Staatssteun: Commissie vraagt België en Frankrijk belastingvrijstelling voor havens te stoppen

De Europese Commissie heeft België en Frankrijk verzocht de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor hun havens af te schaffen om zo hun belastingstelsel in overeenstemming te brengen met de staatssteunregels van de EU. De winsten van havenexploitanten moeten worden belast volgens de gewone nationale vennootschapsbelastingwetgeving om concurrentieverstoring te voorkomen.

De Commissie heeft de lidstaten tevens om informatie verzocht en blijft de werking en de belasting van de havens in de lidstaten beoordelen om eerlijke concurrentie in de havensector van de EU te waarborgen.

Margrethe Vestager, commissaris voor Mededinging: "Havens zijn belangrijke infrastructuur voor economische groei en regionale ontwikkeling. De Commissie heeft onlangs nieuwe regels ingevoerd om de lidstaten tijd en moeite te besparen bij investeringen in havens en luchthavens en tegelijkertijd de concurrentie te vrijwaren. De besluiten van de Commissie voor België en Frankrijk, net als het eerdere besluit voor Nederland, tonen daarnaast aan dat het gelijke speelveld en de eerlijke concurrentie worden verstoord wanneer havens ongerechtvaardigd worden vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Dat moet ophouden."

Een aantal zee- en binnenhavens in België (de havens van Antwerpen, Brugge, Brussel, Charleroi, Gent, Luik, Namen en Oostende, en die langs de kanalen in Henegouwen en Vlaanderen) zijn op grond van het Belgische recht vrijgesteld van de gewone vennootschapsbelasting. Deze havens vallen onder een ander belastingstelsel, met een andere belastinggrondslag en andere tarieven, waardoor de Belgische havens uiteindelijk een lager belastingtarief genieten dan andere ondernemingen in België.

De meeste Franse havens, met name de elf "grands ports maritimes" (Bordeaux, Duinkerken, La Rochelle, Le Havre, Marseille, Nantes-Saint-Nazaire en Rouen, alsmede Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique en Réunion), de Port autonome de Paris en havens die worden geëxploiteerd door kamers van industrie en handel, zijn op grond van het Franse recht volledig vrijgesteld van vennootschapsbelasting.

De Commissie is van oordeel dat de Belgische en de Franse havens door die vrijstellingen van vennootschapsbelasting een selectief voordeel krijgen dat in strijd is met de staatssteunregels van de EU. De belastingvrijstellingen dienen namelijk geen duidelijke doelstelling van algemeen belang, zoals het stimuleren van mobiliteit of multimodaal transport. De havenexploitanten kunnen de belastingbesparingen gebruiken om eender welke activiteit te financieren of om de prijzen die zij aan hun klanten in rekening brengen te subsidiëren, wat ten koste gaat van hun concurrenten en de eerlijke mededinging.

In de twee besluiten van de Commissie wordt uitgelegd dat havenexploitanten die winst halen uit economische activiteiten moeten worden belast op grond van de gewone nationale belastingwetgeving om concurrentieverstoringen te voorkomen.

België en Frankrijk krijgen nu tot eind 2017 de tijd voor de nodige maatregelen om de belastingvrijstelling te beëindigen en ervoor te zorgen dat vanaf 1 januari 2018 alle havens aan dezelfde vennootschapsbelastingregels worden onderworpen als andere ondernemingen.

Omdat de belastingvrijstellingen voor havens in België en Frankrijk al bestonden vóór de oprichting van de EU, worden deze maatregelen als "bestaande steun" beschouwd en kan de Commissie niet verlangen dat België en Frankrijk de reeds verleende steun terugvorderen.

Achtergrond

De havens in de verschillende lidstaten concurreren met elkaar en de Commissie wil zorgen voor een gelijk speelveld in deze belangrijke economische sector.

In juli 2014 heeft de Commissie België en Frankrijk haar bezwaren meegedeeld in verband met hun belastingstelsels voor havens. In januari 2016 heeft de Commissie België en Frankrijk verzocht hun wetgeving zodanig aan te passen dat particuliere en publieke havens over hun economische activiteiten vennootschapsbelasting betalen net als andere ondernemingen. Omdat België en Frankrijk de daartoe voorgestelde maatregelen niet hebben aanvaard, heeft de Commissie in juli 2016 de formele onderzoeksprocedure ingeleid.

De Commissie heeft de lidstaten om informatie verzocht en blijft de werking en de belasting van de havens in de lidstaten beoordelen om eerlijke concurrentie in de havensector van de EU te waarborgen. Uit de onderzoeken die door de Commissie in 2013 geopend zijn, blijkt dat de meeste lidstaten de economische activiteiten van hun havens aan de gewone vennootschapsbelasting onderwerpen. In januari 2016 heeft de Commissie bij besluit vastgesteld dat de aan Nederlandse zeehavens toegekende vrijstelling van de vennootschapsbelasting staatssteun is, en heeft zij Nederland verzocht zijn havens aan de vennootschapsbelasting te onderwerpen met ingang van 1 januari 2017. De Commissie heeft er tevens voor gezorgd dat bepaalde Duitse zeehavens een transparante financieringsstructuur hebben ingevoerd waarbij activiteiten in het kader van de openbare dienstverlening worden gescheiden van economische activiteiten om kruissubsidiëring te voorkomen.

Het wegwerken van ongerechtvaardigde belastingvoordelen betekent niet dat havens geen staatssteun meer kunnen ontvangen. De lidstaten beschikken over verschillende mogelijkheden om havens te steunen in overeenstemming met de staatssteunregels van de EU, bijvoorbeeld om doelstellingen in de vervoerssector van de EU te verwezenlijken of om te investeren in noodzakelijke infrastructuur die zonder overheidssteun niet mogelijk zou zijn. Daartoe heeft de Commissie in mei 2017 de regels voor overheidsinvesteringen in havens vereenvoudigd. Doordat de Commissie de algemene groepsvrijstellingsverordening heeft uitgebreid tot niet-problematische haveninvesteringen hebben de lidstaten nu volledige rechtszekerheid dat zij zonder voorafgaande controle door de Commissie tot 150 miljoen EUR kunnen investeren in zeehavens en tot 50 miljoen EUR in binnenhavens. Op grond van de verordening kunnen overheden bijvoorbeeld ook de kosten dekken van baggerwerkzaamheden in havens en toegangsvaarwegen. De EU-regels stellen de lidstaten tevens in staat de havens te vergoeden voor de kosten van taken van openbare dienst (diensten van algemeen economisch belang).

Zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost, wordt de niet-vertrouwelijke versie van deze besluiten beschikbaar gesteld in het Staatssteunregister op de website van het DG Concurrentie van de Commissie, onder zaaknummer SA.38393 (Belgische havens) en SA.38398 (Franse havens). Een overzicht van de recentste staatssteunbesluiten die op internet en in het EU-Publicatieblad zijn gepubliceerd, is te vinden in de elektronische nieuwsbrief State Aid Weekly e-News.

IP/17/2181

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail