Europees semester 2016: minder lidstaten met economische onevenwichtigheden dan een jaar geleden

De EU-lidstaten boeken vooruitgang bij het aanpakken van de onevenwichtigheden in hun economieën.

Zij hebben tevens vorderingen gemaakt bij het uitvoeren van de vorig jaar gedane landspecifieke aanbevelingen, al zijn deze vorderingen niet in alle landen en op alle beleidsterreinen even groot. De geleverde inspanningen zijn van cruciaal belang voor het versterken van het Europese herstel en het bevorderen van de convergentie. Zij stonden eveneens in het teken van de doelstellingen die dit jaar in het kader van het Europees semester worden nagestreefd: de investeringen weer op gang brengen, de structurele hervormingen voortzetten en een verantwoord begrotingsbeleid voeren.

In november vorig jaar besloot de Commissie dat het raadzaam was 18 lidstaten aan een diepgaande evaluatie te onderwerpen om na te gaan of zij met macro-economische onevenwichtigheden af te rekenen hadden en, indien zulks het geval was, hoe ernstig deze onevenwichtigheden waren. De Commissie is tot de conclusie gekomen dat er in zes van die landen van geen onevenwichtigheden in het kader van de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden sprake was Twaalf landen hebben ofwel met onevenwichtigheden, ofwel met buitensporige onevenwichtigheden af te rekenen.

Vicevoorzitter Valdis Dombrovskis, belast met de euro en de sociale dialoog, heeft in dit verband het volgende verklaard: "Het herstel van de EU-economie zet door en tal van lidstaten maken vorderingen bij het aanpakken van de structurele problemen van hun economieën. Het aantal lidstaten waarvoor onevenwichtigheden zijn geconstateerd, is kleiner dan vorig jaar. Toch blijven er problemen bestaan en die vormen een bron van kwetsbaarheid voor diverse landen. De structurele hervormingen moeten worden geïntensiveerd om onze economieën concurrerender te maken. De lidstaten dienen hun inspanningen voort te zetten om onder meer de hoge publieke en private schuld terug te dringen, de inefficiënties op de arbeidsmarkt aan te pakken, de houdbaarheid van de socialezekerheidsstelsels te verzekeren en het bedrijfsklimaat te verbeteren."

Commissaris Marianne Thyssen, verantwoordelijk voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit, zei: "Hoewel de situatie van land tot land verschilt, maken de lidstaten globaal genomen vorderingen bij het terugbrengen van werklozen, inclusief jongeren, naar de arbeidsmarkt. Het Europees semester blijft dienst doen als stuwende kracht achter de hervormingen van de lidstaten om mensen weer aan een baan te helpen."

Commissaris Pierre Moscovici, bevoegd voor Economische en Financiële Zaken, Belastingen en Douane, verklaarde: "Vandaag kunnen we duidelijk zien dat de landen die hun economie het ingrijpendst en het snelst hebben hervormd, thans de vruchten van de geleverde inspanningen plukken. Andere landen moeten hun inspanningen opvoeren als zij meer banen en groei voor hun burgers willen genereren. We hebben nu een grondige diagnose gesteld van de uitdagingen waar elk land voor staat en ik kijk ernaar uit om deze uitdagingen met de nationale autoriteiten te bespreken om het doorvoeren van hoognodige hervormingen te ondersteunen en aan te moedigen."

Zoals in de in oktober 2015 gepresenteerde mededeling over stappen naar de voltooiing van de economische en monetaire unie was aangekondigd, heeft de Commissie voor een duidelijker en transparanter verloop van de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden (PMO) gezorgd door het aantal categorieën van onevenwichtigheden te verminderen van zes tot vier: geen onevenwichtigheden, onevenwichtigheden, buitensporige onevenwichtigheden en buitensporige onevenwichtigheden met corrigerende maatregelen (procedure bij buitensporige onevenwichtigheden).

Voortaan zullen alle lidstaten waarvoor onevenwichtigheden of buitensporige onevenwichtigheden worden geconstateerd, worden onderworpen aan specifieke monitoring die aan de ernst en de aard van de onevenwichtigheden is aangepast. Aldus zal via een intensievere dialoog met de nationale autoriteiten, via werkbezoeken en via voortgangsverslagen verscherpt toezicht op de beleidsreacties van de lidstaten worden gehouden. In de tabel in de bijlage wordt een overzicht gegeven met de categorieën die vanaf 2016 worden gehanteerd.

Voor Bulgarije, Kroatië, Frankrijk, Italië en Portugal zijn buitensporige onevenwichtigheden vastgesteld.

Voor Finland, Duitsland, Ierland, Nederland, Spanje, Zweden en Slovenië zijn onevenwichtigheden geconstateerd.

In Oostenrijk en Estland, waarvoor dit jaar voor het eerst een diepgaande evaluatie heeft plaatsgevonden, zijn geen onevenwichtigheden vastgesteld. Ook voor België, Hongarije, Roemenië en het Verenigd Koninkrijk zijn geen onevenwichtigheden geconstateerd.

Volgende stappen

De Raad wordt geacht zich te buigen over de bevindingen die uit de voor de economieën van 18 lidstaten verrichte diepgaande evaluaties naar voren komen.

In maart en april zal de Commissie verdere bilaterale vergaderingen met de lidstaten houden. Deze vergaderingen zullen de gelegenheid bieden de landverslagen met de nationale autoriteiten te bespreken.

In april worden de lidstaten geacht hun nationale hervormingsprogramma's en hun stabiliteitsprogramma's (voor eurozonelanden) of convergentieprogramma's (voor niet-eurozonelanden) te presenteren.

Op basis van al deze bronnen zal de Commissie in het voorjaar komen met haar voorstellen voor een nieuwe reeks landspecifieke aanbevelingen die op de belangrijkste aan te pakken uitdagingen zullen zijn toegespitst. De aanbevelingen zullen ook begrotingsrichtsnoeren bevatten en gebaseerd zijn op de voorjaarsprognoses van de Commissie, waarin de door Eurostat gevalideerde definitieve begrotingsgegevens voor 2015 zijn verwerkt.

Griekenland en Cyprus, die momenteel onder stabiliteitssteunprogramma's vallen, worden niet door het pakket van vandaag bestreken.

Achtergrond

De publicatie van deze landverslagen in een vroeg stadium is onderdeel van de inspanningen om het Europees semester te stroomlijnen en te versterken, in lijn met het Verslag van de vijf voorzitters en de door de Commissie aangekondigde stappen om de economische en monetaire unie in Europa te voltooien. Voor sommige van deze stappen werd vorig jaar reeds een eerste aanzet gegeven en deze praktijk vindt dit jaar bevestiging. Het is de bedoeling om al van bij het begin van het Europees semester een echte dialoog mogelijk te maken over de Europese prioriteiten, waaronder de uitdagingen waarvoor de eurozone zich gesteld ziet. Op die manier is er meer tijd om op alle niveaus met lidstaten en belanghebbenden in dialoog te treden over hun prioriteiten. Uit deze verslagen komt ook naar voren dat de Commissie in het kader van het Europees semester voortaan sterker de nadruk wil leggen op werkgelegenheid en sociale overwegingen.

1
Bron: Europese Commissie: Rapid persberichten

VERDERE INFORMATIE

Mededeling

Memo

Landverslagen

De start van het Europees semester 2016: het novemberpakket van het Europees semester toegelicht

Het economisch bestuur van de EU uitgelegd

Waarschuwingsmechanismeverslag 2016

Economische winterprognoses 2016

IP/16/591

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail