Wat is het Horizonverslag?

Wat is het Horizonverslag?
Bron: Europese Commissie: Rapid persberichten

Europese Commissie

MEMO

Brussel, 2 oktober 2014

Wat is het Horizonverslag?

IP/14/1075

Het Horizonverslag Europa: Schooleditie 2014 beschrijft de belangrijkste trends, uitdagingen en technologische ontwikkelingen die naar verwachting een impact op de schoolonderwijsstelsels zullen hebben. Het Horizonverslag Europa: Schooleditie 2014 is geproduceerd door de Europese Commissie, samen met een team onder leiding van de Inholland University of Applied Sciences (Nederland) en het New Media Consortium (NMC), een non-profitgroep uit de VS die internationale deskundigen op het gebied van onderwijstechnologie verenigt. Er wordt voortgebouwd op de Horizonverslagserie en ‑methodologie van het NMC en op studies van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie over de toekomst van het leren, zoals FutLearn en MATEL .

Hoe zijn de technologieën, trends en uitdagingen in het verslag geselecteerd?

Het verslag behandelt 18 onderwerpen, waaronder nieuwe technologieën zoals cloudcomputing, trends zoals het groeiend gebruik van sociale media, en uitdagingen voor scholen zoals de noodzaak om de digitale vaardigheden en kennis te verbeteren. De thema's zijn geselecteerd door het Horizonproject Europa-deskundigenpanel, bestaande uit 53 deskundigen op het gebied van Europees onderwijs, Europese technologie en andere gebieden. De deskundigen zijn afkomstig uit 22 Europese landen en uit internationale organisaties en netwerken.

Wat heeft de Commissie tot nu toe gedaan om het hoofd te bieden aan de in het verslag genoemde uitdagingen?

De Commissie heeft in september 2013 " Open het onderwijs ", haar strategie ter bevordering van innovatie, open onderwijspraktijen en open leermiddelen, gepubliceerd om onderwijs van hoge kwaliteit en digitale vaardigheden te helpen leveren die tegen 2020 voor 90 % van de banen nodig zullen zijn. In de strategie wordt opgeroepen tot actie om digitale klaslokalen te verwezenlijken en er wordt bij nationale overheden, onderwijsinstellingen, docenten, leerlingen en belanghebbenden op aangedrongen om nieuwe manieren van samenwerken, werken en leren in beeld te brengen. Erasmus+ , het nieuwe EU-programma voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport, biedt financiering voor innovatieve en technologiegestuurde projecten die het onderwijs moeten verbeteren en tot de ontwikkeling van veel nieuwe open leermiddelen moeten bijdragen.

Er zijn met EU-financiering al verscheidene initiatieven en goede praktijken ontwikkeld, bijvoorbeeld eTwinning, dat scholen helpt grensoverschrijdend samen te werken door middel van een onlineportaal, ITEC: designing the future classroom , dat innovatie in het onderwijs bevordert, en Open Discovery Space , dat toegang tot digitale leermiddelen biedt .

Wat is de meerwaarde van dit verslag?

Het verslag wil onderwijsbeleidsmakers, raden van bestuur en schoolbesturen helpen begrip en een strategie voor een groter gebruik van technologie te ontwikkelen zodat de Europese onderwijsstelsels hun leerlingen en studenten uitrusten met de vaardigheden en de kennis die ze in de toekomst nodig zullen hebben.

Op basis van welke informatie is het verslag samengesteld?

Het verslag bevat verwijzingen en links naar meer dan 150 Europese publicaties (studies, artikelen, beleidsstukken, blogs enz.), projecten (zowel EU-gefinancierde als nationale) en beleidsinitiatieven in Europa en daarbuiten. Meer dan 70% van de in het verslag vermelde voorbeelden zijn Europees. Een volledig verslag van het redactieproces, inclusief de discussies en de samenwerking, is hier te vinden. Er is gebruik gemaakt van het door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek ontworpen multidimensionaal kader voor creatieve klaslokalen om te zorgen voor een samenhangende, stelselmatige en grondige evaluatie.

Welke trends ziet het verslag?

Op korte termijn zullen de sociale media volgens de deskundigen volledig in het onderwijs doordringen. Zij zijn verder van mening dat de technologie ertoe noopt de rol van de docenten te heroverwegen. Op middellange termijn zullen docenten en leerlingen steeds meer gebruikmaken van open leermiddelen en hybride ontwerpen, die een combinatie van fysieke en virtuele leeromgevingen aanmoedigen. Ten slotte denken de deskundigen dat de komende vijf jaar onlineleren aanzienlijk zal toenemen, in combinatie met een groei van gegevensgestuurd leren en toetsen.

Welke uitdagingen ziet het verslag?

De deskundigen hebben drie verschillende categorieën uitdagingen onder de loep genomen. Ten eerste de oplosbare uitdagingen, die gemakkelijk kunnen worden aangepakt of waarvoor al oplossingen bestaan die gemakkelijk kunnen worden geïmplementeerd. Deze omvatten de integratie van nieuwe technologieën in de lerarenopleiding en het aanpakken van zwakke digitale vaardigheden op school. Ten tweede de moeilijke uitdagingen die meer tijd en moeite vergen, zoals "authentiek leren" (echte praktijkvoorbeelden in de klas) en het mixen van leren in fysieke en virtuele omgevingen.

Ten slotte labelen de deskundigen bepaalde uitdagingen als netelig . Deze uitdagingen zijn veel moeilijker en duren langer om op te lossen. Hieronder vallen de noodzaak om het onderwijs van complex denken en doeltreffende communicatie te verbeteren, en het ontbreken van een strategie om studenten een actievere rol te laten spelen bij het mee-ontwikkelen van hun leeractiviteiten.

Welke technologieën zullen volgens de deskundigen de komende paar jaar in het onderwijs worden gebruikt?

In het komende jaar of daaromtrent worden cloudcomputing en tablets in veel klaslokalen in heel Europa gemeengoed, en het duurt nog 2 à 3 jaar voordat computerspellen een integrerend deel van het onderwijs worden. Studies tonen aan dat computerspellen sociale vaardigheden kunnen stimuleren en scenario's kunnen simuleren waardoor leerlingen kwesties als racisme of ongelijkheid beter begrijpen. Bovendien zullen mobiele toestellen zoals smartphones en tablets de komende paar jaar steeds nuttiger leerinstrumenten worden. Het zal daarentegen hoogstwaarschijnlijk nog tot vijf jaar duren alvorens gepersonaliseerd onderwijs en virtuele laboratoria of laboratoria op afstand wijdverspreid raken.

Wat zijn open leermiddelen?

0pen leermiddelen (OER) zijn leermiddelen als tekstboeken, lesaantekeningen, proeven, opdrachten, filmfragmenten en geluidsbestanden die gratis gebruikt, gedeeld en aan specifieke leerbehoeften aangepast kunnen worden. Ze kunnen van nut zijn voor onderwijs, leren, beoordelen en onderzoeksdoeleinden. Meer informatie over Europese OER is te vinden op OpenEducationEuropa.eu , het portaal van de Europese Commissie voor innovatief leren.