Europees semester voorjaar 2016: Commissie doet landspecifieke aanbevelingen

Lidstaten boeken vooruitgang bij hervormingen en aanpak van macro-economische onevenwichtigheden, maar er is meer nodig om het Europees herstel te consolideren.

De Commissie stelt vandaag haar landspecifieke aanbevelingen 2016 voor. Dat zijn de economische beleidsrichtsnoeren per lidstaat voor de volgende 12 tot 18 maanden. In die richtsnoeren wordt de klemtoon gelegd op prioritaire hervormingen voor een sterker economisch herstel in de lidstaten door investeringen te stimuleren, structurele hervormingen door te voeren en begrotingsverantwoordelijkheid na te streven. Ze komen boven op de lopende inspanningen op Europees niveau.

De aanbevelingen zijn ook een weergave van de inspanningen van de Commissie om het Europees semester voor economisch bestuur doeltreffender en relevanter te maken. De Commissie heeft dit jaar minder aanbevelingen gedaan en die toegespitst op de voornaamste economische en sociale prioriteiten in haar jaarlijkse groeianalyse 2016. Om de nationale betrokkenheid te vergroten, heeft de Commissie meer tijd uitgetrokken en gelegenheden gecreëerd om te overleggen en te communiceren met de lidstaten en belanghebbenden op elk niveau. Ze heeft ook meer nadruk gelegd op de uitdagingen voor de eurozone en de onderlinge afhankelijkheid van de economieën, overeenkomstig de reeds aangenomen aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone.

Vicevoorzitter Valdis Dombrovskis, bevoegd voor de Euro en Sociale Dialoog: "In dit economisch pakket wordt grote nadruk gelegd op de structurele hervormingen die nodig zijn om het economisch herstel van de EU te versterken, hindernissen voor groei weg te werken en de werkgelegenheid te bevorderen. De modernisering van de arbeids-, product- en dienstenmarkten, waardoor het gemakkelijker wordt om zaken te doen, bijvoorbeeld door het openbaar bestuur te hervormen en belastingstelsels eerlijker en efficiënter te maken, zou bijdragen tot meer werkgelegenheid en investeringenkansen in de EU. Op begrotingsvlak zal het totale tekort van de eurozone, mede door het huidige herstel, dit jaar wellicht dalen tot 1,9 % (in 2010: 6,1 %). De begrotingskoers van de eurozone zal dit jaar waarschijnlijk licht expansief zijn. Enkele landen moeten echter nog altijd aanpassingen doorvoeren, vooral die landen waar de hoge schuldenlast een rem op de groei en een bron van kwetsbaarheid blijft.”

Marianne Thyssen, commissaris voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit: "De arbeidsmarkt verandert snel. We moeten samen met de lidstaten en de sociale partners verder het pad van de hervormingen bewandelen. De werkloosheid daalt maar er moet nog meer vooruitgang worden geboekt. In de aanbevelingen is dit jaar veel aandacht voor sociale kwesties en werkgelegenheid. Een echt sociaal Europa kunnen we alleen verwezenlijken als maatschappelijke overwegingen beter worden geïntegreerd in alle Europese beleidsterreinen."

Pierre Moscovici, commissaris voor Economische en Financiële Zaken, Belastingen en Douane: "Door de vertraagde mondiale groei en de hoge onzekerheid moeten we onze inspanningen opdrijven om de Europese economie door middel van doelgerichte hervormingen te versterken. Een verantwoordelijk begrotingsbeleid draagt ook bij tot de werkgelegenheid en een ruimere verspreiding van de resultaten van het herstel. Dat zijn de principes waarop de Commissie haar richtsnoeren voor het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten in 2016-2017 heeft gebaseerd.”

Landspecifieke aanbevelingen 2016

Europa kent een bescheiden herstel, dat minder en minder wordt ondersteund door externe factoren. Binnenlandse bronnen van groei worden belangrijker. De klemtoon van de huidige aanbevelingen ligt daarom op de drie beleidsprioriteiten van de Commissie. De investeringen liggen nog altijd lager dan voor de crisis, maar trekken wel aan, mede dankzij het investeringsplan voor Europa. Structurele hervormingen moeten sneller worden doorgevoerd om het herstel te bespoedigen en het groeipotentieel van de EU-economieën op lange termijn te vergroten. Alle lidstaten moeten een verantwoord begrotingsbeleid nastreven en hun begroting op een groeivriendelijke manier samenstellen.

De lidstaten hebben het afgelopen jaar weliswaar vorderingen gemaakt bij de hervormingen, maar het tempo moet worden opgevoerd om naar behoren te kunnen bijdragen tot werkgelegenheid, groei en investeringen. Het gevolg dat aan de landspecifieke aanbevelingen is gegeven, verschilt al naargelang het beleidsdomein. Dat kan te wijten zijn aan de complexiteit van de hervormingen die moeten worden doorgevoerd, zoals hervormingen van de arbeids- en productmarkten, pensioenstelsels en de banksector. De meeste vooruitgang is geboekt op het vlak van de aanbevelingen voor financiële diensten en een actief arbeidsmarktbeleid. Daartegenover staat dat meer vooruitgang werd verwacht bij de totstandbrenging van een bedrijfs- en werkgelegenheidsvriendelijk regelgevingskader, de verhoging van de arbeidsparticipatie van vrouwen en de afbouw van belemmeringen in de dienstensector. Lidstaten met onevenwichtigheden hebben meer vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de aanbevelingen dan lidstaten zonder onevenwichtigheden. Dat is wellicht toe te schrijven aan een grotere behoefte aan hervormingen, een krachtigere beleidsdialoog en, in sommige gevallen, een sterkere marktdruk.

In landen met grote externe verplichtingen zijn de grote tekorten op de lopende rekening van voor de crisis sterk teruggedrongen of zelfs in overschotten omgebogen. Sommige andere lidstaten hebben nog altijd zeer grote overschotten. Het kostenconcurrentievermogen is in het algemeen verbeterd en er zijn aanwijzingen voor een structurele aanpassing in de vorm van een verschuiving van middelen naar de verhandelbare sector. De werkloosheid daalt, maar het tempo verschilt van lidstaat tot lidstaat. Er worden vorderingen gemaakt bij het proces van balansreparatie: de afbouw van de schuldenlast bij de huishoudens en het bedrijfsleven is aan de gang en de bankkapitalisatie is aan het verbeteren. In de meeste landen is de schuldafbouw vooral terug te voeren op een daling van de uitgaven, terwijl in sommige landen het relatieve schuldniveau is gedaald als gevolg van een forse groei. In dat verband blijven de kwetsbaarheden die samenhangen met een hardnekkige overmatige schuldenlast in sommige sectoren een bron van bezorgdheid, terwijl de financiële sector af te rekenen heeft met een lage winstgevendheid in combinatie met een hoog niveau van oninbare leningen uit het verleden en de noodzaak om zich aan te passen aan een veeleisender regelgevingskader.

Wat de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden (PMO) betreft, bevestigt de Commissie dat Kroatië en Portugal met buitensporige onevenwichtigheden kampen. Zij moeten hun hervormingsagenda onverkort en tijdig uitvoeren. De nationale hervormingsprogramma's zijn ambitieus genoeg, waaruit blijkt dat beide landen hun buitensporig tekort willen corrigeren.

De Commissie zal hervormingsinspanningen op het niveau van de lidstaten blijven steunen. De Ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen, die vorig jaar is opgericht, heeft op basis van de ervaring die hij heeft opgedaan in Cyprus en Griekenland, effectieve hervormingen helpen doorvoeren. Met de medewetgevers wordt momenteel een wetsvoorstel besproken waardoor de dienst zou worden uitgebreid tot een EU-instrument voor alle lidstaten en er een steunprogramma voor structurele hervormingen zou worden opgezet. Daardoor zou voor heel wat belangrijke hervormingsgebieden technische bijstand kunnen worden geboden.

Begrotingsontwikkelingen en -besluiten

Het totale tekort van de eurozone zal dit jaar naar verwacht dalen tot 1,9 % (in 2010: 6,1 %).

De Commissie heeft ook een aantal stappen genomen in het kader van het stabiliteits- en groeipact. In het licht van de recentste gegevens beveelt de Europese Commissie de Raad aan om de buitensporigtekortprocedure te beëindigen voor Cyprus, Ierland en Slovenië. Die landen hebben hun tekort in 2015 teruggebracht tot minder dan 3 % van het bbp, de referentiewaarde van het Verdrag. Het gaat waarschijnlijk om een duurzame correctie. Dat betekent dat hun tekort wellicht ook in 2016 en 2017 minder dan 3 % van het bbp zal bedragen. Voor Cyprus zou de procedure daardoor één jaar vroeger dan gepland worden stopgezet. Als de Raad daartoe besluit, zakt het totaal aantal lidstaten met een buitensporigtekortprocedure tot zes: Kroatië, Frankrijk, Griekenland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. In het voorjaar van 2011 waren dat er nog 24.

Vervolgens heeft de Commissie overeenkomstig artikel 126, lid 3, VWEU verslagen aangenomen over België, Italië en Finland, waarin wordt nagegaan in welke mate die landen het schuldcriterium van het Verdrag naleven. Hoewel zij lijken af te wijken van de schuldreferentiewaarde en het vastgelegde tempo waartegen zij hun schuld moeten afbouwen, wordt na analyse van de relevante factoren in de verslagen voorgesteld om het stabiliteits- en groeipact momenteel als nageleefd te beschouwen. In een nieuw verslag zal de Commissie de relevante factoren voor Italië uiterlijk in november opnieuw beoordelen, als meer gegevens bekend zijn over de hervatting van het aanpassingstraject naar de middellangetermijndoelstelling voor 2017.

Wat Portugal en Spanje betreft, adviseert de Commissie de Raad om een duurzame correctie van het buitensporige tekort in respectievelijk 2016 en 2017 aan te bevelen. Deze correctie kan worden verwezenlijkt door de nodige structurele maatregelen te nemen en alle meevallers te gebruiken om het tekort en de schuldenlast te verminderen. Overeenkomstig haar taak om krachtens artikel 126 van het Verdrag toezicht te houden op de uitvoering van de buitensporigtekortprocedure, zal de Commissie de situatie van die twee landen begin juli opnieuw bekijken.

Tenslotte is de Commissie gestart met een definitieve raadpleging van de lidstaten die zich hebben aangesloten bij het begrotingspact, om na te gaan in hoeverre zij de bepalingen ervan in nationale wetgeving hebben omgezet.De betrokken lidstaten hebben twee maanden tijd om hun opmerkingen bij de Commissie in te dienen.

Achtergrond:

Sinds haar aantreden heeft de Commissie het Europees semester op een aantal punten veranderd om het doeltreffender en relevanter te maken. Die veranderingen zijn in november 2014 aangekondigd in de jaarlijkse groeianalyse 2015, in het begin van 2015 geïntroduceerd en in oktober 2015 bekrachtigd in de mededeling over de volgende stappen naar de voltooiing van Europa's Economische en Monetaire Unie.

Dat betekent onder meer dat de Commissie de voorbije maanden besprekingen heeft gevoerd met regeringen, nationale parlementen, sociale partners en andere belanghebbenden en dat zij een aantal bilaterale vergaderingen heeft gehouden met nationale autoriteiten over hun beleidsprioriteiten.

In februari heeft de Commissie als onderdeel van het zogenaamde winterpakket 2016 een gedetailleerde analyse voorgesteld van de economische en sociale situatie in elke lidstaat, in de vorm van een landverslag.

In april hebben de lidstaten hun nationale hervormingsprogramma's en stabiliteitsprogramma's (voor eurolanden) of convergentieprogramma's (voor niet-eurolanden) voorgesteld, waaronder de opvolgingsmaatregelen van het winterpakket.

De huidige aanbevelingen zijn gebaseerd op die gesprekken en programma's, op gegevens van Eurostat en de onlangs gepubliceerde voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie.

Voor Griekenland loopt momenteel een stabiliteitssteunprogramma. Dat land is niet in het huidige pakket opgenomen en krijgt geen landspecifieke aanbevelingen. Of Griekenland zich aan de beleidsdoelstellingen houdt, wordt beoordeeld in het kader van dat programma.

Volgende stappen:

De Commissie doet een beroep op de Raad om de voorgestelde aanpak voor 2016-2017 te bekrachtigen en de landspecifieke aanbevelingen aan te nemen, alsook op de lidstaten om die aanbevelingen volledig en tijdig uit te voeren. De EU-ministers moeten de landspecifieke aanbevelingen bespreken alvorens de staatshoofden en regeringsleiders van de EU deze goedkeuren. De lidstaten moeten de landspecifieke aanbevelingen vervolgens uitvoeren door ze op te nemen in hun nationaal economisch en begrotingsbeleid voor 2016-2017.

Meer informatie:

Overzichtstabel van de lidstaten in het kader van het Europees semester

Landspecifieke aanbevelingen 2016

Besluiten in het kader van het stabiliteits- en groeipact

Memo over de landspecifieke aanbevelingen

Sleutelgebieden: Thematische fiches

Europees semester 2016: Commissie herinnert lidstaten aan begrotingsverplichtingen

Economische voorjaarsprognoses 2016: voortgaan op de ingeslagen weg in een omgeving die door grote risico's wordt gekenmerkt

Europees semester 2016: minder lidstaten met economische onevenwichtigheden dan een jaar geleden

Het economisch bestuur van de EU uitgelegd

Europees semester 2016: het winterpakket uitgelegd

Twitter:

@VDombrovskis

@mariannethyssen

@pierremoscovici

Situatie van de lidstaten in het kader van de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden

 

Kader 1. Situatie van de lidstaten in het kader van de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden

PMO-categorie

Lidstaten in 2016*

Geen onevenwichtigheden

Tsjechië, Denemarken, Letland, Litouwen, Luxemburg, Slowakije, Malta, Polen, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, België, Estland, Hongarije, Roemenië

Onevenwichtigheden

Finland, Duitsland, Ierland, Nederland, Spanje, Slovenië, Zweden

Buitensporige onevenwichtigheden

Kroatië, Frankrijk, Italië, Portugal, Cyprus, Bulgarije

Buitensporige onevenwichtigheden waarvoor de buitensporigtekortprocedure moet worden gestart

-

  • Voor Griekenland loopt een stabiliteitssteunprogramma

Situatie van de lidstaten in het kader van het stabiliteits- en groeipact

 

Kader 2. Situatie van de lidstaten in het kader van het stabiliteits- en groeipact, op 18 mei 2016

Geen buitensporigtekortprocedure

Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Duitsland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Roemenië, Slowakije, Zweden, Malta, Polen, Finland

Voorgestelde beëindiging van de buitensporigtekortprocedure

Cyprus, Ierland, Slovenië

Lopende buitensporigtekortprocedure

Kroatië, Frankrijk, Griekenland, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk

 
1
Bron: Europese Commissie: Rapid persberichten

IP/16/1724

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail