De nieuwe bio-verordening

De nieuwe bio-verordening

De Commissie verwelkomt de steun van de Raad voor het akkoord tussen de medewetgevers over de nieuwe regels voor biologische productie en ziet uit naar de goedkeuring van de nieuwe verordening. Na goedkeuring zullen de nieuwe regels op 1 januari 2021 in werking treden. Dat geeft de producenten, de marktdeelnemers en de handelspartners voldoende tijd om zich aan te passen aan het nieuwe kader.

Waarom nieuwe regels voor de biologische sector?

Veel van de huidige regels zijn meer dan 20 jaar oud en moeten worden bijgestuurd om rekening te houden met de grote veranderingen die de biologische sector van de EU in de laatste twee decennia heeft ondergaan. Toen de huidige regels voor het eerst werden opgesteld, waren biologische producten nog een niche binnen de landbouw- en voedingssector van de EU. Vandaag is dat niet langer het geval: biologische productie behoort tot de meest dynamische landbouwsectoren in de EU. Jaarlijks neemt de oppervlakte landbouwgrond die wordt gebruikt voor biologische landbouw, met ongeveer 400 000 hectare toe. De biomarkt in de EU is ongeveer 27 miljard EUR waard, zowat 125 % meer dan tien jaar geleden. De bestaande lappendeken van regels en afwijkingen biedt deze uiterst belangrijke sector van de Europese landbouw onvoldoende zekerheid en veiligheid. Door de eenvoudigere en meer geharmoniseerde aanpak van de nieuwe verordening zou de sector dus nog sneller kunnen groeien.

Welke meerwaarde levert de hervorming op en wat zal er veranderen?

De nieuwe regels garanderen eerlijke voorwaarden voor de biologische landbouwers in de EU en dankzij het EU-logo voor biologische producten zullen consumenten in heel Europa dezelfde kwaliteitsgaranties krijgen. Die kwaliteitswaarborg is uiterst belangrijk, aangezien biologische producten voor de meeste consumenten duurder zijn.

De belangrijkste verbetering betreft de invoering van één set regels die in de hele EU voor de volledige biologische sector geldt. In het kader van de oude regels bestond er een "à la carte"-systeem van uitzonderingen, soms op het niveau van één producent. De flexibiliteit die dergelijke uitzonderingen boden, wordt met de nieuwe regels niet overboord gegooid: naar behoren gemotiveerde uitzonderingen blijven mogelijk, bijvoorbeeld om een biologisch door een ander ingrediënt te vervangen als er onvoldoende voorraden zijn. Die uitzonderingen zullen echter worden beperkt in de tijd, op geregelde tijden worden geëvalueerd en indien nodig worden toegepast op alle producenten, zodat wordt gegarandeerd dat iedereen eerlijk wordt behandeld. Voor alle biologische producenten en producten zullen dezelfde regels gelden.

Ook landbouwers uit derde landen die biologische producten uitvoeren naar de EU-markt, zullen aan de uniforme set regels moeten voldoen. De regels komen in de plaats van het huidige systeem waarbij meer dan 60 verschillende, als evenwaardig beschouwde normen van toepassing zijn op ingevoerde biologische producten. Op dit moment is het zo dat in eenzelfde land zonder gelijkwaardigheidsregeling met de EU verschillende normen kunnen gelden. De certificeringsinstanties stellen immers hun eigen normen vast. Conformiteit met de uniforme set EU-regels zal in de plaats komen van het gelijkwaardigheidsbeginsel. Ook de handel zal erop vooruit gaan, voornamelijk door het creëren van een gelijk speelveld tussen marktdeelnemers uit de EU en uit derde landen.

Een aantal nieuwe producten zullen voortaan onder de regels vallen, bijvoorbeeld zout, kurk en etherische oliën. In de toekomst zullen ook nieuwe producten kunnen worden toegevoegd om tegemoet te komen aan de ontwikkeling van de sector en aan de vraag van de consument, waardoor producenten nieuwe mogelijkheden zullen krijgen.

De nieuwe verordening betekent een vereenvoudiging voor de landbouwers. Zo zullen kleine landbouwers nu voor groepscertificering kunnen kiezen, waardoor certificering hun minder zal kosten en waardoor zij gemakkelijker kunnen deelnemen aan de regeling voor biologische producten.

Ook zullen nieuwe mogelijkheden worden gecreëerd door het openen van een nieuwe markt voor biologische zaden en ander teeltmateriaal met een grote genetische biodiversiteit. Dat is goed voor de biodiversiteit en de duurzaamheid van de gewassen en zal een stimulans bieden voor innovatie. De weerstand tegen plagen en ziekten zal toenemen en er zal worden gefocust op een betere aanpassing aan lokale omstandigheden.

Zullen die nieuwe regels leiden tot meer controles en meer administratieve rompslomp voor biologische producenten en certificeringsinstanties?

Integendeel: de nieuwe regels zullen zorgen voor een evenwicht tussen de noodzaak om controles uit te voeren zodat de consument zijn vertrouwen in de sector niet verliest, en de lasten die daarmee gepaard gaan voor zowel de landbouwers als de bevoegde instanties. De controles vinden plaats op het niveau van de lidstaten. Om de doeltreffendheid ervan te waarborgen, worden ze niet op voorhand aangekondigd. De standaardprocedure houdt jaarlijkse controles in, maar in het kader van de nieuwe regels wordt erkend dat dat niet noodzakelijk altijd nodig is voor gevestigde biologische producenten. De nationale autoriteiten zullen kunnen beslissen om producenten die bij drie opeenvolgende jaarlijkse controles met alles in orde bleken, slechts eenmaal om de twee jaar te controleren. Daardoor zullen er minder administratieve lasten zijn voor zowel de landbouwers als de nationale overheidsdiensten.

Zijn pesticiden toegestaan in biologische voeding?

De regels voor biologische productie zijn zeer duidelijk: gecertificeerde producenten mogen voor hun gewassen in geen geval niet-toegestane stoffen, zoals pesticiden, gebruiken. Dat is altijd het geval geweest en de nieuwe regels zullen daar niets aan veranderen.

Wel verwijzen de nieuwe regels naar de voorzorgsmaatregelen die de producenten moeten nemen ter beperking van het risico op onopzettelijke "contaminatie" met pesticiden die worden gebruikt voor conventionele gewassen die in de buurt van biologische gewassen worden geteeld. De toepassing van die maatregelen zal worden gecontroleerd door de nationale autoriteiten. De consumenten moeten er ten volle op kunnen vertrouwen dat voor producten met het EU-bio-logo geen actief gebruik is gemaakt van pesticiden en dat alle mogelijke voorzorgen zijn genomen om het geringe risico op de onopzettelijke aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen te beperken.

In gevallen waarin wordt beweerd dat biologische producten pesticiden bevatten, moet dat door de nationale autoriteiten worden onderzocht. Er zal echter slechts een formele onderzoeksprocedure worden ingesteld wanneer die beweringen duidelijk gemotiveerd zijn. Het onderzoek moet erop gericht zijn de bron en de oorzaak van de aanwezigheid van die stoffen te vinden en moet met elke geschikte methode zo snel mogelijk het vertrouwen herstellen.

De Commissie zal binnen vier jaar vanaf de datum van toepassing van de nieuwe verordening, d.i. 1 januari 2021, de situatie beoordelen. Op basis van die beoordeling kan een omvattende analyse worden gemaakt van de nationale regels en praktijken inzake drempels voor niet-toegestane stoffen en kan worden nagegaan welke verdere maatregelen op dit gebied moeten worden genomen.

Wat betekenen de nieuwe regels voor ingevoerde biologische producten?

De nieuwe verordening heeft niet alleen betrekking op biologische producten uit de EU, maar ook op producten die uit andere landen in de EU worden ingevoerd.

Wat de erkende controleorganen betreft, zullen dezelfde regels gelden voor producenten in de EU en producenten in derde landen die hun producten op de eengemaakte markt van de Europese Unie willen verkopen. In plaats van op hun productie normen toe te passen die als gelijkwaardig aan de EU-voorschriften worden beschouwd, zullen producenten in derde landen nu aan dezelfde regels moeten voldoen als producenten in de EU. Het gelijkwaardigheidsbeginsel wordt zo vervangen door een beginsel van conformiteit. Op die manier wordt een gelijk speelveld gecreëerd voor alle producenten, die de garantie krijgen dat zij allemaal dienen te voldoen aan dezelfde strenge normen, terwijl de consument erop kan vertrouwen dat alle in de EU verkochte producten, ongeacht hun oorsprong, aan dezelfde kwaliteitsnormen voldoen.

Tot nu toe werden ingevoerde producten gecertificeerd overeenkomstig de nationale regels van gelijkwaardige derde landen, of overeenkomstig de ongeveer 60 verschillende, door de EU als gelijkwaardig met de eigen regels voor biologische producten erkende regels van controleorganen. Zo stonden sommige controleorganen het gebruik toe van bepaalde gewasbeschermingsproducten die in de EU niet worden gebruikt (bijvoorbeeld als bescherming tegen ziekten die in Europa niet voorkomen en waarvoor er dus geen Europese regels bestaan).

Wat met de overeenkomsten inzake biologische producten tussen de EU en andere landen?

De EU heeft ten aanzien van verschillende niet-EU-landen (zogeheten derde landen) de gelijkwaardigheid erkend van de regels voor biologische productie en de overeenkomstige controlesystemen. Sommige derde landen (zoals Canada, Japan, de Verenigde Staten, Tunesië, Nieuw-Zeeland, enz.) hebben de EU eveneens als gelijkwaardig erkend aan de hand van gelijkwaardigheidsregelingen of -overeenkomsten, waarbij beide partijen elkaars regels voor biologische producten en controlesystemen hebben erkend als gelijkwaardig op grond van hun respectieve regels. Daardoor kunnen Europese consumenten kiezen uit een breed scala van biologische producten en worden uitvoermogelijkheden geboden voor de EU-producenten.

De bestaande regelingen of overeenkomsten zullen waar nodig binnen een redelijke termijn aan de nieuwe regels moeten worden aangepast.

Om de marktdeelnemers een meer solide wettelijk kader te bieden, moeten de bestaande erkenningen van gelijkwaardigheid van derde landen zonder regeling van wederzijdse gelijkwaardigheid, worden omgezet in wederzijdse handelsovereenkomsten. De overgangsperiode van vijf jaar biedt de EU en haar partners de tijd om te onderhandelen over een tot wederzijds voordeel strekkende overeenkomst.

Wat betekenen de nieuwe regels voor biologische productie in kassen?

Een van de belangrijkste vereisten voor biologische productie is dat de gewassen hun voedsel vooral uit het ecosysteem van de bodem halen. De nieuwe verordening bevestigt de verbondenheid met de bodem als basisbeginsel. Dat betekent dat "afgescheiden perken" niet worden beschouwd als verenigbaar met de biologische beginselen in ruime zin.

In de lidstaten waar het gebruik van kassen in de biologische landbouw al is toegestaan, zal dat in het kader van de nieuwe verordening nog gedurende een beperkte periode van tien jaar mogelijk blijven. Vijf jaar na de toepassingsdatum van de nieuwe verordening zal de Commissie een verslag over het gebruik van afgescheiden perken in kassen presenteren, dat indien nodig gepaard kan gaan met een wetgevingsvoorstel.

Zullen de regels gelden voor alle biologische producten, waaronder verwerkte producten?

De nieuwe bio-verordening zal van toepassing zijn op levende en onverwerkte landbouwproducten, waaronder zaden en ander teeltmateriaal, en op verwerkte landbouwproducten die worden gebruikt als levensmiddel of diervoeder. Verwerkte producten kunnen slechts als biologisch worden geëtiketteerd als ten minste 95% van de ingrediënten van agrarische oorsprong biologisch is.

MEMO/17/4686

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail