Europese Commissie en IT-bedrijven komen met gedragscode voor illegale haatuitingen op internet

De Commissie maakt vandaag samen met Facebook, Twitter, YouTube en Microsoft (hierna “de IT-bedrijven”) een gedragscode bekend om de verspreiding van illegale haatuitingen op internet in Europa tegen te gaan.

De IT-bedrijven steunen de Europese Commissie en de EU-lidstaten in hun inspanningen om ervoor te zorgen dat onlineplatforms niet de mogelijkheid bieden illegale haatuitingen op internet viraal te verspreiden. Zij delen samen met andere platforms en socialemediabedrijven een collectieve verantwoordelijkheid en eer om de vrijheid van meningsuiting in de hele onlinewereld te bevorderen en vergemakkelijken. De Commissie en de IT-bedrijven erkennen echter dat de verspreiding van illegale haatuitingen op internet niet alleen negatieve gevolgen heeft voor de groepen of individuen waartegen deze gericht zijn, maar ook voor degenen die opkomen voor vrijheid, verdraagzaamheid en non-discriminatie in onze open samenlevingen, en een afschrikkend effect heeft op het democratisch discours op onlineplatforms.

Ter preventie van de verspreiding van haatuitingen is het essentieel ervoor te zorgen dat het betrokken nationale recht tot omzetting van Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad ter bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat volledig door de lidstaten wordt uitgevoerd, zowel in de online- als in de offlineomgeving. De doeltreffende toepassing van bepalingen die het aanzetten tot haat strafbaar maken, vergt weliswaar een solide systeem van handhaving van strafrechtelijke sancties tegen de individuele haatzaaiers, maar er moet ook voor worden gezorgd dat tussenpersonen en socialemediaplatforms, na ontvangst van een geldige melding, snel - binnen een passende termijn - optreden tegen illegale haatuitingen op internet. Om in dit verband als geldig te worden beschouwd, moet een melding voldoende nauwkeurig en goed onderbouwd zijn.

Věra Jourová, EU-commissaris voor Justitie, Consumentenzaken en Gendergelijkheid: “Door de recente terroristische aanslagen is nogmaals duidelijk geworden dat illegale haatuitingen op internet dringend moeten worden bestreden. Helaas maken terroristische groepen gebruik van sociale media om jongeren te ronselen en gebruiken racisten sociale media om geweld en haat te verspreiden. Dit akkoord is een belangrijke stap voorwaarts, die ertoe bijdraagt dat vrije en democratische meningsuiting op internet mogelijk blijft en dat de Europese normen en waarden worden geëerbiedigd. Ik ben verheugd over de toezegging van deze wereldwijd actieve IT-bedrijven om de meerderheid van de geldige meldingen met het oog op verwijdering van illegale haatuitingen binnen 24 uur te toetsen en deze uitingen indien nodig te verwijderen of ontoegankelijk te maken.

Karen White, Head of Public Policy voor Europa bij Twitter: "Voor haatdragend gedrag is geen plaats op Twitter en we zullen ons samen met de partners in onze sector en de civiele samenleving ten volle blijven inzetten om dit probleem op te lossen. Uiteraard moeten onze gebruikers naar hartenlust kunnen tweeten. Maar er is een duidelijk verschil tussen vrijheid van meningsuiting en gedrag dat aanzet tot geweld en haat. Niet alleen zullen we optreden tegen haatdragend gedrag dat strijdig is met het reglement van Twitter - we zullen ook gebruikmaken van het ongelofelijke vermogen van het medium om een positief geluid te laten horen, vooroordelen te ontkrachten en de diepere oorzaken van onverdraagzaamheid aan te pakken. We verheugen ons op het vervolg van de constructieve dialoog met de Europese Commissie, de lidstaten, onze partners in de civiele samenleving en de andere spelers in de technologische sector."

Lie Junius, Public Policy and Government Relations Director bij Google: "We stellen alles in het werk om mensen toegang te bieden tot informatie via onze diensten. Illegale uitingen van haat zijn op onze platforms echter altijd verboden geweest. We beschikken over doeltreffende systemen om geldige meldingen binnen 24 te beoordelen en illegale inhoud te verwijderen. We willen graag samen met de Commissie werken aan vormen van co- en zelfregulering om het online zaaien van haat te bestrijden."

Monika Bickert, Head of Global Policy Management bij Facebook: "We zijn blij met het nieuws van vandaag en met de mogelijkheid om met de Commissie en andere partijen uit de IT-sector te blijven samenwerken om haatzaaiende uitlatingen te bestrijden. We doen ons uiterste best om onze wereldwijde community van 1,6 miljard mensen de mogelijkheid te bieden zich te uiten, maar we letten er ook op dat dit op een fatsoenlijke manier gebeurt. In onze richtlijnen staat duidelijk dat er op Facebook geen plaats is voor haatdragend taalgebruik. We moedigen mensen aan om gebruik te maken van de mogelijkheden om inhoud die volgens hen niet strookt met onze normen, aan ons te melden, zodat wij onderzoek kunnen instellen. Onze teams staan 24 uur per dag klaar om meldingen te beoordelen en treden snel op."

John Frank, Vice President EU Government Affairs bij Microsoft: "Wij hechten aan goede omgangsvormen en vrije meningsuiting. Onze gebruiksvoorwaarden verbieden dan ook het oproepen tot geweld en het zaaien van haat via consumentendiensten die door Microsoft worden gehost. Onlangs hebben we extra maatregelen aangekondigd om met name het plaatsen van terroristische inhoud te verbieden. Onze gebruikers kunnen ons altijd waarschuwen als zij van oordeel zijn dat onze huisregels worden geschonden. Dat we ons achter deze gedragscode scharen, maakt eens te meer duidelijk hoe belangrijk we deze kwestie vinden."

Door deze gedragscode te ondertekenen, beloven de IT-bedrijven om illegale haatuitingen op internet snel en efficiënt te blijven aanpakken. Dat houdt in dat zij interne procedures blijven ontwikkelen en hun personeel verder zullen opleiden om ervoor te zorgen dat de meerderheid van de geldige meldingen met het oog op verwijdering van illegale haatuitingen binnen 24 uur wordt getoetst en dat deze uitingen indien nodig worden verwijderen of ontoegankelijk worden gemaakt. De IT-bedrijven blijven ook streven naar intensievere samenwerking met maatschappelijke organisaties, die hulp zullen bieden bij het identificeren van inhoud die tot geweld en haatgedragingen aanzet. de IT-bedrijven en de Europese Commissie zijn ook van plan verder te werken aan het vaststellen en bevorderen van een onafhankelijk tegengeluid, nieuwe ideeën en initiatieven en ondersteunende educatieve programma’s die aanzetten tot kritisch denken.

De IT-bedrijven onderstrepen ook dat deze gedragscode een leidraad moet zijn voor hun eigen activiteiten en voor het delen van beste praktijken met andere internetbedrijven en ‑platforms, en socialemediabedrijven.

De gedragscode omvat de volgende publieke toezeggingen:

  • de IT-bedrijven, die het voortouw nemen bij de bestrijding van de verspreiding van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet, hebben met de Europese Commissie overeenstemming bereikt over een gedragscode met de volgende toezeggingen:
  • de IT-bedrijven voorzien in duidelijke en doeltreffende procedures om aanmeldingen te onderzoeken met betrekking tot illegale haatzaaiende uitlatingen op hun diensten, zodat zij dergelijke inhoud kunnen verwijderen of de toegang ertoe deactiveren. De IT-bedrijven voorzien in regels of gemeenschappelijke richtsnoeren om te verduidelijken dat zij het aanzetten tot geweld en haatdragend gedrag verbieden;
  • na ontvangst van een geldige melding met het oog op verwijdering toetsen de IT-bedrijven dergelijke verzoeken aan hun regels en gemeenschappelijke richtsnoeren en, waar nodig, aan het nationale recht tot omzetting van Kaderbesluit 2008/913/JBZ, met specifieke daarvoor opgezette teams;
  • de IT-bedrijven toetsen de meerderheid van de geldige meldingen met het oog op verwijdering van illegale haatzaaiende uitlatingen in minder dan 24 uur en indien nodig verwijderen zij deze inhoud of deactiveren zij de toegang ertoe;
  • daarnaast zorgen de IT-bedrijven voor de vorming en bewustmaking van hun gebruikers over de soorten inhoud die krachtens hun regels en gebruikersrichtlijnen verboden zijn. Het meldingssysteem kan daartoe als instrument worden gebruikt;
  • de IT-bedrijven verstrekken informatie over de procedures voor kennisgeving met het oog op een snellere en doeltreffendere communicatie tussen de autoriteiten van de lidstaten en de IT-bedrijven, met name inzake meldingen en het ontoegankelijk maken of verwijderen van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet. De informatie moet worden verstrekt via de nationale contactpunten die zijn aangewezen door respectievelijk de IT-bedrijven en de lidstaten. Dit zou ook de lidstaten, en met name hun rechtshandhavingsinstanties, in staat stellen om zichzelf vertrouwd te maken met de methoden voor het herkennen van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet en die aan de bedrijven te melden;
  • de IT-bedrijven moedigen deskundigen aan om op grote schaal kennisgeving te doen en inhoud te melden die het aanzetten tot geweld en haatdragend gedrag bevordert, met name via partnerschappen met maatschappelijke organisaties, door duidelijke informatie te verschaffen over individuele bedrijfsregels en gebruikersrichtlijnen en voorschriften voor de rapportage- en meldingsprocedures. De IT-bedrijven streven ernaar de partnerschappen met maatschappelijke organisaties te versterken door de geografische verspreiding van dergelijke partnerschappen te verruimen en, in voorkomend geval, ondersteuning en opleiding te bieden aan partners uit het maatschappelijke middenveld zodat zij de rol van “vertrouwde rapporteur” (of een soortgelijke rol) kunnen spelen, met inachtneming van het feit dat zij onafhankelijk en geloofwaardig moeten blijven;
  • de IT-bedrijven vertrouwen op de steun van de lidstaten en de Europese Commissie om de toegang te waarborgen tot een representatief netwerk van partners uit het maatschappelijke middenveld en “vertrouwde rapporteurs” in alle lidstaten om te helpen zorgen voor hoogwaardige kennisgevingen. De IT-bedrijven maken informatie over “vertrouwde rapporteurs” beschikbaar op hun websites;
  • de IT-bedrijven voorzien in regelmatige opleidingen voor hun personeel over actuele maatschappelijke ontwikkelingen en wisselen standpunten uit over de mogelijkheden voor verdere verbetering;
  • de IT-bedrijven intensiveren de samenwerking met andere platforms en socialemediabedrijven ter bevordering van de uitwisseling van beste praktijken;
  • de IT-bedrijven en de Europese Commissie erkennen de waarde van een onafhankelijk tegengeluid tegen haatzaaiende retoriek en vooroordelen, en zijn voornemens verder te werken aan het vaststellen en bevorderen van een onafhankelijk tegengeluid, nieuwe ideeën en initiatieven en ondersteunende educatieve programma’s die aanzetten tot kritisch denken;
  • de IT-bedrijven intensiveren hun samenwerking met maatschappelijke organisaties om opleidingen op het gebied van beste praktijken op te zetten voor de bestrijding van haatzaaiende retoriek en vooroordelen; zij breiden hun proactieve contacten met maatschappelijke organisaties uit om hen te helpen bij het opzetten van doeltreffende “counter speech”-campagnes. de Europese Commissie draagt in samenwerking met de lidstaten bij aan dit streven door stappen te ondernemen om de specifieke behoeften en verlangens van de maatschappelijke organisaties op dit gebied in kaart brengen;
  • de Europese Commissie stimuleert in overleg met de lidstaten dat ook andere relevante platforms en socialemediabedrijven de toezeggingen van deze gedragscode onderschrijven.

De IT-bedrijven en de Europese Commissie komen overeen de in deze gedragscode gedane publieke toezeggingen regelmatig te evalueren, met inbegrip van de gevolgen ervan. Zij zijn ook overeengekomen om verder te bespreken hoe zij de transparantie kunnen bevorderen en een tegengeluid en een alternatief discours kunnen stimuleren. Met dat doel zullen regelmatig vergaderingen plaatsvinden. Over de eerste evaluatie zal uiterlijk eind 2016 verslag worden uitgebracht aan de EU-groep op hoog niveau voor de bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en andere vormen van onverdraagzaamheid.

Achtergrond

De Commissie werkt samen met socialemediabedrijven om haatuitingen op internet tegen te gaan, zoals dat ook gebeurt voor andere mediakanalen.

Op grond van de e-commercerichtlijn (artikel 14) zijn verwijderingsprocedures ontwikkeld, maar die worden niet in detail geregeld. Zo’n meldings- en actieprocedure begint ermee dat iemand een hostingdienstverlener — bijvoorbeeld een sociaal netwerk, een platform voor e-commerce of een bedrijf dat websites host — een melding stuurt over illegale inhoud op internet (zoals racistisch materiaal, kinderpornografie of spam) en eindigt ermee dat de dienstverlener actie onderneemt tegen die illegale inhoud.

Naar aanleiding van het EU-colloquium over de grondrechten “Tolerantie en respect: antisemitisme en islamofobie in Europa voorkomen en bestrijden”, dat in oktober 2015 plaatsvond, is de Commissie samen met de lidstaten en maatschappelijke organisaties een dialoog aangegaan met IT-bedrijven om na te gaan wat de beste manier is om uitingen op internet die geweld en haat prediken, te bestrijden.

Door de recente terreuraanslagen en het gebruik van sociale media door terroristische groepen om jonge mensen te radicaliseren, is de aanpak van dit probleem des te urgenter geworden.

De Commissie heeft in december 2015 het EU-internetforum opgezet om het publiek te beschermen tegen de verspreiding van terroristisch materiaal en tegen het gebruik van communicatiekanalen door terroristen om hun activiteiten te faciliteren en aan te sturen. In de gezamenlijke verklaring van de buitengewone Raad Justitie en Binnenlandse Zaken naar aanleiding van de terreuraanslagen in Brussel werd benadrukt dat de samenwerking op dit gebied moet worden versterkt en dat een gedragscode moet worden overeengekomen om haatuitingen op internet te bestrijden.

Het publiekelijk aanzetten tot geweld of haat tegen een groep personen, of een lid van zo’n groep, die wordt gedefinieerd op basis van ras, huidskleur, godsdienst, afstamming, dan wel nationale of etnische afkomst, wordt door het kaderbesluit ter bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat strafbaar gesteld. Dit besluit is de rechtsgrondslag voor de definitie van illegale online-inhoud.

Vrijheid van meningsuiting is een Europese kernwaarde, die hoog moet worden gehouden. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft het belangrijke onderscheid geformuleerd tussen enerzijds inhoud die de staat of een bevolkingsgroep schokt, verontrust of beledigt en anderzijds inhoud die daadwerkelijk en gemeend aanzet tot geweld en haat. Het Hof heeft duidelijk gemaakt dat staten het laatstgenoemde mogen bestraffen of voorkomen.

Nadere informatie

Gedragscode

Kaderbesluit betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht

IP/16/1937

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail