Ruime meerderheid Europeanen voorstander van concurrentie in binnenlands spoorvervoer

71 % van de EU-burgers staat achter de openstelling voor concurrentie van het binnenlands spoorvervoer. Behalve in Nederland en Luxemburg is in alle lidstaten meer dan 60 % van de respondenten hiervoor te vinden. 78 % van de EU-burgers denkt dat meer concurrentie gunstig is voor de reizigers.

Een speciale Eurobarometer-enquête heeft uitgewezen dat minder dan de helft van de Europeanen tevreden is over het spoorvervoer (46 %); dit is een verbetering ten opzichte van 1997, toen de score bij 41 % lag. Het tevredenheidsniveau loopt uiteen van 67 % in Finland tot 18 % in Bulgarije.

In het algemeen is de tevredenheid tamelijk laag in de lidstaten in Midden- en Zuidoost-Europa (Tsjechië, Hongarije, Slovenië, Slowakije, Polen, Roemenië, Bulgarije en Griekenland).

De meeste Europeanen denken dat de openstelling van de markt een gunstige invloed zal hebben op de prijzen van treinkaartjes (72 %), de kwaliteit van de dienstverlening (71 %), het comfort en de netheid in de trein (70 %), de frequentie van treinen (68 %), de stiptheid (66 %), de manier waarop spoorwegbedrijven worden bestuurd (63 %) en het aantal stations of trajecten (62 %).

De meerderheid van de Europeanen is van oordeel dat verschillende belanghebbenden baat zullen hebben bij meer concurrentie op de spoorwegmarkt: de reizigers (78 %), private spoorwegexploitanten (68 %) en het personeel van spoorwegexploitanten (55 %).

Daarnaast zou 70 % van de EU-burgers willen dat concurrentie leidt tot "uitgeklede" spoorwegdiensten, vergelijkbaar met goedkope luchtvaartmaatschappijen, en is 43 % voorstander van extra service (maaltijden, films, kranten enz.) Bovendien wil bijna twee derde (65 %) van de Europeanen op verschillende manieren treinkaartjes kunnen kopen (bijvoorbeeld op internet, met de smartphone of in de trein).

Volgende stappen

De Europese Commissie werkt op dit moment aan een nieuw pakket maatregelen (het vierde spoorwegpakket), waardoor de binnenlandse spoorwegmarkten voor passagiersvervoerdiensten worden opengesteld, nieuw rollend materieel sneller op de markt beschikbaar wordt (door de versterking van de rol van het Europees Spoorwegbureau) en het beheer van de spoorweginfrastructuur wordt verbeterd om de efficiëntie van spoorwegdiensten te verhogen en concurrentie te bevorderen.

Achtergrond

Meer dan de helft van de Europeanen (55 %) maakt gebruik van binnenlandse treinen: minstens één keer per week (6 %), een aantal keer per maand (4 %), een aantal keer per jaar (19 %) of minstens eens per jaar (26 %). Meer dan vier op de tien Europeanen hebben nog nooit een binnenlandse trein genomen (45 %).

Iets meer dan vier op de tien Europeanen (41 %) maken gebruik van forensentreinen: minstens één keer per week (7%), een aantal keer per maand (5%), een aantal keer per jaar (13%) of minstens eens per jaar (15%). Bijna zes op de tien Europeanen hebben nog nooit een forensentrein genomen (59 %).

De voornaamste reden om in eigen land met de trein te reizen, is voor uitstapjes in de vrije tijd (70 %); veel minder reizigers gaan ermee naar hun werk of opleiding (10 %) of nemen de trein voor zakenreizen (10 %).

Van de Europeanen die nooit of hoogstens eens per jaar de trein nemen, geven meer dan vier op de tien (43 %) aan dat zij dat wellicht vaker zouden dan als de trein goedkoper was. Andere verbeteringen zouden hierbij een veel kleinere rol spelen: een beter spoorwegnet met meer trajecten of stations (20 %), snellere treinen (17 %), een betere stiptheid (16 %), comfortabelere en nettere treinen (16 %) en een hogere frequente van de treinen (14 %). Bijna drie op de tien respondenten die de trein nooit of zelden nemen, gaven spontaan aan dat geen enkele maatregel hen hiertoe zou kunnen overhalen (28 %).

Bijna de helft van de Europeanen (46 %) is tevreden met het huidige treinaanbod in hun land. Een fors deel geeft echter aan niet tevreden te zijn (36 %).

De meerderheid van de Europeanen (71 %) is er voorstander van dat het binnenlands spoorvervoer wordt opengesteld voor concurrentie, mits alle exploitanten aan dezelfde veiligheidsnormen voldoen.

http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/eb_special_399_380_en.htm#388

 

Contact:

Helen Kearns (+32 2 298 76 38)

Dale Kidd (+32 2 295 74 61)