Vragen en antwoorden: systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF — Rapid Alert System for Food and Feed)

Wat is het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF)?

Bijna veertig jaar geleden, in 1979, is het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF) ingevoerd; dit is allereerst een IT-instrument dat is opgezet om snel informatie over gezondheidsrisico's in verband met levensmiddelen en diervoeders tussen nationale overheden uit te wisselen.

Een land dat lid is van het netwerk en dat een gevaar voor de gezondheid vaststelt, informeert de overige leden van het netwerk over het betreffende product en de maatregelen die zijn getroffen om het risico aan te pakken. Deze maatregelen omvatten het achterhouden, terugroepen, in beslag nemen of weigeren van producten. Door de snelle informatie-uitwisseling kunnen alle RASFF-leden meteen controleren of het risico ook hen betreft en of dringende maatregelen noodzakelijk zijn. De overheden van de getroffen landen hebben de verantwoordelijkheid om de nodige noodmaatregelen te nemen, waaronder directe informatieverstrekking aan het publiek, het terugtrekken van producten van de markt en controles ter plaatse.

Op basis van welke criteria stuurt een lid van het RASFF een kennisgeving?

Wanneer leden van het RASFF (zie de vraag hieronder) informatie over een ernstig risico voor de gezondheid in verband met een levensmiddel of diervoeder hebben, moeten zij de Commissie daar via het systeem onmiddellijk van in kennis stellen. De specifieke criteria voor een kennisgeving zijn in de wetgeving vastgelegd [1].

Wie zijn lid van het RASFF?

  • Alle EU-lidstaten,
  • de EER-landen (Noorwegen, Liechtenstein en IJsland) en het EVA-secretariaat, dat de input van de EER-landen coördineert,
  • de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en
  • de Europese Commissie, als beheerder van het systeem;
  • ingevolge een overeenkomst die op 1 januari 2009 in werking is getreden, is Zwitserland gedeeltelijk lid van het systeem voor wat betreft het weigeren aan de grens van producten van dierlijke oorsprong.

Waarom hebben wij het RASFF nodig?

Het RASFF ondersteunt de snelle uitwisseling van informatie tussen overheidsinstanties op het gebied van de volksgezondheid over risico's in verband met levensmiddelen en diervoerders. Met dit instrument kunnen alle RASFF-leden tegelijkertijd gecoördineerde en samenhangende maatregelen treffen om het hoogst mogelijke niveau van bescherming van de consument te waarborgen.

Hoe werkt het in de praktijk?

Alles begint met een kennisgeving door een lid van het RASFF-netwerk van een ernstig, direct of indirect, gevaar voor de volksgezondheid dat verband houdt met een levensmiddel of diervoeder. Deze informatie bereikt de Europese Commissie (als beheerder van het systeem) die op haar beurt de kennisgeving controleert en onmiddellijk aan de overige leden van het netwerk doorstuurt.

Er wordt een gemeenschappelijk model gebruikt om alle relevante en nuttige informatie te verstrekken, waaronder de identificatie van het product, de vastgestelde risico's, de getroffen maatregel(en) en informatie over de herkomst van het product.

Na ontvangst van de informatie controleren de andere leden van het netwerk of het risico hen ook betreft. Als het product bij hen op de markt is, kunnen zij het met behulp van de informatie in de kennisgeving traceren. Zij brengen verslag uit over wat zij hebben gevonden en welke maatregelen zij hebben getroffen om alle RASFF-leden transparant en wederzijds te informeren. Als het om producten uit de EU gaat, brengt de lidstaat waaruit het product afkomstig is, ook verslag uit over het resultaat van zijn onderzoek naar de oorsprong, de distributie en de oorzaak van het vastgestelde probleem. Dit stelt de overige leden van het netwerk ertoe in staat indien en wanneer nodig snel actie te ondernemen.

Daarnaast biedt het systeem zijn leden de mogelijkheid, na een kennisgeving door een ander lid van het RASFF, verduidelijking te vragen over de timing, het toepassingsgebied en de aard van de kennisgeving. Wanneer er bijvoorbeeld bewijs is dat een incident eerder had kunnen worden gemeld, is het mogelijk het kennisgevende land om een toelichting te vragen.

Waarvan wordt in het RASFF voornamelijk kennisgegeven?

Ongeveer de helft van de kennisgevingen betreft controles aan de buitengrenzen van de EER [2], op plaatsen van binnenkomst of grensinspectieposten wanneer een zending niet voor invoer wordt toegelaten (aangeduid met "grenscontrole - zending vastgehouden") of wanneer aan de grens een monster voor analyse is genomen (aangeduid met "screening") en de zending is vrijgegeven (aangeduid met "grenscontrole - zending vrijgegeven").

Het volgende stadium zijn officiële controles op de interne markt.

Tot slot kunnen kennisgevingen het gevolg zijn van een klacht van een consument, van een bedrijf dat kennisgeeft van een controle die het op eigen initiatief heeft uitgevoerd, of van een geval van voedselvergiftiging.

Wat voor maatregelen kan de Commissie treffen als een EU-lidstaat niet tijdig kennisgeeft?

Als een EU-lidstaat niet tijdig kennisgeeft, kan de Commissie een inbreukprocedure tegen die lidstaat inleiden wegens niet-nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van het recht van de Unie.

Wie heeft de bevoegdheden om maatregelen te treffen wanneer een probleem wordt vastgesteld?

Wanneer een probleem wordt vastgesteld, is het de taak van de nationale instanties op het gebied van levensmiddelen en diervoeders om maatregelen te treffen. Hierbij gaat het zowel om maatregelen om het risico onmiddellijk aan te pakken als om maatregelen ter voorkoming van een soortgelijk risico. Er wordt een hele reeks maatregelen getroffen waarvan in het RASFF verslag wordt gelegd: het terugtrekken of terugroepen van producten en de mogelijke vernietiging ervan, voorlichting aan het publiek, terugzending naar de plaats van oorsprong enz. Als er op EU-niveau noodmaatregelen (urgentie-vrijwaringsmaatregelen) moeten worden getroffen, kunnen de Commissie en de EU-lidstaten via een snelle procedure over deze maatregelen beslissen[3]. Dergelijke maatregelen zijn bindend met onmiddellijke ingang.

Wat gebeurt er als een via het RASFF gemelde voedselveiligheidskwestie het gevolg is van fraude?

Om in geval van grensoverschrijdende overtredingen van de wetgeving snel en doeltreffend te kunnen samenwerken, kan het EU-voedselfraudenetwerk worden ingezet. Dit netwerk is in juli 2013 na het paardenvleesschandaal opgericht en bestaat uit de nationale contactpunten voor voedselfraude van de EU-lidstaten en van IJsland, Noorwegen en Zwitserland, en het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid van de Europese Commissie.

Het behandelt mogelijke gevallen van levensmiddelenfraude die door het vooruitzicht van economische of financiële winst worden ingegeven, ongeacht of deze het gevolg zijn van een RASFF-kennisgeving of van officiële controles in een lid van het RASFF wanneer er een indicatie is dat de regelgeving betreffende levensmiddelen mogelijk wordt overtreden. De nationale contactpunten van het voedselfraudenetwerk en de Europese Commissie staan voortdurend met elkaar in contact.

Sinds augustus 2016 wordt het voedselfraudenetwerk door een IT-instrument ondersteund dat de leden van het netwerk de mogelijkheid biedt snel een vermoeden van fraude te bevestigen. Dankzij dit instrument kunnen de verantwoordelijke autoriteiten bilateraal (of multilateraal) met elkaar in contact treden om informatie te krijgen teneinde een zaak te onderbouwen die mogelijk tot een administratieve sanctie of een juridische procedure leidt.

Wat is het verschil tussen het RASFF en het voedselfraudenetwerk?

Het RASFF is een belangrijk instrument om de grensoverschrijdende informatiestroom te waarborgen om snel te reageren wanneer in de voedselketen risico's voor de volksgezondheid worden ontdekt, terwijl het voedselfraudenetwerk, gefaciliteerd door het IT-instrument voor administratieve bijstand en samenwerking (AAC), leden van het netwerk in staat stelt bilateraal (of multilateraal) contact te leggen om een vermoeden van fraude snel te bevestigen.

Uit hoofde van het RASFF heeft de Commissie de taak RASFF-kennisgevingen te controleren en derde landen in te lichten, terwijl het voedselfraudenetwerk in eerste instantie een middel voor zijn leden is om informatie uit te wisselen teneinde een zaak te onderbouwen die mogelijk tot een administratieve sanctie of een juridische procedure leidt.

In normale gevallen waarbij het voedselfraudenetwerk is betrokken, mengt de Commissie zich niet in bilaterale uitwisselingen van informatie via AAC. Het is eerder haar rol het gebruik van het IT-instrument te vergemakkelijken via helpdesk, opleiding, het waarborgen van snelle antwoorden van leden van het netwerk en het naar behoren afsluiten wanneer een zaak is beëindigd, met name voor wat betreft aspecten inzake de bescherming van persoonsgegevens. Bovendien moet worden opgemerkt dat fraudegevallen veel moeilijker te beoordelen zijn en dat zeer uiteenlopende belemmeringen ertoe kunnen leiden dat leden meer tijd nodig hebben om te reageren.

Wat is iRASFF?

iRASFF is de nieuwe onlinetoepassing waarmee alle 32 landen die lid zijn van het RASFF, nieuwe kennisgevingen kunnen doorgegeven over producten die een risico vormen, of nadere informatie over eerdere kennisgevingen van andere leden kunnen verstrekken. iRASFF werkt als een interactief onlineplatform en heeft een specifieke workflow om de leden van het netwerk in het kader van de kennisgevingen op transparante wijze te laten samenwerken. Het is zo opgezet dat het zowel op nationaal als op EU-niveau werkt. Een ander voordeel is dat het RASFF-kennisgevingen doeltreffender koppelt aan andere systemen, zoals het geïntegreerd veterinair computersysteem Traces en het IT-systeem inzake voedselfraude.

Wat is de RASFF-portaalsite voor de consument en wat doet de site?

De RASFF-portaalsite voor de consument is op 13 juni 2014 van start gegaan en biedt praktische en tijdige informatie afkomstig uit het RASFF over terugroepberichten aan de consument en publiekswaarschuwingen die door voedselveiligheidsinstanties en levensmiddelenbedrijven zijn uitgegeven. Het is een aanvulling op de informatie die over de RASFF-kennisgevingen openbaar is gemaakt, die in feite slechts een klein deel is van de informatie die in het netwerk wordt doorgegeven.

Voor meer informatie:

Infografiek

Website of RASFF

[1] Artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002, PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

[2] Sinds 2009 doet Zwitserland ook mee.

[3]Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 178/2002, PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

MEMO/17/2461

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail