Investeringsplan voor Europa: één jaar werking van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) – Veel gestelde vragen

Samenvatting van de mededeling over de balans van het investeringsplan en volgende stappen

  • een balans van de tot dusver geboekte vooruitgang in het kader van het investeringsplan voor Europa, met de meest recente cijfers en resultaten van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)
  • verlenging van de levensduur van het EFSI na 2018
  • snelle uitbreiding van het kmo-onderdeel, gezien het grote succes
  • aankondiging dat een investeringsmodel wordt onderzocht om particuliere investeerders te betrekken bij EU-instrumenten in derde landen
  • toelichting over de manier waarop steun van het EFSI en van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) vlot kunnen worden gecombineerd
  • beschrijving van wat investeringsplatformen inhouden en waarom deze nuttig zijn bij het mobiliseren van investeringen
  • een voorstel om de markt voor duurzame / groene investeringsprojecten verder te ontwikkelen, via de markt voor groene obligaties en een betere coördinatie van bestaande inspanningen
  • de Europese investeringsadvieshub en hoe deze verder kan worden versterkt
  • lancering van het Europees investeringsprojectenportaal
  • inventarisatie van initiatieven op EU- en nationaal niveau om belemmeringen voor investeringen weg te nemen

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Welke balans wordt in de mededeling opgemaakt? Wat zijn de volgende stappen?

De mededeling bevat een omschrijving van de tot dusver bereikte resultaten in het kader van het investeringsplan voor Europa en het bijbehorende Europees Fonds voor strategische investeringen. Verder worden de plannen van de Commissie voor de toekomst duidelijk toegelicht. Het gaat om het volgende:

  • Een versterkt EFSI zal na de eerste driejarige termijn worden voortgezet om de resterende tekortkomingen en lacunes op de markt aan te pakken en om de particuliere sector te blijven mobiliseren voor investeringen die Europa in de toekomst met nog meer „additionaliteit” banen, groei en concurrentievermogen moeten opleveren. De Commissie zal in het najaar wetgevingsvoorstellen indienen om de looptijd van het EFSI te verlengen, rekening houdend met de beperkte beschikbaarheid van begrotingsmiddelen.
  • Een van de grootste successen van het EFSI is de ruime interesse en deelname van intermediaire banken in de hele EU om financiering te verstrekken aan kleine en middelgrote ondernemingen, het zogenoemde EFSI-loket voor het midden- en kleinbedrijf.Dit zal in het huidige kader snel worden uitgebreid ten behoeve van kleine, middelgrote en midcap-ondernemingen in alle lidstaten. De Commissie zal samenwerken met het EFSI-bestuur en gebruikmaken van alle mogelijkheden die in de EFSI-verordening bestaan om het loket voor deze ondernemingen te versterken.
  • De Commissie zal nagaan of het mogelijk is een model van het EFSI-type te gebruiken voor investeringen in ontwikkelingslanden.
  • De combinatie van steun van EFSI-steun en ESI-fondsen zal verder worden vereenvoudigd en wettelijke en andere belemmeringen voor dergelijke combinaties zullen worden opgeheven.
  • De advieshub zal worden versterkt om meer plaatselijk werk te kunnen leveren en om meer samen te werken met nationale stimuleringsbanken.
  • Het oprichten van investeringsplatformen wordt verder aangemoedigd en de Commissie, de EIB-groep, nationale stimuleringsbanken en andere relevante actoren zullen hier sterk bij betrokken worden. Dit is met name belangrijk om kleine projecten op te schalen en investeerders aan te trekken.
  • Energie-efficiëntie is ongetwijfeld een van de meest succesvolle sectoren in het EFSI. Het fonds zal blijven bijdragen tot de ontwikkeling van de markt voor duurzame/groene projecten, door de uitbouw van een markt voor groene obligaties in Europa aan te moedigen en de bestaande inspanningen beter te coördineren.
  • De Commissie zal verder werken aan de verwezenlijking van haar prioriteiten voor de interne markt. Samen met Eurostat zal zij zorgen voor meer duidelijkheid en indien nodig voor een herziening van de toepasselijke richtsnoeren over boekhoudkundige aspecten van publiek-private partnerschappen.
  • De lidstaten moeten ook duidelijke prioriteiten stellen, concrete investeringsprojecten voorbereiden met de hulp van de advieshub — met name bij grensoverschrijdende projecten — en hun projecten optimaal structureren om een ruimer gebruik van financiële instrumenten te garanderen. In de context van het Europees semester moeten de lidstaten de landspecifieke aanbevelingen uitvoeren om nationale belemmeringen voor investeringen aan te pakken.

2.

Het Europees Fonds voor strategische investeringen

Is het nodig meer geld van de EU-begroting uit te trekken om de levensduur van het EFSI te verlengen?

Na nog geen jaar volledig operationeel te zijn geweest begint het EFSI tastbare resultaten op te leveren en zou het reeds 100 miljard EUR aan investeringen aantrekken van de 315 miljard EUR die voor de driejarige periode wordt toegewezen. Het EFSI is een succes geweest en daarom zijn wij voornemens het plan voort te zetten na de eerste periode van drie jaar.

Wij hoeven geen wijzigingen in het meerjarig financieel kader aan te brengen om de levensduur van het EFSI te verlengen. De Commissie zal wijzigingen in de EFSI-verordening voorstellen voor de verlenging van de duur van de EU-garantie aan de EIB om ook na 2018 EFSI-investeringen te mobiliseren.

Hoe zal het loket voor kleine en middelgrote ondernemingen worden versterkt zonder de begroting te verhogen?

Gelet op zijn succes zal het kmo-loket van het EFSI in het huidige kader snel worden uitgebreid ten behoeve van kleine, middelgrote en midcap-ondernemingen in alle lidstaten. De Commissie zal samenwerken met het EFSI-bestuur en gebruikmaken van alle bestaande mogelijkheden in de EFSI-verordening om het loket voor deze ondernemingen te versterken. Zo komt er een verschuiving van 500 miljoen EUR van de EU-garantie van het infrastructuur- en innovatieloket naar het kmo-loket en wordt de EFSI-garantie gebruikt ter aanvulling van de leengarantie-instrumenten InnovFin en Cosme en het EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI). Hierdoor zal de totale omvang van de middelen voor deze instrumenten verhogen en krijgt het EIF de mogelijkheid om een groot aantal extra verrichtingen te financieren.

Wat vindt u van de kritiek dat het in de EIB-kredietverlening om "business as usual” gaat en er geen sprake is van de zogenoemde „additionaliteit” met deze EFSI-projecten?

Additionaliteit is een belangrijk kenmerk van EFSI-investeringen. Het begrip refereert aan het criterium dat een project alleen moet worden geselecteerd indien het zonder EFSI-steun helemaal niet of niet in deze vorm zou zijn verwezenlijkt. Uiteraard zijn niet alle projecten in even sterke mate verschillend of innovatief, maar alle projecten moeten aan dit algemeen additionaliteitscriterium worden getoetst. En de EIB heeft aanzienlijk meer middelen uitgetrokken voor haar zogenoemde „speciale activiteiten”, die projecten met een hoger risicoprofiel, van 4 miljard EUR tot 20 miljard EUR per jaar vertegenwoordigen.

EFSI-projecten moeten „additioneel” zijn in die zin dat zij gericht moeten zijn op marktfalen of suboptimale investeringssituaties, en zij mogen daarom — in beginsel — in dezelfde periode geen financiering van de EIB zonder EFSI-steun hebben ontvangen, of niet in dezelfde mate. Het risiconiveau is een essentieel element wanneer het erom gaat de additionaliteit van door de EFSI-garantie gedekte projecten te beoordelen.

Bij de selectie van projecten voor gebruik van de EU-begrotingsgarantie hanteert het onafhankelijke investeringscomité van het EFSI strenge criteria die vermeld zijn in de EFSI-verordening en die aangenomen zijn door de lidstaten en het Europees Parlement. De EU-begrotingsgarantie kan alleen worden toegekend aan projecten die blijk geven van een goed gebruik van het geld van de belastingbetaler en voldoen aan alle criteria van de EFSI-verordening.

De geografische dekking is niet evenwichtig: Vooral Oost-Europa haalt tot nu toe profijt uit de kmo-overeenkomsten van het EFSI. Wat kunt u hieraan doen?

Een van de belangrijkste kenmerken van het EFSI is dat er geen — regionale of sectorale — quota zijn en dat projectsteun gestuurd wordt door de vraag. Desondanks is de Commissie het ermee eens dat de geografische dekking verder kan worden verbeterd. Daarvoor bestaan verschillende instrumenten, waaronder een combinatie van het gebruik van het EFSI met andere EU-fondsen, waaronder de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen), het opzetten van (bv. nationale, regionale, grensoverschrijdende) investeringsplatformen en meer gerichte voorlichting door de Europese investeringsadvieshub. De mededeling maakt duidelijk dat op alle drie fronten nog werk moet worden verzet.

De Commissie streeft ernaar een beter gebruik van alle EU-fondsen in de verschillende beleidsgebieden te garanderen en zal verdere maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat EU-fondsen en EFSI-steun vlot te combineren zijn. Dergelijke combinaties, met name in het geval van ESI-fondsen, kunnen bijzonder nuttig blijken om te zorgen voor een ruime geografische spreiding van het EFSI.

De advieshub kan een zeer nuttig middel zijn om projectontwikkelaars te helpen betere projecten te ontwikkelen, met name voor regio’s of sectoren waar extra voorlichting en technische capaciteit nodig zijn. De combinatie van het EFSI met andere EU-fondsen, zoals de ESI-fondsen, en de oprichting van investeringsplatformen moeten leiden tot een meer evenwichtige geografische spreiding.

De Commissie en de EIB zullen hun lokale voorlichtingscampagnes voortzetten om de voordelen van het investeringsplan voor de gehele EU te helpen verduidelijken en promoten. In sommige gevallen zal de EIB nieuwe kantoren in lidstaten openen om meer steun ter plaatse te brengen. Dit is een succes gebleken in Griekenland, waar de EIB recentelijk haar ondersteuningsteam heeft uitgebreid, hetgeen spoedig positieve resultaten heeft opgeleverd met in april het eerste in Griekenland goedgekeurde project. Ook moet de sterkere samenwerking met de nationale stimuleringsbanken (bijvoorbeeld in het kader van de advieshub) bijdragen tot het genereren van meer projecten in landen die tot dusver minder aan bod kwamen.

U had een hefboomeffect van 1:15 voor ogen. Was dat doel te ambitieus?

Het multiplicatoreffect moet worden bekeken op portefeuillebasis — sommige projecten zullen een hoger, andere een lager multiplicatoreffect hebben.

Aangezien dit van de portefeuille afhankelijk is, kan de exacte definitieve multiplicator van door het EFSI ondersteunde verrichtingen van de EIB-groep alleen worden gemeten aan het einde van de investeringsperiode (d.w.z. medio 2018). Uit de huidige prognosen blijkt echter dat we op de goede weg zijn om de nagestreefde multiplicator van minstens 15 te halen.

De multiplicator is samengesteld uit een intern en een extern onderdeel. De interne multiplicator weerspiegelt het feit dat 1 EUR van de initiële EFSI-financiering de EIB in staat stelt een financiering ten belope van 3 EUR te genereren voor haar klanten. De externe multiplicator toont de medefinanciering die zich voordoet doordat de investering vanwege de EIB in het kader van het EFSI op haar beurt weer zal leiden tot investeringen die vijf keer zo hoog zijn als de EIB-bijdrage door andere financieringsbronnen voor het project aan te trekken.

Heeft het huidige klimaat van lage rendementen in Europa een impact op de manier waarop beleggers het investeringsplan benaderen?

Particuliere investeerders hebben blijk gegeven van een grote interesse in het investeringsplan.

Voor de tot dusver goedgekeurde EFSI-verrichtingen is ongeveer 85 % van de totale investeringen die naar verwachting zullen worden geactiveerd, afkomstig van andere particuliere en openbare investeerders buiten de EIB-groep. Het EFSI-model van de garantie voor eerste verliezen werkt dus goed.

In hoeverre verschilt de gemiddelde rentevoet van leningen voor projecten met EFSI-ondersteuning of voor kmo-overeenkomsten van die voor niet-EFSI-leningen?

De prijsstelling van EIB- en EIF-producten wordt berekend op basis van het beleid dat de EIB-groep uitstippelt voor EFSI- en niet-EFSI-activiteiten. Voor de EIB zal het EFSI projecten ondersteunen met een hoger risicoprofiel dan normale activiteiten en een risicowaardering verrichten die overeenstemt met de risico’s. Voor het EIF worden voor garanties die onder de EU-begroting vallen, de prijzen tegen zeer aantrekkelijke voorwaarden gesteld in het kader van de programma’s Cosme, InnovFin en EaSI, en het EFSI biedt de mogelijkheid deze instrumenten op te schalen onder dezelfde voorwaarden.

Wat is tot dusver de gemiddelde looptijd van de leningen voor de goedgekeurde EFSI projecten?

De gemiddelde looptijd van leningen voor EFSI-projecten is tot dusver circa 10-15 jaar voor de EIB en 2-3 jaar voor het EIF (garanties) of 3-5 jaar voor het EIF (aandelen). In het kmo-onderdeel gaat het om indicatieve ramingen.

Moeten projectontwikkelaars zorgen voor zekerheidstelling of is de garantie van de EU-begroting voldoende?

De EU-garantie maakt het voor de EIB mogelijk projecten te financieren waar het EIB-risico hoger is dan in hun normale activiteiten. Het risico wordt gedefinieerd in termen van „verwachte verliezen”, die worden berekend aan de hand van verschillende criteria (met inbegrip van zekerheden, maar ook de rating van de tegenpartij, het projectrisico, het uitbetalingsprofiel en het aflossingsprofiel van de lening, de leentermijn, de rangorde). Het resultaat is specifiek voor het project.

EFSI-ondersteuning van onderzoek en innovatie

Hoe ondersteunt het EFSI onderzoek en innovatie?

Onderzoek, ontwikkeling en innovatie (RDI) is een van de prioriteiten van het instrument, zoals aangewezen door de EFSI-verordening. RDI is enerzijds een prioritaire sector in het kader van het EFSI-onderdeel infrastructuur en innovatie. Maar daar komt nog bij dat projecten in andere prioritaire sectoren van het instrument dankzij het horizontale karakter van onderzoek en innovatie ook een sterk RDI-element hebben. Dit is het geval in andere prioritaire sectoren van dit onderdeel, zoals digitale, energie- of vervoersprojecten, alsmede in het kmo-loket van het EFSI, waar schuld- en aandelenfinancieringsproducten de groei van innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcap-ondernemingen ondersteunen.

RDI-financiering vertegenwoordigt 10 % in eerstgenoemde onderdeel en 57 % in het laatstgenoemde onderdeel. Het totale aandeel van EFSI-financiering dat aan onderzoek en innovatie is gewijd, bedraagt 23 % eind mei 2016 (3 miljard EUR op een totaal van 12,8 miljard EUR).

Hoe ondersteunt het EFSI innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen en midcap-ondernemingen?

Tot dusver zijn in het kmo-loket van het EFSI 185 financieringsovereenkomsten goedgekeurd, die ten goede komen aan 141 800 startende bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen en midcap-ondernemingen. 2 miljard EUR financiering op een totaal van 3,5 miljard EUR in het kmo-loket, of 57 % van de financiering, is bestemd voor RDI.

Het EFSI betekent snellere en ruimere steun aan innovatieve kmo’s en kleine mid-capbedrijven. Er wordt sneller steun verleend omdat reeds dit jaar, en niet in 2020 zoals oorspronkelijk de bedoeling was, een leningenportefeuille ten belope van 9 miljard EUR beschikbaar zal zijn in de InnovFin-garantieregeling, een leninggarantieproduct dat ontwikkeld is in het kader van Horizon 2020, het EU-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. En dat betekent meer steun omdat dankzij de komende EFSI-aanvulling het totale bedrag aan leningen dat beschikbaar is voor innovatieve kleine, middelgrote en kleine midcap-ondernemingen overeenkomstig de gezamenlijke Horizon 2020-EFSI-garantieregeling zal toenemen tot een bedrag van ongeveer 15 miljard EUR.

3.

Europees investeringsprojectenportaal (EIPP)

Wat is deze portaalsite?

Wij hebben het EIPP vandaag officieel gelanceerd. Het gaat om een onlineplatform dat projectontwikkelaars en investeerders samenbrengt. Dit draagt bij aan het vergroten van de zichtbaarheid en de financieringsmogelijkheden voor investeringsprojecten in heel Europa. Men kan het zich voorstellen als een onlinedatingplatform voor projecten en beleggers, die elkaar anders niet kunnen vinden.

Tot dusver zijn meer dan 130 projecten voorgelegd aan het portaal.

Is het indienen van een project op het portaal een waarborg voor EIB- of EFSI-financiering?

Het indienen van een project op het Europees investeringsprojectenportaal (EIPP) zal de zichtbaarheid ervan voor potentiële investeerders overal ter wereld sterk verbeteren. Het portaal brengt projecten en investeerders met elkaar in verbinding. Het indienen ervan bij het EIPP zal niet worden behandeld als een aanvraag tot financiering uit het EFSI of een ander EU/EIB-instrument en waarborgt niet dat het financiering krijgt van het EFSI, de EIB of enig ander persoon. Het portaal treedt op als bemiddelaar voor belanghebbenden.

4.

Europese investeringsadvieshub

Wat doet de advieshub?

De Europese investeringsadvieshub is een ander instrument om het Europese investerings- en bedrijfsklimaat te versterken. Het biedt één enkel aanspreekpunt met een allround aanbod van advies en technische bijstand. De hub is een gezamenlijk initiatief van de Commissie en de EIB dat voorziet in technische bijstand en op maat gesneden advies voor particuliere en publieke projectontwikkelaars. De hub heeft reeds meer dan 160 verzoeken behandeld. De start is veelbelovend maar de Commissie en de EIB spannen zich in om de adviesdiensten meer plaatselijk te doen werken en dichter bij de uiteindelijke begunstigden.

Om de diensten van de advieshub toegankelijker te maken op nationaal en lokaal niveau, zijn de EIB en de Commissie een nauwe samenwerking aangegaan met de nationale stimuleringsbanken en andere internationale partners zoals de Europese Bank voor herstructurering en ontwikkeling en de Wereldbank. Het doel is de aanwezigheid in de lidstaten te versterken en ondersteunend advies te verstrekken op terreinen die momenteel niet door de EIB worden bestreken. De EIB is bezig met het ontwikkelen van haar netwerk van lokale kantoren, hetgeen ook zal zorgen voor meer middelen. Zij ontwikkelt ook meer op maat gesneden technische steun op lokaal niveau. Deze lokale centra zullen beschikbaar zijn in de nationale talen.

De EIB en de Commissie zullen ook onderzoeken of de advieshub de lidstaten kan adviseren bij het uitbouwen van lokale propgramma's voor technische bijstand aan kleinere projecten, die eventueel door ESI-fondsen worden ondersteund.

Waarom zijn er kosten verbonden aan het gebruik van de hub en de portaalsite? Om welke kosten gaat het?

De hub is gratis voor overheidsinstanties. Particulieren betalen een kleine vergoeding. Daartoe is besloten door de medewetgever die het nodig achtte hiermee te voorkomen dat de hub onterechte verzoeken zou krijgen. De lidstaten worden geen kosten aangerekend omdat zij reeds bijdragen aan de EU-begroting. Deze kosten omvatten de kosten voor het betrokken personeel van de EIB, de reiskosten alsmede de kosten voor eventuele externe consultants die door de EIB worden aangesproken voor adviesdiensten.

Voor de portaalsite wordt nu een beperkte vergoeding van 100 EUR aangerekend die particuliere projectontwikkelaars betalen wannneer hun projectformulier volledig is ingevuld en klaar is voor verwerking. Deze procedure geldt alleen tijdens de huidige eerste fase, waarna de vergoeding wordt verhoogd tot 250 EUR. Openbare projectpromotoren zijn en blijven vrijgesteld van de vergoeding bij het indienen van het project.

5.

Combineren van EFSI-steun en andere EU-fondsen

Wat gaat de Commissie doen om het combineren van andere EU-fondsen met het EFSI te vergemakkelijken?

De Commissie is vastbesloten een beter gebruik van alle EU-fondsen te garanderen in de verschillende beleidsgebieden en zal verdere maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat andere types van EU-fondsen en de steun van het EFSI vlot te combineren zijn om bijkomende investeringen op gang te brengen. Dergelijke combinaties, met name in het geval van ESI-fondsen, kunnen nuttig zijn om bijkomende investeringen op gang te brengen in lidstaten die meer moeilijkheden ondervinden bij het mobiliseren van particuliere investeringen. Er zijn reeds concrete voorbeelden: in Frankrijk is er een fonds bestaande uit een combinatie van middelen van ESI-fondsen, kapitaal van particuliere investeerders, financiering van de Franse nationale stimuleringsbank, traditionele EIB-financiering en steun uit het EFSI. Het platform biedt risicofinanciering voor projecten die een koolstofarme economie stimuleren.

De Commissie heeft reeds concrete richtsnoeren gepubliceerd over het combineren van ESI-fondsen met het EFSI en zal blijven werken aan een vereenvoudiging van het algemene kader om dergelijke combinaties te ontwikkelen. Zo werkt de Commissie aan voorstellen tot wijziging van de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen om de combinatie van ESI- met EFSI-middelen beter te regelen, om met name in het geval van EFSI-investeringsplatformen het gebruik ervan in gemengde instrumenten te bevorderen, en om het algemene gebruik van financiële instrumenten in plaats van subsidies aan te moedigen.

Kunt u een aantal voorbeelden geven waarin een EFSI-project een combinatie maakt van EFSI-financiering met particulier kapitaal, waarbij ook andere EU-fondsen betrokken zijn?

Een project in Nord-Pas de Calais (Frankrijk) is het eerste reële toonvoorbeeld van hoe ESI-fondsen en EFSI-steun nuttig worden gecombineerd, met name omdat het hierdoor mogelijk werd een maximaal beroep te doen op deelname van de particuliere sector. Dit project beoogt de ontwikkeling van een koolstofarme economie in de regio (derde industriële revolutie — TRI) en wil in de regio tegen 2050 een energiemodel met nulemissie ontwikkelen, en tegelijkertijd werkgelegenheid scheppen, de economie in het algemeen ontwikkelen en energiearmoede bestrijden. Daarvoor is een „gelaagd” fonds opgericht voor investeringen in risicokapitaal van ondernemingen die TRI-projecten oprichten. de regio zal deelnemen, met gebruik van ESI-fondsen, voor aandelenfinanciering naast publieke en particuliere investeerders. De EIB zal het fonds met steun van het EFSI mezzanineschuld verstrekken en de commerciële banken zullen krediet met een hogere rang op projectniveau verstrekken. Naast de financiering biedt de regio ook technische bijstand dankzij een subsidie ten belope van maximaal 2,5 miljoen EUR uit ESI-middelen.

Een ander voorbeeld van het vermengen van subsidies uit de Connecting Europe Facility en ESI-fondsen met investeringen in het kader van het EFSI is het project voor toegankelijkheid van haveninfrastructuur in Spanje. Met een EIB-lening in het kader van het EFSI zal een speciale entiteit worden gefinancierd die investeringen in passende weg- en spoorwegprojecten ondersteunt ter verbetering van de multimodale aansluitingen van 13 vooraf aangewezen havens van het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T) voor de periode 2015-2020, hetgeen een totale kostprijs van 485 miljoen EUR vertegenwoordigt. Naast de EIB-lening die in het kader van het EFSI aan de speciale eenheid wordt verstrekt, is met subsidies uit ESI-fondsen en de CEF medefinanciering verleend aan een aantal projecten die onder de entiteit zijn gegroepeerd, zoals de spoorwegtoegang tot de havens van sommige steden in het land.

6.

Investeringsplatformen

Welke rol spelen investeringsplatformen? Hoe wordt een dergelijk platform opgezet?

Investeringsplatformen kunnen bijdragen aan de financiering van kleinere projecten en kunnen middelen uit verschillende bronnen bundelen om gediversificeerde investeringen met een geografische of thematische focus mogelijk te maken. Zij kunnen eveneens kleinere of lokale investeringskansen financieel aantrekkelijk maken voor nieuwe beleggersgroepen, zoals pensioenfondsen of institutionele beleggers.

Het opzetten van EFSI-investeringsplatformen kan soepel verlopen. Zowel openbare als particuliere actoren kunnen dergelijke platformen opzetten (en veelal ook een deel van de financiering verstrekken), met een rechtsvorm en financieringsstructuur die bepaald moet worden naargelang van de behoeften van de projecten en de belangen van de belangrijkste investeerders (beheerde rekening, medefinancieringsovereenkomst, special purpose vehicle, enz.). De advieshub kan specifiek advies verlenen om investeringsplatformen te structureren. Geavanceerde projecten kunnen zich rechtstreeks tot de EIB-groep wenden voor EFSI-financiering van een platform.

Tot de eerste voorbeelden van platformen behoort een fonds dat in 2015 is opgericht om productieve investeringen te bevorderen in Frankrijk. Het Fonds SPI sociétés de projets industriels is gericht op het stimuleren van productieve investeringen in Frankrijk. Het doel van het platform is om de ontwikkeling van industriële clusters te stimuleren, met name wat de ecologische en energie-overgang betreft. Het zal naast private industriële meerderheidspartners interveniëren via minderheidsbelangen in het eigen vermogen van nieuw opgerichte projectondernemingen om hun overgang naar de industrialiseringsfase van nieuwe technologieën en nieuwe sectoren te financieren. Het fonds heeft een hoge toegevoegde waarde en combineert met name hoge kapitaalintensiteit, een langer investeringsrendement dan gebruikelijk en een bijzondere risicocombinatie. Dankzij de steun uit het EFSI is dit de eerste investering van de EIB in een platform dat industriële ondernemingen in Europa ondersteunt. Door systematisch samen te werken met industriële partners zal het fonds private investeringen in veelbelovende sectoren genereren, waardoor werkgelegenheid met een hoge toegevoegde waarde ontstaat en wordt bijgedragen aan duurzame ontwikkeling. De projecten waarin het fonds zal investeren, zullen tijdens de projectduur naar verwachting meer dan 4 000 voltijdsbanen creëren.

Andere EFSI-investeringsplatformen zijn in voorbereiding.

7.

Duurzame/groene projecten

Wat zijn uw plannen met groene obligaties? Zal de EIB dergelijke obligaties uitgeven?

Om duurzame investeringen te stimuleren in overeenstemming met de sterke toezeggingen die de EU met het klimaatakkoord van Parijs heeft gedaan, moet op basis van de lopende internationale werkzaamheden verder worden gereflecteerd over de ontwikkeling van een algemeen financieel beleidskader ter ondersteuning van groene financiering. De Commissie moedigt ook een intensiever gebruik van groene overheidsopdrachten aan om de overheidsuitgaven af te stemmen op doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling.

Het EFSI zal blijven bijdragen tot de ontwikkeling van de markt voor duurzame/groene projecten, onder meer door de uitbouw van een markt voor groene obligaties in Europa aan te moedigen en de bestaande inspanningen beter te coördineren.

Groene obligaties zijn elk soort obligaties waarvan de opbrengst uitsluitend zal worden aangewend voor de financiering of herfinanciering, geheel of gedeeltelijk, van in aanmerking komende nieuwe en/of bestaande groene projecten, d.w.z. projecten en activiteiten die de bevordering van milieuvriendelijke activiteiten tot doel stellen.

8.

Een model van het EFSI-type voor niet-EU-landen

Hoe zal het EFSI-model worden aangewend voor toepassing in derde landen? Zal het gaan om een nieuw Europees garantiefonds? Zal het opnieuw verlopen via de EIB? Wanneer doet u het voorstel?

Er moeten manieren worden onderzocht om particuliere investeringen te mobiliseren in ontwikkelingslanden. Krachtens de EFSI-verordening blijft het toepassingsgebied van de EFSI-investeringen beperkt tot de EU-lidstaten en tot grensoverschrijdende investeringen met aangrenzende landen. Dat is logisch aangezien het investeringsklimaat, de regelgeving en de voorwaarden in de Europese Unie sterk verschillen ten opzichte van de situatie in ontwikkelingslanden. Een aparte maar gelijksoortige regeling kan echter ook nuttig blijken voor de externe samenwerkingsprogramma’s van de EU. De Commissie zal onderzoeken welke mogelijkheden er bestaan om voor investeringen in derde landen een model van het EFSI-type te gebruiken, bijvoorbeeld volgens een regeling waarin internationale financiële instellingen specifieke knelpunten voor investeringen kunnen aanpakken en op die manier particuliere actoren kunnen aantrekken. De EIB en andere internationale financiële instellingen, zoals de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO), kunnen bijvoorbeeld worden betrokken. Ook kan voor verschillende internationale financiële instellingen de mogelijkheid worden gecreëerd om hun investeringsactiviteit uit te breiden tot moeilijker werkterreinen, zoals kwetsbare landen en landen die uit een conflictsituatie komen of ook voor projecten op het gebied van migratie. Wij komen binnenkort met een voorstel op dit gebied.

9.

Internemarktstrategie en het wegnemen van belemmeringen voor investeringen

Wat kan de EU nog meer doen om belemmeringen voor investeringen weg te nemen, naast de wijziging van Solvabiliteit II? Hoe pensioenfondsen helpen om te investeren?

De mededeling over de agenda voor de interne markt, die vandaag ook wordt gepubliceerd, geeft een overzicht van de talrijke werkterreinen die op EU-niveau reeds zijn behandeld of nog zullen worden aangepakt om een ondernemersvriendelijk klimaat te scheppen dat innovatie bevordert en investeert in vaardigheden en banen. Deze werkzaamheden gaan van het vereenvoudigen van de btw-regels over het verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor startende ondernemingen, tot het scheppen van een echte digitale eengemaakte markt om grensoverschrijdend handel te drijven. Ook moeten de lidstaten hun structurele hervormingen voortzetten om knelpunten op te lossen en administratieve lasten weg te werken als die een belemmering vormen voor investeringen.

In haar pakket voor e-handel van 25 mei heeft de Commissie de aanzet gegeven voor een brede aanpak van de belemmeringen voor grensoverschrijdende e-handel. Deze omvat een verbod op ongerechtvaardigde geoblocking en andere vormen van discriminatie op basis van nationaliteit of woonplaats, maatregelen om het toezicht op de regelgeving te verbeteren en om de kosten voor grensoverschrijdende levering van pakketten te verminderen, daadwerkelijke grensoverschrijdende consumentenbescherming alsmede geactualiseerde richtsnoeren voor de toepassing van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken om te komen tot betere handhaving. Samen met onze voorstellen voor de harmonisering van de regels voor digitale contracten van december 2015 en de komende voorstellen voor vereenvoudiging van de btw-regels, zullen deze maatregelen de consument betere en goedkopere toegang bieden tot onlinegoederen en -diensten in heel Europa.

Met vervolginitiatieven voor het btw-actieplan zal het pad worden geëffend voor de invoering van een enkel Europees btw-gebied. Hierdoor worden administratieve belemmeringen weggenomen en worden de regelgevingskosten binnen de interne markt verlaagd. Dit zal leiden tot een klimaat dat tot groei zal leiden en bevorderlijk is voor de handel omdat grensoverschrijdende e-handel drastisch zal worden vereenvoudigd en een minder strenge regeling voor kleine en middelgrote ondernemingen zal bieden. Zowel consumenten als bedrijven en de nationale begrotingen zullen hiervan profiteren.

De Commissie zal binnenkort een voorstel doen om de Europese durfkapitaalwetgeving te wijzigen met het oog op schaalvergroting, meer diversiteit en meer keuze, zodat de marktpenetratie van bedrijven vergroot en meer ondernemingen kunnen profiteren van deze alternatieve financieringsbron. Daarnaast zal de Commissie voorstellen een paraplufonds op te richten dat publieke financiering zal combineren met particulier kapitaal, met het oog op schaalvergroting en als stimulans ter ondersteuning van de meestbelovende startende ondernemingen. Wij zullen dit voorstel binnenkort indienen.

Het staat dan aan de lidstaten te reguleren waarin pensioenfondsen kunnen beleggen en waarin niet. De EU-wetgeving voorziet in een aantal belangrijke beginselen inzake diversificatie van de portefeuille en zorgvuldigheid in de betrokken richtlijn, maar het gaat hoofdzakelijk om een nationale aangelegenheid.

Wij moedigen pensioenfondsen aan en verwachten dat zij interesse hebben voor infrastructuurprojecten omdat langetermijnactiva vaak overeenstemmen met de langetermijnpassiva van pensioenfondsen. Dit is een potentieel knelpunt voor investeringen dat zowel op nationaal als op EU-niveau moet worden aangepakt. In dit verband sporen wij de lidstaten aan ervoor te zorgen dat de nationale voorschriften langetermijninvesteringen in infrastructuur niet in de weg staan.

Welke prioriteiten moeten de lidstaten stellen op het gebied van hervormingen om nationale belemmeringen voor investeringen en administratieve lasten weg te nemen?

De Commissie is tot de bevinding gekomen (wanneer zij in het kader van het Europees semester de balans opmaakt) dat de meeste belemmeringen voor investeringen te maken hebben met regelgevende of administratieve knelpunten, zoals de lage graad van efficiëntie en transparantie van het openbaar bestuur, de inefficiëntie van het gerechtelijk apparaat en de zwakte van het ondernemingsklimaat. Zo zijn de regelgevings- en administratieve lasten hoog en ontbreekt een voorspelbaar regelgevingskader of gaat het om sectorspecifieke reglementering (met omslachtige en langdurige goedkeuringsprocedures), hetgeen een belemmering kan vormen voor investeringen in grote infrastructuurprojecten.

De Commissie heeft op 18 mei haar aanbevelingen aan de lidstaten geformuleerd in de context van het Europees semester. Verschillende aanbevelingen hebben betrekking op concrete belemmeringen voor investeringen die lidstaten moeten aanpakken. Over het algemeen hebben de lidstaten het voorbije jaar vooruitgang geboekt maar het tempo van deze hervormingen moet worden versneld om zo bij te dragen aan werkgelegenheid, groei en investeringen, en er moeten meer vorderingen worden gemaakt om een bedrijfs- en werkgelegenheidsvriendelijk regelgevingskader te scheppen, met een hogere arbeidsparticipatie van vrouwen en minder belemmeringen in de dienstensector.

10.

Deelname van niet-EU-landen

Hoe kunnen niet-Europese landen deelnemen? Geeft dit hun het recht om deel te nemen aan de besluitvorming?

Om een zo groot mogelijk effect te sorteren, moet het EFSI open staan voor bijdragen van derden, ook van entiteiten buiten de EU, op voorwaarde dat de EU-verordeningen volledig worden nageleefd. Niet-EU-landen mogen mede-investeren in EFSI-projecten, rechtstreeks dan wel via co-investeringsplatformen. Als het bestuur ermee instemt, mogen niet-EU-landen ook rechtstreeks geld storten in het EFSI zelf, maar daarmee krijgen zij geen recht om deel te nemen aan de governance- of besluitvormingsprocessen van het EFSI.

De Commissie staat in contact met verschillende derde landen over de potentiële mede-investeringen in projecten in het kader van het investeringsplan.

EFSI-financiering kan vloeien naar organisaties in niet-EU-landen, maar alleen in het kader van grensoverschrijdende projecten waarbij ook EU-landen zijn betrokken. Bij de niet-EU-landen gaat het om landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid, onder meer in het kader van het strategisch partnerschap, het uitbreidingsbeleid, de Europese Economische Ruimte of de Europese Vrijhandelsassociatie vallen of de status van land of gebied overzee hebben.

Hoeveel heeft China uiteindelijk toegezegd als bijdrage aan het investeringsplan? In welk soort projecten zullen zij beleggen? Zijn er andere niet-EU-landen die geïnteresseerd zijn?

Op de economische en handelsdialoog op hoog niveau met China heeft het land op 28 september 2015 een principiële toezegging gedaan aan het investeringsplan. De Commissie en de EIB werken nauw met de Chinese autoriteiten samen om de technische aspecten van de bijdrage, inclusief de keuze van passende investeringsinstrumenten, nader vast te stellen. Op deze dialoog is overeengekomen een werkgroep in te stellen met vertegenwoordigers van de Commissie, de EIB en Chinese gesprekspartners. De werkzaamheden van deze groep lopen nog.

MEMO/16/1967

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail