Inbreukenpakket voor juli – Deel 1: voornaamste beslissingen

Overzicht per beleidsterrein

Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie ("de Commissie") tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 122 procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Daarnaast heeft de Commissie vandaag besloten een aantal aanmaningsbrieven te versturen. Nadere gegevens hierover vindt u in deel 2: MEMO/17/1936.

Zie voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure MEMO/12/12. Zie voor meer details over alle beslissingen het register van inbreukbeslissingen.

  • 1. 
    Landbouw en plattelandsontwikkeling

(meer informatie: Daniel Rosario - tel.: +32 229 56185, Clémence Robin - tel.: +32 229 52509)

Met redenen omklede adviezen:

Commissie verzoekt CYPRUS, ITALIË en het VERENIGD KONINKRIJK om omzetting van maatregelen betreffende handelsnormen voor bepaalde melkproducten

De Commissie heeft met redenen omklede adviezen gestuurd aan Cyprus, Italië en het Verenigd Koninkrijk omdat zij de Commissie geen kennisgeving hebben gedaan van nationale maatregelen tot omzetting van handelsnormen voor bepaalde melkproducten, namelijk caseïne en caseïnaten (Richtlijn (EU) 2015/2203). De etiketteringsvoorschriften in de richtlijn hebben tot doel een hoog niveau van gezondheidsbescherming te verschaffen, de EU-wetgeving inzake levensmiddelen aan te passen aan internationale normen en het vrije verkeer van deze producten door exploitanten van levensmiddelenbedrijven te vergemakkelijken. De lidstaten moesten uiterlijk 22 december 2016 de richtlijn omzetten in nationale wetgeving en de Commissie in kennis stellen van deze maatregelen. Caseïnen, die in melk worden aangetroffen en die in veel sectoren onafhankelijk kunnen worden gebruikt als bindmiddel, kunnen voor veel doeleinden worden gebruikt; zo vormen zij een belangrijk bestanddeel van kaas en dienen zij als levensmiddelenadditief. Caseïnaten hebben belangrijke voedingseigenschappen, bevatten alle essentiële aminozuren en worden voornamelijk gebruikt bij de bereiding van kaas, in eiwitsupplementen en in koffiemelkpoeder. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies, dat volgt op de aanmaningsbrieven die zij in januari 2017 aan deze lidstaten heeft toegestuurd. De lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om aan hun verplichtingen te voldoen; anders kan de Commissie hen voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

  • 2. 
    Mededinging

(meer informatie: Ricardo Cardoso - tel.: +32 229 80100, Yizhou Ren - tel.: +32 229 94889)

Met redenen omklede adviezen:

Commissie verzoekt BULGARIJE, CYPRUS, GRIEKENLAND, LETLAND, MALTA, PORTUGAL en TSJECHIË om omzetting van de richtlijn betreffende schadevorderingen wegens inbreuken op het mededingingsrecht

De Europese Commissie heeft Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Letland, Malta, Portugal en Tsjechië verzocht de richtlijn betreffende schadevorderingen wegens inbreuken op het mededingingsrecht (Richtlijn 2014/104/EU) volledig om te zetten. Deze richtlijn stelt burgers en bedrijven in staat schadevergoeding te eisen wanneer zij het slachtoffer zijn van inbreuken op het EU-mededingingsrecht zoals kartels of misbruik van dominante marktposities. Onder meer geeft de richtlijn de slachtoffers makkelijker toegang tot bewijsmateriaal dat zij nodig hebben om de geleden schade aan te tonen, en meer tijd om hun eisen in te dienen. De richtlijn betreffende schadevorderingen wegens inbreuk op het mededingingsrecht maakt daarom een wezenlijk deel uit van de handhaving van het EU-mededingingsrecht. De lidstaten moesten deze uiterlijk 27 december 2016 in nationaal recht hebben omgezet. Vandaag stuurt de Commissie met redenen omklede adviezen aan Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Letland, Malta, Portugal en Tsjechië omdat deze lidstaten de Commissie niet in kennis hebben gesteld van hun nationale omzettingsmaatregelen. Deze zeven lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om de richtlijn om te zetten. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie hen voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

  • 3. 
    Economische en financiële zaken

(meer informatie: Vanessa Mock - tel.: +32 229 56194, Barbara Ochotnicka - tel.: +32 229 13754)

Verwijzing naar het Hof van Justitie van de Europese Unie

Commissie daagt SLOVENIË voor Hof van Justitie in verband met omzetting van begrotingsvoorschriften

De Commissie heeft besloten Slovenië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens het verzuim om kennis te geven van omzettingsmaatregelen in verband met een richtlijn waarin voorschriften voor de begrotingen van de lidstaten worden vastgesteld. In de richtlijn tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (Richtlijn 2011/85/EU van de Raad) wordt bepaald dat lidstaten de bepalingen van die richtlijn uiterlijk 31 december 2013 in hun nationale wetgeving moeten hebben omgezet, en dat zij de tekst van die nationale wetgeving aan de Commissie moeten mededelen. Tot nu toe heeft Slovenië slechts een gedeeltelijke mededeling van dergelijke maatregelen ingediend. Daarom heeft de Commissie vandaag besloten Slovenië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens het verzuim om kennis te geven van zijn omzettingsmaatregelen. De richtlijn is een van de zes beschermingsmaatregelen die bekendstaan als het "six-pack", die in 2011 zijn aangenomen om het economisch bestuur in de EU te verbeteren. Doel van de richtlijn is te zorgen dat de lidstaten een gezond begrotingsbeleid voeren en hun fiscaal beleid robuuster maken. Hiertoe moeten de lidstaten op grond van de richtlijn in de reeks maatregelen nemen zoals de tijdige bekendmaking van betrouwbare en gedetailleerde belastinggegevens, de invoering van nationale becijferde begrotingsregels, de versterking van de begrotingsplanning op middellange termijn en de verbetering van de betrouwbaarheid en transparantie van macro-economische en budgettaire prognoses. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

  • 4. 
    Digitale eengemaakte markt

(meer informatie: Nathalie Vandystadt - tel.: +32 229 67083, Johannes Bahrke (+32 229 58615)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Verlaging van de kosten voor breedband: Commissie daagt drie lidstaten voor Hof van Justitie

De Europese Commissie heeft vandaag besloten België, Kroatië en Slowakije voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens laattijdige omzetting van de richtlijn betreffende de verlaging van de kosten voor breedband (Richtlijn2014/61/EU). De lidstaten moesten deze richtlijn uiterlijk op 1 januari 2016 omzetten in nationale wetgeving. De Commissie zal het Hof verzoeken om aan deze drie lidstaten een dagelijkse dwangsom op te leggen vanaf de dag waarop het Hof uitspraak doet tot de dag waarop de richtlijn in de nationale wetgeving van kracht wordt. De inbreukprocedure tegen België, Kroatië en Slowakije is ingeleid in maart 2016 en de met redenen omklede adviezen in deze procedure zijn verstuurd in september 2016. Sindsdien hebben deze lidstaten de Commissie er nog niet van in kennis gesteld dat alle nodige maatregelen voor de omzetting van de richtlijn zijn vastgesteld. Van Kroatië heeft de Commissie inmiddels een bevestiging ontvangen dat de het laatste ontbrekende element van de omzetting vrijdag zou worden goedgekeurd. Met de richtlijn betreffende de verlaging van de kosten voor breedband kunnen de kosten voor het uitrollen van hogesnelheidsinternet met tot 30 % worden teruggedrongen. Deze richtlijn omvat voorschriften over o.a. het hergebruik van bestaande fysieke infrastructuur van openbarenutsvoorzieningen voor hogesnelheidsinternet. De richtlijn heeft ook betrekking op de coördinatie van civieltechnische werken in de verschillende sectoren, waaronder die van telecom, energie, afvalwater, vervoer en andere infrastructuursectoren. Deze maatregelen scheppen de voorwaarden voor een efficiëntere inzet van nieuwe fysieke infrastructuur, zodat de netwerken kunnen worden uitgerold tegen lagere kosten. Civieltechnische werkzaamheden, zoals het opbreken van straten om breedband met hoge snelheid aan te leggen, maken tot 80 % uit van de kosten voor de aanleg van breedbandnetwerken. Deze voorschriften zijn vastgesteld om meer mensen in de EU toegang te verschaffen tot hogesnelheidsinternet. De omzetting in nationaal recht is ook zeer belangrijk met het oog op de algemene doelstelling om de digitale eengemaakte markt van de EU te completeren en de connectiviteit te verbeteren. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

  • 5. 
    Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

(meer informatie: Christian Wigand - tel.: +32 229 62253, Sara Soumillion - tel.: +32 229 67094)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Commissie daagt KROATIË voor Hof wegens verzuim om kennis te geven van nationale maatregelen tot omzetting van EU-voorschriften om de detacheringsrichtlijn uit te voeren

De Europese Commissie daagt Kroatië voor het Hof van Justitie van de EU omdat het, bijna een jaar na de omzettingsrichtlijn, geen mededeling heeft gedaan van de vastgestelde maatregelen voor de omzetting in nationaal recht van de EU-voorschriften inzake de handhaving van de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers (Richtlijn 2014/67/EU). Richtlijn 2014/67/EU, ook bekend als de handhavingsrichtlijn, verschaft essentiële instrumenten om ontwijking en misbruik van EU-voorschriften betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers tegen te gaan en om de administratieve samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten hiertoe te verbeteren. Daarom is een correcte en tijdige omzetting van de handhavingsrichtlijn van groot belang voor de bestrijding van fraude en misbruik bij de terbeschikkingstelling van werknemers, in het belang van alle lidstaten, ondernemingen en werknemers. De handhavingsrichtlijn moest uiterlijk op 18 juli 2016 in nationaal recht zijn omgezet. Behalve Kroatië hebben alle lidstaten hun omzettingsmaatregelen aan de Commissie meegedeeld. Op basis hiervan beoordeelt de Commissie of de handhavingsrichtlijn correct is omgezet. Hoewel de Commissie in september 2016 een aanmaningsbrief heeft gestuurd en in februari 2017 een met redenen omkleed advies, met het verzoek aan Kroatië om zijn omzettingsmaatregelen mee te delen, hebben de Kroatische autoriteiten dit nog niet gedaan. Op basis van de procedure van artikel 260, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zal de Commissie derhalve het Hof van Justitie verzoeken Kroatië een dwangsom van EUR per dag op te leggen totdat volledige omzetting heeft plaatsgevonden. Lidstaten die hun omzettingsmaatregelen niet meedelen, worden met prioriteit door de Commissie vervolgd. Deze mededeling is ook essentieel voor de Commissie om de conformiteit van de omzettingsmaatregelen te beoordelen en aldus de correcte en eenvormige toepassing van de handhavingsrichtlijn te garanderen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

  • 6. 
    Energie

(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen - tel.: +32 229 56186, Nicole Bockstaller - tel.: +32 229 52589)

Met redenen omklede adviezen:

Kernenergie: Commissie verzoekt ITALIË, KROATIË, OOSTENRIJK, PORTUGAL en TSJECHIË om de richtlijn radioactief afval volledig na te leven

De Commissie heeft Italië, Kroatië, Oostenrijk, Portugal en Tsjechië verzocht om volledig te voldoen aan de richtlijn radioactief afval (Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad) en met name om de Commissie in kennis te stellen van hun nationale programma's voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval. Met de richtlijn wordt een communautair kader vastgesteld om een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval te waarborgen, zodat wordt vermeden dat op toekomstige generaties een onnodige last wordt gelegd. De richtlijn schrijft voor dat de lidstaten voorzien in passende nationale regelingen voor een hoog veiligheidsniveau bij het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval. Het doel is, werknemers en de bevolking te beschermen tegen de gevaren van ioniserende straling. Radioactief afval komt voort uit de productie van elektriciteit in kerncentrales of uit niet aan elektriciteitsproductie gerelateerd gebruik van radioactieve stoffen voor medische, industriële, agrarische en onderzoeksdoeleinden. Dit houdt in dat alle EU-landen radioactief afval produceren. De lidstaten moesten hun programma's uiterlijk op 23 augustus 2015 mededelen. De betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om aan hun verplichtingen te voldoen; anders kan de Commissie hen voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

  • 7. 
    Milieu

(meer informatie: Enrico Brivio - tel.: +32 229 56172, Iris Petsa - tel.: +32 229 93321)

Verwijzing naar het Hof van Justitie van de Europese Unie

Commissie eist onmiddellijke stopzetting van houtkap in woud van Białowieża in POLEN

De Europese Commissie heeft besloten Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens toenemende houtkap in het woud van Białowieża, een beschermd Natura 2000-gebied.Omdat er op aanzienlijke schaal houtkapactiviteiten zijn gestart, verzoekt de Commissie het Hof ook om tussentijdse maatregelen om Polen te dwingen de activiteiten onmiddellijk te stoppen. Op 25 maart 2016 hebben de Poolse autoriteiten een besluit vastgesteld dat toestaat de omvang van de houtkap te verdrievoudigen en om hout te kappen in gebieden waar tot nog toe niet door de mens werd ingegrepen. Deze maatregelen - die onder meer de verwijdering van eeuwenoude bomen omvatten - vormen een ernstige bedreiging van de integriteit van dit Natura 2000-gebied. Het Natura 2000-gebied beschermt soorten en habitats die afhankelijk zijn van oerbossen, waar dood hout voorhanden is. Voor sommige van deze soorten is het Białowieża-woud het belangrijkste of het laatst overgebleven gebied in Polen. Uit de beschikbare gegevens blijkt dat deze maatregelen niet verenigbaar zijn met de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied en verder gaan dan wat noodzakelijk is om een duurzaam gebruik van het woud te waarborgen. Bovendien werd het besluit voorafgegaan door een ondeugdelijke beoordeling van de effecten van de maatregelen op het Natura 2000-gebied. In April 2017 stuurde de Commissie Polen een met redenen omkleed advies met het verzoek af te zien van grootschalige houtkap, en gaf zij Polen een maand de tijd om aan dit verzoek te voldoen. Desondanks is Polen begonnen met de uitvoering van zijn plan. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen:

Plastic tassen: Commissie verzoekt SPANJE EU-voorschriften inzake lichte plastic draagtassen om te zetten

De Commissie roept Spanje op om de EU-afvalwetgeving volledig om te zetten in nationale wetgeving. Teneinde de verspilling van hulpbronnen alsook zwerfafval aan te pakken, moesten de regeringen van de EU-lidstaten uiterlijk op 27 november 2016 maatregelen hebben vastgesteld om het verbruik van lichte plastic draagtassen te verminderen, zoals vereist uit hoofde van de richtlijn plastic tassen (Richtlijn (EU) 2015/720). Nationale overheden kunnen kiezen uit een lijst van maatregelen ter verwezenlijking van de gezamenlijk overeengekomen doelstellingen. Deze omvatten economische instrumenten zoals betaling vragen voor lichtgewicht plastic draagtassen. Een andere mogelijkheid zijn nationale reductiestreefcijfers: de lidstaten moeten ervoor zorgen dat tegen het einde van 2019 jaarlijks ten hoogste 90 dergelijke tassen per persoon worden verbruikt. Eind 2025 moet dat aantal verder zijn gedaald tot ten hoogste 40 tassen per persoon. Beide mogelijkheden kunnen door middel van hetzij verplichte maatregelen, hetzij overeenkomsten met de bedrijfssectoren worden bereikt. Het is ook mogelijk om plastic tassen te verbieden, mits dergelijke verbodsbepalingen niet buiten de limieten vallen die in de richtlijn zijn vastgesteld om het vrije verkeer van goederen binnen de Europese eengemaakte markt te vrijwaren. De Commissie controleert bij voorrang of de lidstaten de verplichting om deze richtlijn om te zetten, zijn nagekomen. Na ontvangst van het met redenen omklede advies heeft Spanje twee maanden de tijd om aan zijn verplichtingen te voldoen; daarna kan de Commissie deze lidstaat voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Afval: Commissie stuurt Spanje laatste waarschuwing wegens verzuim om afvalbeheersplannen voor verscheidene regio's vast te stellen en bij te werken

De Commissie dringt bij Spanje aan op het vaststellen en bijwerken van plannen voor afvalbeheer die het hele grondgebied bestrijken, overeenkomstig de doelstellingen van de afvalstoffenwetgeving van de EU (Richtlijn 2008/98/EG) en de circulaire economie. Afvalbeheersplannen zijn bedoeld om de negatieve effecten van de productie en het beheer van afval op de menselijke gezondheid en het milieu te verminderen en de hulpbronnenefficiëntie te verbeteren. De lidstaten moeten hun plannen voor afvalbeheer ten minste om de zes jaar opnieuw evalueren en zo nodig bijstellen. Gezien het belang van die plannen heeft de Commissie inbreukprocedures ingeleid tegen zeven lidstaten, waaronder Spanje. Het Spaanse nationale afvalbeheersplan was herzien in 2015 om het aan te passen aan de nieuwe vereisten van de kaderrichtlijn afvalstoffen. Maar aangezien de regio's - autonome gemeenschappen en steden - de primaire bevoegdheid op het gebied van afvalbeheer hebben, moeten zij op grond van de Spaanse wetgeving hun eigen afvalbeheersplannen vaststellen. Aangezien niet alle regio's een deugdelijk afvalbeheersplan hadden vastgesteld, heeft de Commissie in november 2016 een aanmaningsbrief gestuurd waarin Spanje werd opgeroepen om de noodzakelijke documenten op dit gebied vast te stellen. Op dit moment ontbreken nog afvalbeheersplannen van de autonome gemeenschappen van de Balearen, de Canarische eilanden, Madrid en de autonome stad Ceuta. Bovendien moeten de autonome gemeenschappen Aragon en Catalonië hun afvalbeheersplannen herzien, omdat deze meer dan zes jaar geleden zijn vastgesteld. Daarom brengt de Commissie een met redenen omkleed advies uit. Als Spanje zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

  • 8. 
    Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

(meer informatie: Vanessa Mock - tel.: +32 229 56194, Letizia Lupini - tel.: +32 229 51958)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

De Commissie daagt Kroatië voor Hof wegens verzuim de wet betreffende de privatisering van het energiebedrijf INA-Industrija Nafte d.d. (INA-wet) te wijzigen

De Commissie heeft besloten Kroatië voor het Hof van Justitie van de EU te dragen omdat het de wet uit 2002 betreffende de privatisering van INA-Industrija Nafte d.d. (INA-wet) niet heeft aangepast aan de EU-voorschriften betreffende het vrije verkeer van kapitaal en de vrijheid van vestiging. INA-Industrija Nafte, d.d. (INA d.d.) is het belangrijkste Kroatische energiebedrijf, dat gedeeltelijk in handen van de Kroatische overheid is. Op grond van de INA-wet bezit de overheid bijzondere bevoegdheden in deze onderneming, waaronder het vetorecht voor besluiten van INA over de verkoop van aandelen of activa boven een bepaalde waarde. De staat kan zich ook verzetten tegen belangrijke beheersbeslissingen, zoals een wijziging in de activiteiten van de onderneming, de uitvoering van de concessies of vergunningen en de locatie van de statutaire zetel. Het feit dat de Kroatische staat toestemming kan weigeren voor belangrijke beslissingen die in het belang van de onderneming zijn, kan een negatieve weerslag hebben op de aandelen van de onderneming en INA minder aantrekkelijk voor investeerders maken. De Commissie is van mening dat deze bijzondere rechten die worden verleend door de INA-wet een beperking vormen van het vrije verkeer van kapitaal en de vrijheid van vestiging. Zij erkent dat de doelstelling van bescherming van de energievoorzieningszekerheid een rechtmatige doelstelling van algemeen belang is die door de EU wordt gedeeld en die beperkingen van de in het VWEU vastgestelde vrijheden zou kunnen rechtvaardigen. Deze beperkingen moeten echter evenredig zijn. In het onderhavige geval verleent de INA-wet de Kroatische staat de bevoegdheid om zich te verzetten tegen belangrijke beslissingen van de onderneming zonder het veto te moeten rechtvaardigen met argumenten ontleend aan potentiële bedreiging van de voorzieningszekerheid of ander openbaar beleid, of aan het algemeen belang. Volgens de Commissie gaan deze onvoorwaardelijke vetorechten verder dan hetgeen noodzakelijk is om de voorzieningszekerheid te beschermen, en zijn deze daarom onevenredig. De Commissie blijft open staan voor inspanningen van de Kroatische autoriteiten om een oplossing te vinden voor deze kwestie, ongeacht de beslissing van vandaag. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Commissie daagt SPANJE voor Hof van Justitie wegens verzuim om EU-voorschriften inzake klokkenluiders om te zetten

De Commissie heeft vandaag besloten Spanje voor het Hof van Justitie van de EU te dragen wegens het verzuim om kennis te geven van de volledige omzetting van EU-regelgeving over klokkenluiders. In 2015 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een uitvoeringsrichtlijn (Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2015/2392 van de Commissie, de zogenaamde "klokkenluidersrrichtlijn") over de melding van bestaande of mogelijke inbreuken op de verordening marktmisbruik aan de bevoegde autoriteiten. Deze richtlijn maakt deel uit van het "rulebook" inzake marktmisbruik en verplicht de lidstaten doeltreffende mechanismen op te zetten om melding van inbreuken op de verordening marktmisbruik mogelijk te maken. Zij bevat bepalingen om de melders van dergelijke overtredingen te beschermen en legt nadere procedures vast om klokkenluiders en gemelde personen te beschermen, met inbegrip van follow-up-regelingen voor verslagen door klokkenluiders en voor de bescherming van persoonsgegevens. De lidstaten hadden tot en met 3 juli 2016 de tijd om deze voorschriften in nationaal recht om te zetten. Nadat verscheidene lidstaten, waaronder Spanje, de termijn niet hadden gehaald, werd hun verzocht om in september 2016 volledig aan hun verplichtingen op grond van de EU-wetgeving inzake klokkenluiders te voldoen. Sindsdien is de Commissie niet op de hoogte gebracht van een volledige omzetting van de voorschriften in nationaal recht. Daarom daagt zij Spanje voor het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Aanmaningsbrieven en met redenen omklede adviezen:

Financiële diensten: Commissie verzoekt IERLAND, KROATIË, NEDERLAND en TSJECHIË uitvoering te geven aan EU-voorschriften inzake verzekeringen

De Commissie heeft besloten Ierland, Nederland en Tsjechië een met redenen omkleed advies te sturen met het verzoek om volledige omzetting van de Solvabiliteit II-richtlijn (Richtlijn 2009/138/EG) en de Omnibus II-richtlijn (Richtlijn 2014/51/EU). Deze richtlijnen - die de 14 verzekerings- en herverzekeringsrichtlijnen vervangen die voorheen werden aangeduid als "Solvabiliteit I" - moeten zorgen voor de financiële soliditeit van verzekeringsmaatschappijen in financieel moeilijke tijden. De richtlijnen zijn op 1 januari 2016 volledig in werking getreden en de uiterste termijn voor de omzetting ervan in nationaal recht was 31 maart 2015. Ierland, Nederland en Tsjechië hebben de Commissie evenwel niet in kennis gesteld van alle maatregelen die nodig waren voor de volledige omzetting van deze voorschriften in nationaal recht. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies dat volgt op de aanmaningsbrieven die zij in mei 2015 aan deze lidstaten heeft toegestuurd. Na hun antwoorden te hebben onderzocht, is de Commissie nog steeds van oordeel dat de richtlijnen in deze lidstaten nog niet volledig zijn omgezet. Als Ierland, Nederland en Tsjechië niet binnen twee maanden aan dit advies gevolg geven, kunnen zij voor het Hof van Justitie van de EU worden gedaagd. De Commissie heeft tevens besloten over hetzelfde onderwerp een aanmaningsbrief te sturen naar Kroatië, met het verzoek aan de nationale autoriteiten om volledige omzetting in nationale wetgeving van de Solvabiliteit II-richtlijn (Richtlijn 2009/138/EG) en de Omnibus II-richtlijn (Richtlijn 2014/51/EU). Als Kroatië zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie deze lidstaat een met redenen omkleed advies toezenden over dit onderwerp.

  • 9. 
    Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

(meer informatie: Lucia Caudet - tel.: +32 229 56182, Mirna Talko - tel.: +32 229 87278)

Verwijzing naar het Hof van Justitie van de Europese Unie:

Diensten: Commissie daagt BELGIË voor het Hof van Justitie van de EU wegens aan accountants opgelegde beperkingen

De Europese Commissie heeft besloten België voor het Hof van Justitie van de EU te dagen op grond van het feit dat de beperkingen die het oplegt aan accountants die diensten aanbieden in aanverwante disciplines onverenigbaar zijn met de dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG). De Belgische wetgeving staat niet toe dat een accountant diensten als makelaar of verzekeringstussenpersoon verstrekt of financiële activiteiten verricht. De Commissie is van oordeel dat dit verbod niet in overeenstemming is met de dienstenrichtlijn (artikel 25 over multidisciplinaire activiteiten) en is van mening dat er minder beperkende middelen bestaan om onafhankelijkheid, onpartijdigheid en naleving van de ethische regels te garanderen. De Commissie heeft haar bezorgdheid reeds geuit in een met redenen omkleed advies van november 2016 waarin zij België heeft verzocht een einde te maken aan de inbreuk op het EU-recht. Aangezien de Belgische autoriteiten bij hun standpunt bleven, heeft de Commissie besloten België voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Aanmaningsbrieven:

Voertuigemissies: Commissie verzoekt vijf lidstaten om verdere juridische verduidelijking

De Commissie heeft vandaag besloten Duitsland, Griekenland, Luxemburg, Spanje en het Verenigd Koninkrijk bijkomende aanmaningsbrieven te sturen om deze lidstaten om meer informatie te vragen met betrekking tot hun toepassing van de EU-regels inzake de typegoedkeuring van voertuigen (Richtlijn 2007/46/EG). Naar aanleiding van een zorgvuldige beoordeling van de antwoorden van Duitsland, Luxemburg, Spanje en het Verenigd Koninkrijk op de in december 2016 verstuurde aanmaningsbrieven wil de Commissie graag bijkomende verduidelijking over de vraag waarom deze lidstaten geen sancties hebben opgelegd aan een autoconstructeur die ontwijkingsapparatuur gebruikte. De Commissie vraagt ook bijkomende informatie aan Griekenland over het nationale sanctiesysteem dat overeenkomstig de wetgeving van de EU inzake typegoedkeuring tot stand is gebracht.Voorts sloot de Commissie vandaag de zaak tegen Litouwen, aangezien het tot stand gebrachte sanctiesysteem als compatibel met de wetgeving van de EU wordt beschouwd.

Met redenen omklede adviezen:

HONGARIJE: Commissie neemt tweede stap in inbreukprocedure met betrekking tot wet betreffende hoger onderwijs

Vandaag heeft de Europese Commissie besloten Hongarije een met redenen omkleed advies te sturen met betrekking tot de verenigbaarheid met het Europees recht van de wet betreffende het hoger onderwijs zoals gewijzigd op 4 april 2017. De Commissie heeft besloten Hongarije een met redenen omkleed advies te sturen omdat de wet zoals gewijzigd niet verenigbaar is met de vrijheid die instellingen voor hoger onderwijs genieten om eender waar in de EU diensten te leveren en zich te vestigen. Daarnaast blijft de Commissie ook van mening dat de nieuwe wetgeving indruist tegen het recht op academische vrijheid, het recht op onderwijs en de vrijheid van ondernemerschap zoals vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de juridische verplichtingen van de Unie uit hoofde van het internationaal handelsrecht. Na een grondige analyse van het antwoord van Hongarije op de aanmaningsbrief van de Commissie van 27 april houdt de Commissie vast aan de conclusies van de grondige juridische beoordeling en de discussies in het college van commissarissen op 12 april en 26 april 2017 die hebben geleid tot de inbreukprocedure. Hongarije heeft nu één maand de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om deze situatie te verhelpen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Detailhandel: Commissie verzoekt HONGARIJE beperkingen ten aanzien van detailhandelaars op te heffen

De Commissie heeft vandaag besloten Hongarije een met redenen omkleed advies te sturen met het verzoek om beperkingen ten aanzien van verlieslijdende ondernemingen in de detailhandel op te heffen. De Hongaarse wetgeving verbiedt detailhandelaars die goederen met een hoge omloopsnelheid zoals kruidenierswaren verkopen om hun activiteiten in Hongarije voort te zetten indien zij twee opeenvolgende jaren verlies boeken. De Commissie is van mening dat een dergelijke maatregel indruist tegen de vrijheid van vestiging, het non-discriminatiebeginsel (artikel 49 VWEU) en het vrije kapitaalverkeer (artikel 63 VWEU) en niet kan worden gerechtvaardigd op basis van dwingende redenen van algemeen belang. Hongarije heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om deze situatie te verhelpen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Vrij verkeer van goederen: Commissie roept SPANJE op het vrij verkeer van voedingssupplementen te garanderen

De Commissie heeft vandaag besloten Spanje een met redenen omkleed advies te sturen met het dringende verzoek om de discriminerende praktijken die effect hebben op het in de handel brengen van voedingssupplementen te beëindigen. Volgens de Spaanse wetgeving moeten in Spanje gevestigde ondernemingen, indien zij een voedingssupplement voor het eerst op de markt brengen, de plaatselijke autoriteiten hiervan in kennis stellen, terwijl ondernemingen uit andere EU-landen een aanvraag moeten indienen bij het Agentschap voor voedselveiligheid en voeding (AECOSAN), wat aanleiding geeft tot hogere kosten. De Commissie is derhalve van mening dat de Spaanse vereisten het vrije goederenverkeer (artikel 34 VWEU) beperken, aangezien zij in andere EU-landen gevestigde ondernemingen discrimineren. Spanje heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om deze situatie te verhelpen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Radioapparatuur: Commissie verzoekt drie lidstaten om omzetting van regels inzake radioapparatuur

De Commissie heeft vandaag Cyprus, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk met redenen omklede adviezen gestuurd met het verzoek om omzetting van de richtlijn betreffende radioapparatuur (Richtlijn 2014/53/EU). De richtlijn betreffende radioapparatuur definieert de essentiële vereisten inzake gezondheid en veiligheid, elektromagnetische compatibiliteit en efficiënt gebruik van het radiospectrum en vormt de basis voor verdere regulering inzake noodoproepen, interoperabiliteit en waarborgen met betrekking tot de bescherming van de privacy en de persoonsgegevens. De richtlijn bepaalt toe te passen procedures en verplichtingen waaraan moet worden voldaan vóór radioapparatuur op de interne markt van de EU kan worden gebracht en verbetert het markttoezicht. De lidstaten hadden de richtlijn uiterlijk op 12 juni 2016 volledig in nationaal recht moeten omzetten. Griekenland en het Verenigd Koninkrijk hebben de omzetting van deze richtlijn in hun nationale wetgeving nog niet aan de Commissie gemeld, terwijl Cyprus slechts een gedeeltelijke omzetting heeft gemeld. Deze drie lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie kennis te geven van de volledige omzetting van de richtlijn; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

  • 10. 
    Justitie, consumentenzaken en gendergelijkheid

(meer informatie: Christian Wigand - tel.: +32 229 62253, Melanie Voin - tel.: +32 229 58659)

Aanmaningsbrief:

HONGARIJE: Commissie leidt inbreukprocedure in voor wet betreffende met buitenlands kapitaal gefinancierde ngo's

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Hongarije een aanmaningsbrief te sturen omwille van de nieuwe wet betreffende met buitenlands kapitaal gefinancierde ngo's die op 13 juni is aangenomen. De Hongaarse wet introduceert nieuwe verplichtingen voor bepaalde categorieën van ngo's die jaarlijks meer dan 7,2 miljoen HUF (ca. 24 000 EUR) aan financiering uit het buitenland ontvangen om zich te registreren en zich in al hun publicaties, op al hun websites en in al hun persmateriaal te identificeren als "organisaties die steun krijgen uit het buitenland" en specifieke informatie over de financiering die zij uit het buitenland ontvangen over te leggen aan de Hongaarse autoriteiten. Aan deze organisaties worden sancties opgelegd als zij niet voldoen aan de nieuwe verslagleggings- en transparantieverplichtingen. De Europese Commissie heeft geconcludeerd dat deze wet niet in overeenstemming is met het Unierecht, en wel om de volgende redenen: 1) de wet interfereert ten onrechte in de grondrechten zoals verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name het recht op vrijheid van vereniging. De nieuwe wet kan verhinderen dat ngo's fondsen werven en zou hun vermogen om hun werk uit te voeren kunnen inperken; 2) de wet introduceert ook onterechte en disproportionele beperkingen op het vrije verkeer van kapitaal, zoals omschreven in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De nieuwe door de wet voorziene registratie-, verslagleggings- en publiciteitsvereisten zijn discriminerend en scheppen een administratieve last en reputatieschade voor deze organisaties. Deze maatregelen kunnen een afschrikkend effect hebben op de toewijzing van financiering uit het buitenland en de ontvangst ervan door de betrokken ngo's bemoeilijken; 3) de wet stuit ook op bezwaren ten aanzien van het recht op bescherming van het privé-leven en van persoonsgegevens. De wet bewaart niet het juiste evenwicht tussen het belang van transparantie en het recht van donoren en begunstigden om hun persoonsgegevens te beschermen. Dit houdt met name verband met de vereiste om de Hongaarse autoriteiten de exacte bedragen en gedetailleerde informatie over donoren te verstrekken en het feit dat deze gegevens vervolgens openbaar worden gemaakt door de autoriteiten. De Commissie heeft daarom geconcludeerd dat Hongarije zijn verplichtingen uit hoofde van de EU-Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie niet nakomt. Bijgevolg heeft de Commissie vandaag besloten Hongarije een aanmaningsbrief te sturen, waarin de Hongaarse autoriteiten een maand de tijd wordt gegeven om te antwoorden. De Commissie staat klaar om de Hongaarse autoriteiten te ondersteunen en bij te staan bij het aanpakken van de kwestie. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

  • 11. 
    Maritieme zaken en visserij

(meer informatie: Enrico Brivio - tel.: +32 229 56172, Iris Petsa - tel.: +32 229 93321)

Met redenen omklede adviezen:

Maritieme ruimtelijke planning: Commissie roept vijf lidstaten op kennis te geven van nationale maatregelen tot omzetting van de richtlijn inzake maritieme ruimtelijke planning

De Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije, Cyprus, Finland, Griekenland en Kroatië met redenen omkleden adviezen te sturen wegens niet-kennisgeving van volledige omzetting in hun nationale wetgeving van de EU-regels tot vaststelling van een kader voor maritieme ruimtelijke planning (Richtlijn 2014/89/EU). De lidstaten hadden tot 18 september 2016 de tijd om de richtlijn in hun nationale wetgeving om te zetten en de Commissie kennis te geven van de in dit verband getroffen maatregelen. De concurrentie om ruimte op zee - voor energieopwekking, visserij en aquacultuur, toerisme, grondstofwinning, zeetransportroutes en andere gebruiksdoeleinden - heeft de noodzaak duidelijk gemaakt om de Europese wateren coherenter te gaan beheren. Maritieme ruimtelijke planning werkt over grenzen en sectoren heen om ervoor te zorgen dat menselijke activiteiten op zee op efficiënte, veilige en duurzame wijze plaatsvinden en dat ze aan verschillende ecologische, economische en sociale doelstellingen voldoen. De richtlijn stelt de gezamenlijke aanpak van de EU-lidstaten en minimumeisen voor de planning van maritieme gebieden vast. De betrokken lidstaten hebben twee maanden de tijd om aan hun verplichtingen te voldoen; daarna kan de Commissie deze lidstaten voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

  • 12. 
    Migratie, binnenlandse zaken en burgerschap

(meer informatie: Natasha Bertaud - tel.: +32 229 67456; Tove Ernst - tel.: +32 229 86764; Markus Lammert - tel.: +32 229 58602)

Verwijzing naar het Hof van Justitie van de Europese Unie

Legale migratie: Commissie daagt BELGIË voor Hof van Justitie wegens verzuim om in gemeenschappelijke regels voor werknemers uit derde landen te voorzien

De Europese Commissie heeft besloten België voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het de richtlijn gecombineerde vergunning (Richtlijn 2011/98/EU) niet volledig ten uitvoer heeft gelegd. De richtlijn introduceert vereenvoudigde procedures en een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen om legale migratie te vergemakkelijken. Nadat België de oorspronkelijke uiterste datum voor omzetting van 25 december 2013 miste, heeft het de richtlijn tot op heden nog steeds niet volledig ten uitvoer gelegd. Derhalve heeft de Commissie vandaag besloten België voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. De lidstaten moesten de richtlijn uiterlijk op 25 december 2013 volledig omzetten. Op die datum had België de richtlijn slechts gedeeltelijk omgezet. Bijgevolg stuurde de Commissie België in maart 2014 een aanmaningsbrief en vervolgens in april 2015 een met redenen omkleed advies. In november 2015 daagde de Commissie België voor het Hof van Justitie van de EU. De procedure werd in april 2016 opgeschort nadat de Belgische autoriteiten aanvullende informatie hadden verstrekt. België heeft de Commissie er tot op heden echter nog steeds niet van in kennis gesteld dat het de richtlijn volledig in nationaal recht heeft omgezet. De Commissie heeft derhalve besloten de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU. De Commissie heeft besloten België voor het Hof van Justitie van de EU te dagen en stelt daarbij een dwangsom van 70 828,80 EUR per dag voor. Bij de vaststelling van dat bedrag is rekening gehouden met de ernst en de duur van de inbreuk, en met het afschrikkend effect in het licht van de draagkracht van de lidstaat. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen en sluitingen:

Legale migratie: Commissie verzoekt BELGIË, FINLAND, KROATIË en ZWEDEN te zorgen voor volledige tenuitvoerlegging van de richtlijn seizoenarbeiders en sluit zaken tegen ESTLAND, LUXEMBURG en ROEMENIË

De Commissie neemt vandaag maatregelen ten aanzien van tekortkomingen bij de omzetting van de richtlijn betreffende seizoenarbeiders (Richtlijn 2014/36/EU). De richtlijn betreffende seizoenarbeiders, die aangenomen werd op 26 februari 2014, bepaalt de voorwaarden voor de toegang en het verblijf van seizoenarbeiders uit derde landen en definieert hun rechten. De richtlijn moest tegen 30 september 2016 door de lidstaten in nationale wetgeving zijn omgezet. De Europese Commissie heeft Finland en Kroatië vandaag een met redenen omkleed advies gestuurd omdat zij geen nationale maatregelen tot omzetting van de richtlijn betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider hebben meegedeeld. De Commissie heeft ook België en Zweden een met redenen omkleed advies gestuurd omwille van de gedeeltelijke mededeling van genomen nationale maatregelen tot omzetting van deze richtlijn. Op 24 november 2016 stuurde de Commissie België, Estland, Finland, Luxemburg, Kroatië, Roemenië en Zweden aanmaningsbrieven omwille van hun verzuim om de richtlijn seizoenarbeiders volledig om te zetten. Finland en Kroatië hebben nog steeds geen kennis gegeven van enige maatregel tot omzetting van de richtlijn en de Commissie is van mening dat de door België en Zweden gemelde maatregelen niet volledig alle bepalingen van de richtlijn in hun nationale wetgeving omzetten. België, Finland, Kroatië en Zweden hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van alle maatregelen die zijn genomen om de volledige tenuitvoerlegging van de richtlijn te garanderen; als zij dat niet doen, kan de Commissie deze zaken voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU. Na onderzoek van de door Estland, Luxemburg en Roemenië meegedeelde maatregelen heeft de Commissie besloten de procedures tegen deze lidstaten te sluiten.

  • 13. 
    Mobiliteit en vervoer

(meer informatie: Enrico Brivio - tel.: +32 229 56172, Alexis Perier - tel.: +32 229 69143)

Aanmaningsbrief en met redenen omklede adviezen:

Duurzaam vervoer: Commissie verzoekt acht lidstaten om volledige omzetting van voorschriften betreffende uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen

De Commissie heeft Griekenland, Ierland, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk vandaag een met redenen omkleed advies gestuurd, waarin deze lidstaten verzocht wordt kennis te geven van hun nationaal beleidskader uit hoofde van de EU-voorschriften betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (Richtlijn 2014/94/EU). Het nationaal beleidskader is het belangrijkste instrument waarin de richtlijn voorziet om te zorgen voor de opbouw van voldoende infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, waaronder oplaadpunten voor elektrische voertuigen en tankpunten voor aardgas en waterstof, en om versplintering van de interne markt te voorkomen. Het versnellen van de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen is essentieel om resultaten te kunnen voorleggen op het vlak van schone en concurrentiële mobiliteit voor alle Europeanen, zoals door de Commissie is uiteengezet in het in mei 2017 vastgestelde pakket "Europa in beweging". De zeven lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om aan hun verplichtingen uit hoofde van de richtlijn te voldoen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU. Daarnaast heeft de Commissie ook besloten Zweden een aanmaningsbrief te sturen wegens het kennisgeven van een nationaal beleidskader dat niet de door de richtlijn vereiste minimumelementen bevat.

Met redenen omkleed advies:

Passagiersrechten: Commissie verzoekt GRIEKENLAND de voorschriften voor passagiers die over zee en via binnenlandse waterwegen reizen volledig toe te passen

De Commissie heeft Griekenland vandaag verzocht de EU-voorschriften betreffende de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren in de EU reizen volledig toe te passen (Verordening nr. 1177/2010). Momenteel worden passagiers door de Griekse nationale wetgeving verhinderd ten volle te profiteren van de door deze verordening toegekende rechten wanneer hun maritieme passagiersdienst geannuleerd of vertraagd is. Griekenland heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die het heeft genomen om de verordening correct toe te passen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

  • 14. 
    Gezondheid en voedselveiligheid

(meer informatie: Anca Paduraru - tel.: +32 229 91269, Aikaterini Apostola - tel.: +32 229 87624)

Met redenen omkleed advies:

Commissie verzoekt Italië de nodige maatregelen te implementeren om de verspreiding van xylella fastidiosa te stoppen

De Commissie stuurt Italië vandaag een met redenen omkleed advies omdat de autoriteiten er niet in slagen de verspreiding van het schadelijke organisme xylella fastidiosa een halt toe te roepen. Naar aanleiding van de uitbraak van xylella fastidiosa in de regio Apulia moesten de Italiaanse autoriteiten volledig voldoen aan de Europese voorschriften over voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen en tegen hun verspreiding binnen de EU (Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 van de Commissie en Richtlijn 2000/29/EG van de Raad).In het kader hiervan moesten o.a. onmiddellijk na de eerste bevestiging van de aanwezigheid van xylella fastidiosa geïnfecteerde planten op het Italiaanse grondgebied worden verwijderd. Er werden echter nieuwe uitbraken gemeld in Italië en het door Italië meegedeelde tijdschema was niet in staat de onmiddellijke verwijdering van de geïnfecteerde bomen zoals door de EU-wetgeving vereist te garanderen. Xylella fastidiosa is een van de gevaarlijkste plantenbacteriën ter wereld die allerlei ziekten veroorzaakt, met grote economische gevolgen voor de landbouw. De lidstaten moeten alle noodzakelijke maatregelen nemen om xylella fastidiosa uit te roeien en de verspreiding ervan in alle lidstaten te voorkomen. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies dat volgt op een in december 2015 door de Commissie verstuurde aanmaningsbrief. De Commissie stuurde in de tussentijd, in juli 2016, de Italiaanse autoriteiten ook nog een aanvullende aanmaningsbrief. Italië heeft nu twee maanden de tijd om aan zijn verplichtingen te voldoen; anders kan de Commissie besluiten Italië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.

  • 15. 
    Belastingen en douane-unie

(meer informatie: Vanessa Mock - tel.: +32 229 56194, Patrick Mc Cullough - tel.: +32 229 87183)

Met redenen omkleed advies:

Belastingen: Commissie verzoekt FRANKRIJK de ongunstige behandeling van belastingbetalers die inkomsten uit buitenlandse bronnen ontvangen te beëindigen

De Commissie heeft Frankrijk verzocht bepaalde bepalingen over de berekening van de personenbelasting te wijzigen. In de huidige Franse voorschriften is bepaald dat in Frankrijk verblijvende belastingbetalers die een deel van hun inkomen in een andere lidstaat of in de Europese Economische Ruimte (EER) verwerven, niet dezelfde voordelen inzake personen- en gezinsbelasting kunnen genieten als de voordelen die worden toegepast op in Frankrijk verworven inkomsten. Volgens de Franse regelgeving kan de belastingbetaler ook geen terugbetalingen of opschortingen van belastingkredieten genieten voor inkomsten uit buitenlandse bronnen indien het individu schulden heeft. Door vast te houden aan deze bepalingen komt Frankrijk zijn verplichtingen krachtens de artikelen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en de EER-overeenkomst met betrekking tot het vrije verkeer van werknemers, het recht van vestiging en het vrije kapitaalverkeer niet na. Als de Franse autoriteiten hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de zaak aanhangig worden gemaakt bij het Hof van Justitie van de EU.

Met redenen omklede adviezen en sluitingen:

Belastingen: De Commissie verzoekt BULGARIJE, CYPRUS en PORTUGAL nieuwe transparantieregels voor de uitwisseling van fiscale rulings om te zetten

De Commissie heeft besloten Bulgarije, Cyprus en Portugal met redenen omkleden adviezen te sturen omdat deze lidstaten hebben verzuimd kennis te geven van de omzetting van nieuwe maatregelen betreffende de automatische uitwisseling van fiscale rulings tussen belastingautoriteiten in de EU (Richtlijn (EU) 2015/2376 van de Raad). De lidstaten moesten deze maatregelen uiterlijk op 31 december 2016 hebben omgezet. De nieuwe regels zullen helpen bij de aanpak van grensoverschrijdende belastingontwijking, agressieve belastingplanning en schadelijke belastingconcurrentie en de eerste uitwisseling van inlichtingen tussen alle belastingautoriteiten in de EU is voorzien voor september 2017. De Commissie heeft de drie landen twee maanden de tijd gegeven om te antwoorden. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie beslissen de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU. Intussen heeft de Commissie de omzetting van dezelfde maatregelen door Griekenland, Hongarije, Polen en Tsjechië verwelkomd en heeft zij vandaag besloten de respectieve inbreukprocedures te sluiten. In een tweede stap zal de Commissie beoordelen of de wetgeving van alle lidstaten in overeenstemming is met alle vereisten van de nieuwe regels.

MEMO/17/1935

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail