaliteit (Richtlijn (EU) 2015/1480 van de Commissie). De richtlijn actualiseert een aantal doelstellingen voor de gegevenskwaliteit en de referentiemethoden voor het meten van bepaalde stoffen die de lucht verontreinigen. Zij vult ook de criteria voor de beoordeling van de gegevens inzake de luchtkwaliteit en de situering van de bemonsteringspunten aan. De lidstaten moesten deze richtlijn uiterlijk op 31 december 2016 hebben omgezet. Nu Polen dat niet heeft gedaan, brengt de Commissie een met redenen omkleed advies uit, waarbij zij de Poolse autoriteiten twee maanden de tijd geeft om te reageren. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie Polen voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Plastic tassen: Commissie verzoekt PORTUGAL EU-voorschriften inzake lichte plastic draagtassen om te zetten

De Commissie roept Portugal op de omzetting van de afvalwetgeving van de EU (richtlijn plastic tassen, Richtlijn (EU) 2015/720) in zijn nationale recht te voltooien. Teneinde de verspilling van hulpbronnen alsook zwerfafval aan te pakken, moesten de lidstaten uiterlijk op 27 november 2016 maatregelen hebben vastgesteld om het verbruik van lichte plastic draagtassen te verminderen, zoals vereist uit hoofde van de richtlijn. Nationale overheden kunnen kiezen uit een lijst van maatregelen ter verwezenlijking van de gezamenlijk overeengekomen doelstellingen. Deze omvatten economische instrumenten, zoals toeslagen of heffingen. Een andere mogelijkheid zijn nationale reductiestreefcijfers: de lidstaten moeten ervoor zorgen dat tegen het einde van 2019 jaarlijks ten hoogste 90 dergelijke tassen per persoon worden verbruikt. Eind 2025 moet dat aantal verder zijn gedaald tot ten hoogste 40 tassen per persoon. Beide mogelijkheden kunnen door middel van hetzij verplichte maatregelen, hetzij overeenkomsten met de bedrijfssectoren worden bereikt. Het is ook mogelijk om plastic tassen te verbieden, mits dergelijke verbodsbepalingen niet buiten de grenzen vallen die in de richtlijn zijn vastgesteld teneinde het vrije verkeer van goederen binnen de Europese eengemaakte markt te vrijwaren. De Commissie controleert bij voorrang of de lidstaten de verplichting om deze richtlijn om te zetten, zijn nagekomen. De Commissie stuurt Portugal vandaag een met redenen omkleed advies omdat het de Commissie nog altijd niet in kennis heeft gesteld van zijn maatregelen. De Portugese autoriteiten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren. als zij dat niet doen, kan de Commissie besluiten Portugal voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.

Aanmaningsbrieven

Water: Commissie dringt bij HONGARIJE aan op omzetting van EU-voorschriften inzake drinkwater

De Commissie verzoekt Hongarije om in alle delen van het land te voldoen aan de parameterwaarden voor arseen, borium en fluoride die zijn vastgesteld in de drinkwaterrichtlijn (Richtlijn 98/83/EG van de Raad). Voor 365 gebieden in Hongarije gold een tijdelijke afwijking, die op 25 december 2012 is verstreken. Uit een rapport van de Hongaarse autoriteiten van april 2016 bleek dat sommige van die gebieden nog steeds niet aan de eisen van de richtlijn voldeden. Daarom leidde de Commissie in mei 2016 met een aanmaningsbrief een formele inbreukprocedure in, die betrekking had op de 66 niet-conforme gebieden. Blijkens een recent rapport uit Hongarije bevatte dat eerdere rapport voor verschillende gebieden echter onjuiste gegevens. Daarom heeft de Commissie vandaag besloten Hongarije een aanvullende aanmaningsbrief te sturen in verband met 28 niet-conforme gebieden. Hongarije heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Dierenwelzijn: Commissie verzoekt HONGARIJE maatregelen ter bescherming van laboratoriumdieren correct om te zetten

De Europese Commissie heeft besloten Hongarije een aanmaningsbrief te sturen wegens de onjuiste omzetting in het Hongaarse recht van een aantal EU-voorschriften inzake de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (Richtlijn 2010/63/EU). De richtlijn, die uiterlijk op 10 november 2012 moest zijn omgezet, garandeert een hoog niveau van dierenwelzijn met behoud van de goede werking van de interne markt. Tevens beoogt de richtlijn het minimaliseren van het aantal voor experimentele doeleinden gebruikte dieren en schrijft zij waar mogelijk alternatieven voor. De Hongaarse autoriteiten hebben de richtlijn onjuist omgezet in nationaal recht en moeten daarom verschillende gevallen van niet-nakoming aanpakken. Hoewel de Hongaarse autoriteiten zich bereid hebben getoond om het merendeel van deze kwesties aan te pakken, zijn de nodige wetswijzigingen tot dusver nog niet goedgekeurd. Hongarije heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Lawaai: Commissie dringt er bij FRANKRIJK en GRIEKENLAND op aan actieplannen inzake omgevingslawaai goed te keuren

De Commissie roept Frankrijk en Griekenland op de kernbepalingen van de richtlijn omgevingslawaai (Richtlijn 2002/49/EG) te eerbiedigen. Omgevingslawaai - veroorzaakt door het weg-, spoorweg- en luchtverkeer - is na luchtverontreiniging de belangrijkste oorzaak van vroegtijdige sterfte. Op grond van de richtlijn omgevingslawaai moeten de lidstaten geluidsbelastingkaarten aannemen waaruit de blootstelling aan lawaai in de grotere agglomeraties, langs belangrijke spoorwegen en wegen alsook op belangrijke luchthavens blijkt. Die kaarten worden vervolgens gebruikt als basis voor het vaststellen van maatregelen in het kader van geluidsactieplannen. Voor Frankrijk ontbreken actieplannen voor 58 agglomeraties en voor een groot aantal belangrijke wegen, belangrijke spoorwegen of belangrijke luchthavens. Griekenland heeft nog steeds niet alle geluidsbelastingkaarten en actieplannen voor agglomeraties en belangrijke wegen opgesteld, en heeft evenmin het huidige actieplan herzien voor een belangrijke luchthaven. Frankrijk en Griekenland hebben bovendien ook niet alle bestaande belangrijke infrastructuur op hun grondgebied in kaart gebracht. De Commissie heeft daarom besloten beide lidstaten een aanmaningsbrief te sturen waarin zij twee maanden de tijd krijgen om de situatie te verhelpen; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen. Sinds 2016 heeft de Commissie tegen 13 lidstaten een horizontale inbreukprocedure over omgevingslawaai ingeleid.

Milieueffecten: Commissie verzoekt SPANJE bij regularisatie van bepaalde projecten EU-regels juist toe te passen

De Commissie heeft vandaag een formele inbreukprocedure tegen Spanje ingeleid na klachten over de gevolgen van een urbanisatieproject dat moet worden gerealiseerd in een toeristenoord op het Spaanse eiland Fuerteventura. Volgens de Commissie is het project goedgekeurd zonder dat naar behoren is vastgesteld of een voorafgaande milieueffectbeoordeling van de gevolgen ervan noodzakelijk was in het kader van de milieueffectrapportage (MER; Richtlijn 2011/92/EU) en zonder dat een passende effectbeoordeling van de gevolgen voor de speciale beschermingszones is verricht, die vereist is krachtens de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van de Raad). Bovendien is het project door de Spaanse rechtbanken nietig verklaard, maar de bouwwerkzaamheden werden niet opgeschort en werden voortgezet in het kader van een gewijzigd project. Daarom zendt de Commissie een aanmaningsbrief waarin zij Spanje verzoekt om de milieueffectbeoordelingsrichtlijn en de habitatrichtlijn na te leven wanneer onrechtmatige constructies worden geregulariseerd krachtens de regionale wetgeving van de Canarische Eilanden. Spanje heeft nu twee maanden de tijd om te reageren; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 5. 
    Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

(meer informatie: Lucia Caudet - tel. +32 229-56182, Maud Noyon - tel. +32 229-80379)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Betalingsachterstanden: Commissie daagt ITALIË voor Hof van Justitie wegens verzuim om ervoor te zorgen dat leveranciers tijdig worden betaald

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Italië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens systemische vertraging bij betalingen door de Italiaanse overheid in commerciële transacties, hetgeen neerkomt op een inbreuk op de EU-regels inzake betalingsregelingen (richtlijn betalingsachterstand, Richtlijn 2011/7/EU). Volgens de richtlijn betalingsachterstand moeten overheidsinstanties voor goederen en diensten betalen binnen 30 dagen of, in zeer uitzonderlijke gevallen, binnen 60 dagen na ontvangst van de rekening. De Commissie hecht groot belang aan de aanpak van het probleem van te late betaling door de overheid, dat ook in verschillende andere lidstaten is vastgesteld, en streeft naar een strikte handhaving van de Richtlijn betalingsachterstand. Tijdige betalingen zijn vooral belangrijk voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), die voor hun financieel beheer, hun concurrentievermogen en in veel gevallen hun voortbestaan, afhankelijk zijn van een positieve kasstroom. De Commissie waardeert de inspanningen die de Italiaanse autoriteiten hebben geleverd om de situatie te verbeteren sinds de inbreukprocedure is ingeleid met een aanmaningsbrief van juni 2014 en een daaropvolgend met redenen omkleed advies van februari 2017. Drie jaar na de inleiding van de inbreukprocedure doen de Italiaanse autoriteiten er gemiddeld echter nog steeds ongeveer 100 dagen over om hun facturen te betalen, met pieken die veel hoger kunnen liggen. De Commissie heeft derhalve besloten Italië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Commissie daagt HONGARIJE voor Hof van Justitie van de EU wegens hogeronderwijswet

Vandaag heeft de Europese Commissie besloten Hongarije voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen omdat zijn hogeronderwijswet, zoals gewijzigd op 4 april 2017, de activiteiten van universiteiten van binnen en buiten de EU onevenredig beperkt, en weer in overeenstemming moet wordt gebracht met het EU-recht. De Commissie deed dit omdat de wet zoals gewijzigd niet verenigbaar is met de vrijheid die instellingen voor hoger onderwijs genieten om eender waar in de EU diensten te leveren en zich te vestigen. Daarnaast blijft de Commissie ook van mening dat de nieuwe wetgeving indruist tegen het recht op academische vrijheid, het recht op onderwijs en de vrijheid van ondernemerschap zoals vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de juridische verplichtingen van de Unie uit hoofde van het internationaal handelsrecht (de in het kader van de Wereldhandelsorganisatie WTO gesloten Algemene Overeenkomst betreffende de handel in diensten, GATS). De inbreukprocedure tegen Hongarije is door de Commissie in april 2017 ingeleid. Nu Hongarije in zijn antwoorden op de aanmaningsbrief, hetmet redenen omkleed advies en het aanvullend met redenen omkleed advies bij zijn standpunt bleef en de hogeronderwijswet niet in overeenstemming met het EU-recht heeft gebracht, heeft de Commissie besloten Hongarije voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Verwijzingen naar het Hof van Justitie van de Europese Unie, aanmaningsbrief, met redenen omkleed advies

Beroepskwalificaties: Commissie daagt BELGIË, DUITSLAND en FRANKRIJK voor Hof en start inbreukprocedure tegen Cyprus

De Commissie heeft besloten België, Duitsland en Frankrijk voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens hun verzuim om kennis te geven van de volledige omzetting van het EU-recht betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (Richtlijn 2013/55/EU). De herziene richtlijn moest uiterlijk op 18 januari 2016 in nationaal recht zijn omgezet. In september 2016 zond de Commissie de Belgische, de Duitse en de Franse autoriteiten een met redenen omkleed advies. België, Frankrijk en Duitsland hebben de Commissie nog altijd geen kennis gegeven van de volledige omzetting van de richtlijn. Hoewel er wezenlijke vooruitgang is geboekt, vooral door Duitsland en Frankrijk, heeft de Commissie besloten de drie landen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. De Commissie zal het Hof verzoeken om een dwangsom op te leggen van of 22 260,48 euro aan België, 53 287,52 euro aan Frankrijk en 62 203,68 euro aan Duitsland vanaf de dag waarop het Hof uitspraak doet tot de dag waarop de richtlijn volledig in nationaal recht is omgezet en van kracht is. Tegelijkertijd dringt de Commissie bij Cyprus aan op het opheffen van beperkingen inzake bepaalde beroepsregels die met het Unierecht onverenigbaar zijn. De Commissie stuurt Cyprus een aanmaningsbrief wegens het niet erkennen van beroepsopleidingen op het gebied van ingenieurstechnieken en architectuur die Cypriotische burgers hebben genoten in andere lidstaten, hetgeen niet strookt met Richtlijn 2005/36/EG. Bovendien beantwoorden de nationale voorschriften niet ten volle aan het beginsel van automatische erkenning van door architecten in het buitenland verworven beroepskwalificaties, zoals vastgelegd in artikel 49 van Richtlijn 2005/36/EG. Cyprus heeft nu twee maanden de tijd om de situatie te verhelpen; anders kan de Commissie besluiten Cyprus een met redenen omkleed advies te sturen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex%3A32005L0036

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie en aanmaningsbrief

Overheidsopdrachten: Commissie daagt vier lidstaten voor Hof van Justitie en leidt nieuwe procedure in

De Europese Commissie heeft beslist Luxemburg, Oostenrijk, Slovenië en Spanje voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat zij geen kennis hebben gegeven van de volledige omzetting van de EU-voorschriften inzake overheidsopdrachten en concessies (Richtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU, 2014/25/EU) in hun nationale recht. Alle lidstaten hadden uiterlijk op 18 april 2016 kennis moeten geven van de omzetting van de recentste voorschriften inzake overheidsopdrachten. De Commissie zond in mei 2016 aanmaningsbrieven aan 21 lidstaten die deze regels niet hadden omgezet, en in december 2016 een met redenen omkleed advies aan 15 van hen. De vier lidstaten hebben nog steeds geen kennis gegeven van de omzetting van de volgende teksten: a) Oostenrijk en Luxemburg - Richtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU, 2014/25/EU; Spanje - Richtlijnen 2014/23/EU, 2014/25/EU; Slovenië - Richtlijn 2014/23/EG. De Commissie heeft daarom besloten die vier landen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. De Commissie zal het Hof verzoeken om, naar gelang van de betrokken richtlijn, dwangsommen op te leggen van 52 972 euro, 42 377,6 euro en 42 377,6 euro per dag aan Oostenrijk, 12 920 euro, 11 628 euro en 11 628 euro per dag aan Luxemburg, 8 992,32 euro per dag aan Slovenië en 61 964,32 euro en 123 928,64 euro per dag aan Spanje vanaf de dag waarop het Hof uitspraak doet tot het moment waarop die richtlijnen volledig in nationaal recht zijn omgezet en worden toegepast. Tegelijkertijd stuurt de Commissie Nederland een aanmaningsbrief omdat het de Nederlandse woningcorporaties niet als aanbestedende diensten heeft aangemerkt, ook al zijn zij betrokken bij overheidsopdrachten. Volgens de Commissie heeft Nederland het transparantiebeginsel in Richtlijn 2014/23/EU en Richtlijn 2014/24/EU geschonden. Nederland heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Verwijzing naar Hof van Justitie van de Europese Unie en sluiting

Diensten: Commissie daagt OOSTENRIJK voor Hof van Justitie en sluit zaak tegen CYPRUS

Vandaag heeft de Commissie besloten Oostenrijk voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens overdreven beperkende regels inzake het verrichten van diensten door architecten, ingenieurs, octrooigemachtigden en dierenartsen. Tegelijkertijd beëindigt de Commissie een procedure tegen Cyprus, omdat het aan de bezwaren van de Commissie tegemoetgekomen is en de beperkingen op ingenieursbureaus heeft opgeheven. De Oostenrijkse wetgeving stelt een aantal vereisten aan gereglementeerde beroepen: vestigingsvereisten voor architecten, ingenieurs en octrooigemachtigden; rechtsvorm en buitensporige eisen inzake aandeelhouderschap voor architecten, ingenieurs, octrooigemachtigden en dierenartsen; beperkingen van multidisciplinaire ondernemingen van architecten, ingenieurs en octrooigemachtigden. Volgens de Commissie leveren deze vereisten ongerechtvaardigde belemmeringen op van de dienstverlening door beoefenaren van deze beroepen, en druisen zij in tegen de vrijheid van dienstverrichting (artikelen 49 en 56 van het Verdrag betreffende de werking van de EU, TFEU) en de dienstenrichtlijn (artikelen 14, 15 en 25 van Richtlijn 2006/123/EG). Oostenrijk is verzocht de schending van het EU-recht te beëindigen, eerst bij aanmaningsbrief van juni 2015, daarna bij een met redenen omkleed advies van februari 2016 en, na briefwisseling met de Oostenrijkse autoriteiten, een aanvullend met redenen omkleed advies van november 2016. Nu de Oostenrijkse autoriteiten bij hun standpunt blijven, heeft de Commissie besloten Oostenrijk voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. Daarnaast heeft de Commissie besloten een procedure te beëindigen die tegen Cyprus was ingeleid met betrekking tot het aan ingenieursbureaus in Cyprus opgelegde vereiste van 100 % aandeelhouderschap. De bepaling van het Cypriotische recht hield in dat alle aandeelhouders van dergelijke ondernemingen gekwalificeerde beroepsbeoefenaren moesten zijn die over alle stemrechten moesten beschikken. Volgens de Commissie waren deze beperkingen onevenredig en druisten zij in tegen de vrijheid van vestiging en de dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG). Na het besluit van de Commissie van november 2016 om de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de EU, heeft Cyprus zijn wetgeving zodanig gewijzigd dat een gewone meerderheid van de aandelen en de stemrechten in handen moet zijn van beroepsbeoefenaren. Op basis daarvan heeft de Commissie vandaag besloten de procedure te beëindigen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Aanmaningsbrief

Vrij verkeer van goederen: Commissie roept SPANJE op om beperkingen ten aanzien van invoer van homeopatische geneesmiddelen op te heffen

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Spanje een aanmaningsbrief te sturen in verband met beperkingen t.a.v. de parallelle invoer van homeopathische geneesmiddelen. De bestaande praktijken maken het in de praktijk onmogelijk om homeopathische middelen die rechtmatig in andere EU-lidstaten in de handel worden gebracht, in Spanje in de handel te brengen. De Commissie is van oordeel dat deze praktijk in strijd is met de voorschriften inzake het vrije verkeer van goederen (artikel 34 VWEU) en de richtlijn betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (artikel 6 en artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2001/83). Spanje heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten Spanje een met redenen omkleed advies te sturen.

Sluitingen

Commissie beëindigt inbreukprocedures in kansspelsector en sluit desbetreffende klachten af

De Europese Commissie doet haar politieke toezegging voor een strategischer aanpak van de handhaving van EU-wetgeving gestand en heeft vandaag besloten de door haar ingeleide inbreukprocedures op het gebied van kansspelen en de behandeling van de desbetreffende klachten te beëindigen. De Commissie-Juncker heeft vanaf het begin het vizier op haar politieke prioriteiten gericht en die energiek nagestreefd. Deze politieke benadering komt ook tot uitdrukking in de wijze waarop de Commissie inbreukdossiers behandelt In de Mededeling "EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing" wordt beschreven volgens welke benadering de Commissie strategische prioriteit aan zaken toekent, waarbij zij de verschillende betrokken publieke en particuliere belangen zorgvuldig tegen elkaar afweegt. In dezelfde zin heeft de Commissie vandaag besloten de door haar ingeleide inbreukprocedures op het gebied van onlinegokken en de behandeling van de desbetreffende klachten tegen een aantal lidstaten te beëindigen. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft herhaaldelijk erkend dat de lidstaten het recht hebben om kansspeldiensten aan banden te leggen wanneer dat noodzakelijk is voor de bescherming van doelstellingen van algemeen belang, zoals de bescherming van minderjarigen, de strijd tegen gokverslaving en de bestrijding van onregelmatigheden en fraude. De Commissie erkent de grotere politieke legitimiteit van de doelstellingen van algemeen belang die de lidstaten bij het reguleren van kansspeldiensten nastreven. De Commissie neemt er tevens nota van dat de lidstaten zich inspannen om het nationale rechtskader voor onlinegokken te moderniseren, de vraag van burgers naar kansspelen weg te leiden van ongereguleerd aanbod naar toegelaten en gecontroleerde websites, en ervoor te zorgen dat de exploitanten belasting betalen. Tegen deze achtergrond heeft het voor de Commissie geen prioriteit gebruik te maken van haar bevoegdheid een inbreukprocedure te starten om zodoende de totstandkoming van een interne markt van de EU op het gebied van onlinegokdiensten te bevorderen. De Commissie zal de lidstaten blijven ondersteunen bij hun inspanningen om het nationale rechtskader voor onlinegokken te moderniseren en de samenwerking tussen de nationale regelgevende instanties op het gebied van kansspelen te bevorderen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

  • 6. 
    Justitie, consumentenzaken en gendergelijkheid

(meer informatie: Christian Wigand - tel. +32 229-62253, Melanie Voin - tel. +32 229-58659)

Verwijzing naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Europese Commissie daagt HONGARIJE voor Hof van Justitie in verband met ngo-wet

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Hongarije voor het Hof van Justitie te dagen in verband met de nieuwe wet betreffende met buitenlands kapitaal gefinancierde ngo's. Dit is de derde stap in de inbreukprocedure. Het is een vervolg op de aanmaningsbrief die de Commissie op 14 juli van dit jaar heeft verstuurd en op het met redenen omklede advies van 4 oktober. De Commissie had besloten een procedure tegen Hongarije in te leiden wegens niet-nakoming van de Verdragsbepalingen over het vrije verkeer van kapitaal, in verband met bepalingen in de ngo-wet die een discriminatie en een onevenredige beperking van buitenlandse giften aan niet-gouvernementele organisaties inhouden. Bovendien handelt Hongarije volgens de Commissie in strijd met de vrijheid van vereniging en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens, die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat moet worden gelezen in samenhang met de bepalingen van het EU-Verdrag over het vrije verkeer van kapitaal. Hongarije heeft de aanmaningsbrief van de Commissie beantwoord op 14 augustus en 7 september. Nadat de Commissie de door Hongarije ingediende toelichting zorgvuldig heeft bestudeerd, is zij tot de conclusie gekomen dat haar ernstige bedenkingen niet zijn weggenomen, en heeft zij daarom een met redenen omkleed advies verstuurd. Hongarije had een maand de tijd om de maatregelen te nemen die nodig zijn om aan dat met redenen omklede advies te voldoen. De Hongaarse autoriteiten hebben het met redenen omkleed advies niet binnen de gestelde termijn beantwoord. Ook is Hongarije nog niet overgegaan tot wijziging of intrekking van de litigieuze bepalingen van de wet op de ngo's om aan het EU-recht te voldoen. Daarom heeft de Commissie besloten de zaak op grond van artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) aanhangig te maken bij het Hof van Justitie. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen en aanmaningsbrieven

Commissie roept 8 lidstaten op om vierde antiwitwasrichtlijn om te zetten

Vandaag heeft de Commissie Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen en Roemenië opgeroepen de vierde antiwitwasrichtlijn (Richtlijn (EU) 2015/849) om te zetten in hun nationale wetgeving. De nieuwe EU-voorschriften versterken de bestaande antiwitwasbepalingen en versterken de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Alle lidstaten moesten deze richtlijn vóór 26 juni 2017 omzetten. De acht lidstaten hebben geen omzettingsmaatregelen gemeld en de wetsontwerpen doorlopen nog de nationale wetgevingsprocedure. Daarom verzoekt de Commissie deze acht landen - na hen in de gelegenheid te hebben gesteld om opmerkingen naar aanleiding van haar aanmaningsbrieven van juli 2017 in te dienen - de nodige maatregelen te nemen om de richtlijn volledig na te leven. Als deze lidstaten hun nationale wetgeving niet binnen twee maanden in overeenstemming met het EU-recht brengen, kan de Commissie de zaken voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU. Naast de inbreukprocedures tegen een aantal lidstaten die de Commissie in juli heeft ingeleid, heeft de Commissie op 23 november 2017 nieuwe inbreukprocedures ingeleid en aanmaningsbrieven gestuurd aan België en Spanje, aangezien de Commissie heeft geoordeeld dat de gemelde maatregelen geen volledige omzetting van EU-voorschriften over de antiwitwasrichtlijn in de nationale rechtsstelsels inhielden. België en Spanje hebben nu twee maanden de tijd om de aanmaningsbrief te beantwoorden; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Sluiting

Commissie en ITALIË vinden oplossing voor pakketreizenkwestie, zodat consumenten worden beschermd wanneer een touroperator failliet gaat

Vandaag heeft de Europese Commissie een inbreukprocedure tegen Italië gesloten, aangezien dit land de nationale voorschriften op het gebied van pakketreizen heeft aangepast aan de EU-pakketreizenrichtlijn (Richtlijn 90/314/EEG van de Raad). Op grond van de EU-wetgeving moeten organisatoren van pakketreizen over een insolventiebescherming beschikken, zodat consumenten een terugbetaling ontvangen en worden gerepatrieerd wanneer de organisator failliet gaat. Door een klacht van een Italiaanse consumentenorganisatie in 2011 was de Commissie in kennis gesteld van een probleem met het Italiaanse nationale garantiefonds (Fondo Nazionale di Garanzia). Nadat de touroperator Todomondo in 2009 failliet was gegaan, had het fonds meer dan 4000 vorderingen tot terugbetaling ontvangen, voor een totaalbedrag van bijna 7 miljoen euro. Het fonds beschikte echter niet over voldoende geld om dit bedrag uit te keren. Daarom heeft de Commissie in 2012 een inbreukprocedure ingeleid. Dankzij wijzigingen in de Italiaanse wetgeving - die in juli 2016 in werking zijn getreden - hebben de Italiaanse autoriteiten het ondergefinancierde nationale garantiefonds nu vervangen door een verplichting voor touroperators en reisbureaus om een verzekering af te sluiten of een bankgarantie te verschaffen voor alle betalingen die zij van consumenten ontvangen. Deze bescherming kan ook worden geboden door middel van particuliere collectieve fondsen. Reizigers die gebruikmaken van Italiaanse touroperators zijn nu volledig beschermd wanneer de onderneming failliet gaat. Italië heeft ook regelingen getroffen voor de terugbetaling aan alle reizigers die in het verleden als gevolg van insolventies geld zijn kwijtgeraakt.

  • 7. 
    Maritieme zaken en visserij

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Iris Petsa - tel. +32 229-93321)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Geïntegreerd maritiem beleid van de EU: Commissie daagt BULGARIJE, FINLAND en GRIEKENLAND voor Hof van Justitie

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije, Finland en Griekenland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens niet-kennisgeving of slechts gedeeltelijke kennisgeving van maatregelen tot omzetting van de EU-voorschriften tot vaststelling van een kader voor maritieme ruimtelijke planning (Richtlijn 2014/89/EU). De lidstaten moesten de richtlijn vóór 18 september 2016 omzetten. De Commissie zal het Hof verzoeken om een dwangsom op te leggen van 14 089,60 euro per dag aan Bulgarije, 7 739,76 euro per dag aan Finland en 31 416,00 euro per dag aan Griekenland vanaf de dag waarop het Hof uitspraak doet tot de dag waarop de richtlijn volledig in nationaal recht is omgezet en van kracht is. De inbreukprocedures tegen Bulgarije, Finland en Griekenland zijn ingeleid in november 2016, en de met redenen omklede adviezen in deze procedure zijn verstuurd in juli 2017. Bulgarije en Griekenland hebben de Commissie niet meegedeeld dat zij de maatregelen hebben goedgekeurd die nodig zijn om de richtlijn om te zetten. Finland heeft de Commissie in kennis gesteld van de goedkeuring van maatregelen die nodig zijn om de richtlijn om te zetten, maar die maatregelen gelden alleen voor het Finse vasteland en niet voor de provincie Åland, die ook onder de richtlijn valt. Door de grote vraag naar ruimte op zee - voor opwekking van hernieuwbare energie, scheepvaart, visserij, aquacultuur en andere doeleinden - is de noodzaak duidelijk geworden om de Europese wateren gezamenlijk en coherenter te gaan beheren. Maritieme ruimtelijke planning werkt over grenzen en sectoren heen om ervoor te zorgen dat menselijke activiteiten op zee op efficiënte, veilige en duurzame wijze plaatsvinden. Maritieme ruimtelijke planning ondersteunt en faciliteert rechtstreeks de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Belangrijke doelstellingen ervan zijn een hoge graad van werkgelegenheid en productiviteit, en sociale cohesie en inclusie. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

  • 8. 
    Migratie, binnenlandse zaken en burgerschap

(meer informatie: Tove Ernst - tel. +32 22986764, Katarzyna Kolanko - tel. +32 22963444)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Herplaatsing: Commissie daagt HONGARIJE, POLEN en TSJECHIË voor Hof van Justitie

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Hongarije, Polen en Tsjechiëvoor het Hof van Justitie te dagen wegens niet-nakoming van hun wettelijke verplichtingen inzake herplaatsing. Op 15 juni 2017 heeft de Commissie inbreukprocedures tegen Tsjechië, Hongarije en Polen ingeleid. De antwoorden van de drie lidstaten werden niet bevredigend geacht en de Commissie heeft besloten over te gaan tot de volgende fase van de inbreukprocedure door met redenen omklede adviezen te sturen op 26 juli 2017. Hoewel het Hof van Justitie van de EU in zijn arrest van 6 september heeft bevestigd dat de herplaatsingsregeling rechtsgeldig is, komen Hongarije, Polen en Tsjechië hun wettelijke verplichtingen niet na. De ontvangen antwoorden waren opnieuw niet bevredigend en de drie lidstaten hebben niet te kennen gegeven dat zij zullen bijdragen aan de uitvoering van de noodherplaatsingsregeling. Daarom heeft de Commissie besloten te bevestigen dat er nog steeds sprake is van de inbreuken die zij heeft vastgesteld in haar met redenen omklede adviezen en over te gaan tot de volgende fase van de inbreukprocedure. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen

Migratie: Europese Commissie zet nieuwe stap in inbreukprocedure tegen HONGARIJE in verband met zijn asielwet

De Europese Commissie heeft vandaag besloten een nieuwe stap te zetten in de inbreukprocedure tegen Hongarije wat de asielwetgeving van het land betreft, door een met redenen omkleed advies te sturen. De Commissie heeft de inbreukprocedure tegen Hongarije ingeleid in december 2015. Na een reeks contacten op zowel politiek als technisch niveau met de Hongaarse autoriteiten en de geuite bedenkingen tegen de in maart dit jaar ingevoerde wijzigingen van de Hongaarse asielwet, heeft de Commissie op 17 mei 2017 besloten een aanvullende aanmaningsbrief te sturen. Na de analyse van het antwoord van de Hongaarse autoriteiten, en gezien de nieuwe wetgeving die in oktober door het Hongaarse parlement is goedgekeurd, ziet de Commissie af van vier van de elf kwesties die in de aanvullende aanmaningsbrief aan de orde kwamen. Het antwoord van de Hongaarse autoriteiten werd echter nog steeds onbevredigend geacht omdat de meeste bezwaren niet zijn weggenomen. Volgens de Commissie is de Hongaarse wetgeving nog altijd niet in overeenstemming met het EU-recht, en met name niet met Richtlijn 2013/32/EU inzake asielprocedures, Richtlijn 2008/115/EG inzake terugkeer, Richtlijn 2013/33/EU inzake opvangvoorzieningen, en diverse bepalingen van het Handvest van de grondrechten. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Aanmaningsbrieven:

Legale migratie: Commissie roept GRIEKENLAND, NEDERLAND en PORTUGAL op tarieven voor verblijfsvergunningen voor ingezetenen van derde landen te herzien en dringt bij ROEMENIË aan op correcte omzetting van richtlijnen inzake legale migratie

De Commissie heeft vandaag besloten schriftelijke aanmaningen te sturen aan Griekenland, Nederland en Portugal omdat zij buitensporige en onevenredige leges aanrekenen voor verblijfsvergunningen die zijn afgegeven uit hoofde van de EU-richtlijnen over legale migratie; en aan Roemenië wegens de onjuiste omzetting en tenuitvoerlegging van zekere bepalingen in de EU-richtlijnen inzake legale migratie. Deze richtlijnen bepalen de voorwaarden voor toegang en verblijf van bepaalde categorieën migranten, zoals studenten, onderzoekers en hooggekwalificeerde werknemers, alsmede langdurig ingezetenen en begunstigden van voorschriften over gezinshereniging. Weliswaar mogen lidstaten administratieve vergoedingen heffen voor de behandeling van aanvragen, maar buitensporige en onevenredige vergoedingen zijn in strijd met het recht van de aanvragers. Het gaat om de uitvoering door alle vier de lidstaten van de studentenrichtlijn (Richtlijn 2004/114/EG van de Raad), de onderzoekersrichtlijn (Richtlijn 2005/71/EG van de Raad), de blauwekaartrichtlijn (Richtlijn 2009/50/EG van de Raad ) en de richtlijn gecombineerde vergunning (Richtlijn 2011/98/EU), alsmede om de uitvoering van de richtlijn langdurig ingezetenen (Richtlijn 2003/109/EC van de Raad) en de gezinsherenigingsrichtlijn (Richtlijn 2003/86/EG van de Raad) door Griekenland, Portugal en Roemenië. De Commissie is ook van mening dat Griekenland niet aan zijn verplichtingen op grond van de richtlijn langdurig ingezetenen voldoet door voorwaarden voor de hernieuwing van de verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen te stellen in plaats van deze automatisch te vernieuwen. Bovendien heeft de Commissie vandaag een inbreukprocedure ingeleid tegen Roemenië over de onjuiste omzetting en uitvoering van bepalingen in de EU-richtlijnen over legale migratie over de afwijzing van aanvragen voor verblijfsvergunningen en de verplichting om weigeringen met redenen te omkleden. Hiermee worden de volgende richtlijnen bedoeld: de gezinsherenigingsrichtlijn Richtlijn 2003/86/EG), de studentenrichtlijn (Richtlijn 2004/114/EG), de onderzoekersrichtlijn (Richtlijn 2005/71/EG), de blauwekaartrichtlijn (Richtlijn 2009/50/EG) en de richtlijn gecombineerde vergunning (Richtlijn 2011/98/EU). Griekenland, Nederland, Portugal en Roemenië hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie.

  • 9. 
    Mobiliteit en vervoer

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Alexis Perier - tel. +32 229-69143)

Met redenen omkleed advies

Duurzaam vervoer: Commissie verzoekt OOSTENRIJK om omzetting van voorschriften betreffende uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen

De Commissie verzoekt Oostenrijk om de EU-voorschriften betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (Richtlijn 2014/94/EU) volledig om te zetten. Het hoofddoel van de richtlijn is een gemeenschappelijk kader vast te stellen voor de grootschalige uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen in Europa. Het is van belang de afhankelijkheid van olie voor vervoer te verlagen, de gevolgen voor het milieu te verminderen en daardoor bij te dragen aan de Europese strategie voor emissiearme mobiliteit die de Commissie op 20 juni 2016 heeft goedgekeurd. De richtlijn bevat de minimumvoorschriften voor de opbouw van de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, met inbegrip van oplaadpunten voor elektrische voertuigen en tankpunten voor aardgas en waterstof. Deze had uiterlijk op 18 november 2016 moeten zijn omgezet. Toch heeft Oostenrijk de Commissie slechts gedeeltelijk in kennis gesteld van maatregelen tot omzetting van de richtlijn in nationaal recht. Oostenrijk heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie van deze maatregelen in kennis te stellen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Aanmaningsbrieven

Verkeersveiligheid: Commissie verzoekt CYPRUS voorschriften inzake technische controle volledig om te zetten

De Europese Commissie heeft besloten Cyprus een aanmaningsbrief te sturen met als verzoek de EU-wetgeving over periodieke technische controles voor motorvoertuigen en aanhangwagens (Richtlijn 2014/45/EU) volledig om te zetten en uit te voeren. De richtlijn betreft alle typen voertuigen en definieert geharmoniseerde voorschriften voor de punten die tijdens de technische controle moeten worden getest, de methoden, de defecten en de beoordeling ervan. Wanneer de richtlijn niet wordt omgezet en uitgevoerd, worden de voorschriften in de EU inconsistent toegepast, met alle nadelige gevolgen voor de verkeersveiligheid. Cyprus heeft nu twee maanden de tijd om aan de EU-wetgeving te voldoen; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Zeevarenden: Commissie roept Ierland op om te voldoen aan EU--voorschriften over wederzijdse erkenning van bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden

De Europese Commissie heeft besloten Ierland een aanmaningsbrief te sturen wegens niet-nakoming van de EU-voorschriften over de wederzijdse erkenning van bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden (Richtlijn 2005/45/EG). In februari 2017 hebben de Ierse autoriteiten een "Marine Notice" bekendgemaakt, waarin onder meer wordt bepaald dat bekwaamheidsbewijzen die zijn afgegeven door opleiders die door de bevoegde autoriteit van andere lidstaten zijn erkend, niet worden aanvaard als gelijkwaardig aan de opleidingen in Ierland. Ierland heeft nu twee maanden de tijd om aan de EU-wetgeving te voldoen; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Zeevarenden: Commissie verzoekt ITALIË te voldoen aan EU-voorschriften over minimumopleidingsniveau van zeevarenden

De Commissie heeft besloten Italië een aanmaningsbrief te sturen omdat het land niet voldoet aan de Europese voorschriften over het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (Richtlijn 2008/106/EG, in de gewijzigde versie). De Commissie verzoekt Italië om maatregelen te nemen, vooral wat betreft de scholings- en opleidingsprogramma's voor zeevarenden, alsmede de opzet, beoordeling en goedkeuring van de cursussen; erkenning van bekwaamheidsbewijzen; certificering en goedkeuring van de bekwaamheidbewijzen voor scheepswerktuigkundigen op managementniveau; en vereisten voor certificering. Italië heeft nu twee maanden de tijd om aan de EU-wetgeving te voldoen; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Commissie verzoekt ROEMENIË om EU-voorschriften tot instelling van één Europese spoorwegruimte correct om te zetten

De Commissie heeft vandaag besloten Roemenië een aanmaningsbrief te sturen wegens tekortkomingen in de toepassing van de EU-voorschriften tot instelling van één Europese spoorwegruimte (Richtlijn 2012/34/EU). De aanmaningsbrief betreft nieuwe internationale diensten voor treinreizigers, de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen en informatie over de voorwaarden en kosten voor toegang tot diensten in terminals, stations en werkplaatsen. In de nationale wetgeving ontbreekt de verplichting om de spoorwegsector te raadplegen over nieuwe contractuele overeenkomsten en om de bestaande overeenkomsten aan te passen aan de nieuwe voorschriften. De nationale wetgeving moet ook een transparante selectieprocedure voorschrijven voor de leidinggevenden met beslissingsbevoegdheid van de regelgevende instantie op spoorweggebied. Roemenië heeft nu twee maanden de tijd om aan de EU-wetgeving te voldoen; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 10. 
    Belastingen en douane-unie

(meer informatie: Vanessa Mock - tel. +32 229-56194, Patrick Mc Cullough - tel. +32 229-87183)

Verwijzing naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Belastingen: Commissie daagt OOSTENRIJK voor Hof van Justitie in verband met btw-behandeling van volgrecht voor kunstwerken

De Europese Commissie heeft besloten Oostenrijk voor het Hof van Justitie te dagen wegens onjuiste toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op de uitkering van royalty's aan artiesten bij de doorverkoop van kunstwerken. Het volgrecht - op grond waarvan zogeheten royalty's worden geheven - is een niet voor afstand vatbaar en onvervreemdbaar eigendomsrecht dat waarborgt dat de auteur van een origineel werk van grafische of beeldende kunst in economisch opzicht in het succes van het betrokken werkt deelt. Dit recht maakt het mogelijk dat de maker, onder bepaalde voorwaarden, een percentage van de verkoopprijs van een kunstwerk ontvangt wanneer het wordt doorverkocht. Op grond van het nu geldende Oostenrijkse recht wordt over uitkeringen van royalty's aan de maker van een kunstwerk of aan de rechthebbenden van de royalty's bij de doorverkoop van een origineel kunstwerk btw geheven. Dit is in strijd met de btw-wetgeving, op grond waarvan btw alleen is verschuldigd voor goederen en diensten dir onder bezwarende titel (d.w.z. tegen betaling) worden geleverd (btw-richtlijn, Richtlijn 2006/112/EG van de Raad). In een eerder arrest heeft het Hof van Justitie van de EU geoordeeld dat wanneer een persoon diensten verleent zonder een directe betaling te ontvangen, er geen grondslag of bedrag is op basis waarvan btw kan worden toegepast. Volgens het Hof zijn dergelijke diensten daarom niet belastbaar met btw (arrest van 3 maart 1994, C-16/93, R.J. Tolsma). Aangezien royaltybetalingen voor volgrecht onder bezwarende titel worden betaald voor goederen of diensten die door de maker van het kunstwerk zijn geleverd, mag er geen btw over worden geheven. De Europese Commissie heeft in juli 2016 besloten de Oostenrijkse autoriteiten een met redenen omkleed advies te sturen. Nu Oostenrijk zijn nationale wetgeving niet in overeenstemming met het EU-recht heeft gebracht, heeft de Commissie besloten Oostenrijk voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omkleed advies

Belastingen: Commissie verzoekt LETLAND zijn nationale belastingsvoorschriften over kapitaalinbreng in ondernemingen in de vorm van onroerend goed aan te passen aan de EU-wetgeving

De Commissie heeft vandaag besloten Letland een aanmaningsbrief te sturen wegens schending van de EU-voorschriften betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (Richtlijn 2008/7/EG van de Raad). Momenteel voorziet de Letse wetgeving in een maximum voor de registratiekosten wanneer de eigendom van niet voor bewoning bestemd onroerend goed wordt overgedragen door een koop- of ruilovereenkomst of op een veiling. Een dergelijk maximum geldt echter niet voor de overdracht van eigendom in de vorm van kapitaalinbreng. In sommige gevallen resulteert dit in een ongunstige behandeling van kapitaalinbreng die onverenigbaar is met het recht van de Unie. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies. Als er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie Letland voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Met redenen omklede adviezen en sluitingen

Belastingen: Commissie verzoekt BELGIË omzetting van nieuwe transparantievoorschriften voor uitwisseling van fiscale rulings, en sluit zaken tegen BULGARIJE, CYPRUS en PORTUGAL

De Commissie heeft besloten België een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-kennisgeving van de omzetting van nieuwe maatregelen voor de automatische uitwisseling van fiscale rulings tussen belastingautoriteiten in de EU (Richtlijn (EU) 2015/2376 van de Raad). De lidstaten moesten deze richtlijn uiterlijk op 31 december 2016 hebben omgezet. De nieuwe voorschriften moeten helpen bij de aanpak van grensoverschrijdende belastingontwijking, agressieve belastingplanning en schadelijke belastingconcurrentie. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies. Als er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie België voor het Hof van Justitie van de EU dagen. Intussen heeft de Commissie de omzetting van dezelfde maatregelen door Bulgarije, Cyprus en Portugal verwelkomd en heeft zij vandaag besloten de respectieve inbreukprocedures te sluiten.

Belastingen: Commissie verzoekt CYPRUS om omzetting van nieuwe voorschriften voor automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied per land, en sluit zaken voor zes lidstaten

De Europese Commissie heeft besloten Cyprus een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-kennisgeving van de omzetting van nieuwe maatregelen voor verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (Richtlijn (EU) 2016/881 van de Raad). De lidstaten moesten deze richtlijn uiterlijk op 4 juni 2017 hebben omgezet. De nieuwe voorschriften moeten helpen bij de aanpak van grensoverschrijdende belastingontwijking, agressieve belastingplanning en schadelijke belastingconcurrentie. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies. Als er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie Cyprus voor het Hof van Justitie van de EU dagen. Intussen heeft de Commissie de omzetting van dezelfde maatregelen door België, Bulgarije, Griekenland, Portugal, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk verwelkomd en heeft zij vandaag besloten de respectieve inbreukprocedures te sluiten.

Aanmaningsbrieven

Belastingen: Commissie verzoekt FRANKRIJK nationale belastingvoorschriften over rentebaten uit obligaties en bepalingen over aftrekbaarheid van deelnemingsvergoedingen in overeenstemming te brengen met EU-wetgeving

De Commissie heeft vandaag besloten Frankrijk een aanmaningsbrief te sturen omdat het het recht op aftrek van kapitaalverliezen beperkt tot inschrijvers op obligaties die zijn uitgegeven door ingezeten entiteiten. De Commissie stuurt Frankrijk eveneens een aanmaningsbrief wegens de nadelige behandeling van niet-ingezeten belastingplichtigen. Op grond van de huidige Franse regeling mogen ingezeten belastingplichtigen kosten en uitgaven die verband houden met de deelname volledig aftrekken van de belastinggrondslag, terwijl deze kosten voor niet-ingezeten belastingbetalers slechts gedeeltelijk aftrekbaar zijn. Deze beperkingen zijn in strijd met het EU-recht betreffende de vrijheid van vestiging (artikel 49 VWEU), de vrijheid van kapitaalverkeer (artikel 63 VWEU) en de artikelen 31 en 40 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER), die het recht van vestiging en het vrije verkeer van kapitaal in de EU en de EER moeten garanderen. Als Frankrijk zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de Franse autoriteiten een met redenen omkleed advies toesturen.

Sluitingen

Belastingen: Commissie sluit vier zaken omdat lidstaten melding hebben gemaakt van omzetting van de voorschriften over verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen

De Europese Commissie is ingenomen met de omzetting van de voorschriften over de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op het gebied van belastingen (Richtlijn 2014/107/EU van de Raad) door Cyprus, Kroatië, Malta en Slowakije. Volgens deze voorschriften vallen financiële inkomsten, met inbegrip van dividenden en vermogenswinsten, en rekeningtegoeden onder de automatische inlichtingenuitwisseling binnen de EU. De Commissie heeft vandaag besloten tot beëindiging van de inbreukprocedures die in januari 2016 tegen deze lidstaten waren ingeleid.

MEMO/17/4767

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail