Commissie daagt Nederland voor de rechter wegens discriminatie bij studententarieven

De Europese Commissie heeft besloten Nederland voor het Europees Hof van Justitie te dagen wegens discriminatie van studenten uit andere EU-lidstaten, omdat deze geen gebruik kunnen maken van studententarieven voor het openbaar vervoer die wel aan Nederlandse studenten worden gegund.

Krachtens het EU-Verdrag hebben studenten, ongeacht waar in de Unie zij studeren, dezelfde rechten op uitkeringen of voordelen als plaatselijke studenten, tenzij deze voordelen of uitkeringen door de EU-wetgeving uitdrukkelijk van het principe van gelijke behandeling worden uitgesloten, zoals dat het geval is met steun voor levensonderhoud.

Artikel 18 van het Verdrag betreffende de werking van de EU verbiedt discriminatie op grond van nationaliteit binnen het kader van de Verdragen. Uitzonderingen hierop worden restrictief uitgelegd. Een voorbeeld van een dergelijke uitzondering krachtens EU-recht is dat een lidstaat geen steun voor levensonderhoud of leningen hoeft te verstrekken aan EU-studenten uit andere lidstaten tenzij zij een duurzaam verblijfsrecht hebben verworven, werknemer zijn dan wel gezinsleden van een werknemer ( Richtlijn 2044/38 , artikel 24, lid 2).

De Commissie is van mening dat Nederland het beginsel van gelijke behandeling niet heeft toegepast doordat het de studententarieven op treinen en bussen beperkt heeft tot studenten die de Nederlandse nationaliteit hebben, dan wel sinds lang in Nederland verblijven. Derhalve worden alle andere EU-studenten die in Nederland studeren, inclusief Erasmusstudenten, gediscrimineerd.

De Commissie heeft Nederland al twee "met redenen omklede adviezen" toegestuurd, een keer in 2010 en nog eens in 2012, waarin zij aangeeft dat het Nederlandse kortingenbeleid strijdig is met het EU-recht. In oktober 2012 heeft het Europees Hof van Justitie een arrest geveld over een gelijkaardige discriminatiezaak ( C-75/11 ), waarin het oordeelde dat Oostenrijk, doordat het gereduceerde vervoertarieven wel aan de eigen staatsburgers maar niet aan andere EU-studenten toestond, de verplichting van gelijke behandeling niet is nagekomen.

Aangezien Nederland na het advies van de Commissie noch in het licht van het arrest van het Hof actie heeft ondernomen, heeft de Commissie nu besloten de zaak bij het Hof van Justitie aanhangig te maken.

Volgens de 2012 Education Monitor (zie blz. 45), waren in 2010 nagenoeg 28 000 studenten uit andere EU-lidstaten, landen van de Europese Economische Ruimte of EU-kandidaat-lidstaten aan Nederlandse universiteiten ingeschreven - ongeveer 4,4% van de totale studentenbevolking in Nederland op dat moment.

Voor meer informatie

Pakket inbreukbesluiten: MEMO/13/583

Inbreukprocedure: MEMO/12/12

Inbreuken op EU-recht

Europese Commissie: Onderwijs en opleiding

De website van Androulla Vassiliou

Volg Androulla Vassiliou op Twitter @VassiliouEU

 

Contact:

Dennis Abbott (+32 22959258); Twitter: @DennisAbbott

Dina Avraam (+32 22959667)