Rapport toont grote verschillen aan tussen kosten hoger onderwijs per land

Uit een nieuw rapport dat de Europese Commissie vandaag heeft gepubliceerd, blijkt dat de kosten van het hoger onderwijs voor studenten in Europa sterk uiteenlopen. Het collegegeld is het hoogst in Engeland, waar studenten per academisch jaar tot 9 000 £ betalen (circa 11 500 €), terwijl in negen landen (Cyprus, Denemarken, Finland, Griekenland, Malta, Noorwegen, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk (Schotland) en Zweden) in de meeste gevallen geen collegegeld moet worden betaald. De Noordse landen zijn het gulst, hoewel Finland en Zweden in navolging van Denemarken recentelijk collegegeld hebben ingevoerd voor buitenlandse studenten. Alle landen, behalve IJsland en Noorwegen, vragen nu collegegeld van niet-Europese studenten.

Veel van de landen die geen collegegeld vragen, zoals Oostenrijk, het VK (Schotland) en de Noordse landen, zijn ook gul met steun voor studenten, zoals beurzen en leningen ter dekking van de kosten van levensonderhoud (zie Hoofdpunten van het rapport). Deze informatie over collegegelden en steun is nu gemakkelijk online toegankelijk voor studenten die de kosten van hun opleiding in verschillende Europese landen willen vergelijken.

"Ik hoop dat het feit dat studenten nu gemakkelijker de onderwijskosten in verschillende landen kunnen vergelijken, zal leiden tot meer mobiliteit van studenten en het hen mogelijk zal maken de opleiding te kiezen die voor hen het beste is", aldus Androulla Vassiliou, Europees commissaris voor Onderwijs, Cultuur, Meertaligheid en Jeugdzaken. "Dit rapport komt op het juiste moment en is belangrijk: het herinnert ons eraan dat gemoderniseerd onderwijs en gemoderniseerde opleidingen het fundament zijn van Europa's welvaart op lange termijn en een sleutelrol spelen bij het oplossen van onze economische moeilijkheden."

Uit het rapport blijkt duidelijk dat er ook grote verschillen bestaan in de steun aan studenten, die in Duitsland, de Noordse landen en het Verenigd Koninkrijk gul verstrekt wordt, terwijl studenten in Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen en Tsjechië slechts geringe financiële steun ontvangen. Er zijn ook aanzienlijke verschillen met betrekking tot wie recht heeft op steun: steun kan uitsluitend worden verdeeld op basis van behoefte of kan voor allen verkrijgbaar zijn. Gezinstoelagen en belastingvoordelen voor de ouders van studenten vormen in ongeveer de helft van de landen een belangrijk onderdeel van het totaalpakket van steun voor studenten.

Hoofdpunten van het rapport

COLLEGEGELDEN

Hoogste collegegelden

De hoogste collegegelden zijn verschuldigd in het Verenigd Koninkrijk (Engeland, Wales en Noord-Ierland). Tot 2012 bedroegen zij 3 375 £ per jaar voor bacheloropleidingen. In september 2012 is dit in Engeland opgetrokken tot een nieuw basiscollegegeld van 6 000 £ en een maximumcollegegeld van 9 000 £. Om het collegegeld te betalen krijgen studenten in Engeland een lening, die zij niet hoeven terug te betalen totdat zij een relatief goed betaalde baan hebben. In Wales zullen de aanvullende kosten van het collegegeld voor in Wales wonende studenten, zelfs indien zij buiten Wales studeren, echter worden betaald door de Welsche regering. In Noord-Ierland zal het collegegeld slechts stijgen overeenkomstig de inflatie, tot 3 465 £ in 2012/2013.

Geen collegegeld

Aan het andere eind van het spectrum zijn er 9 landen waar van studenten (uitgezonderd studenten van buiten de EU/EER) geen collegegeld wordt verlangd. Het gaat om Cyprus (bachelorniveau), Denemarken (hoewel deeltijdstudenten moeten betalen), Finland, Griekenland en Malta (bachelorniveau), Noorwegen, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk (Schotland) (bachelorniveau) en Zweden.

In Duitsland wordt in het academisch jaar 2012/2013 in twee deelstaten (Beieren en Nedersaksen) collegegeld gevraagd, in de andere 14 niet.

Aandeel van betalende studenten

Het aandeel van de studenten die collegegeld betalen loopt van land tot land sterk uiteen. In een aantal landen betalen alle studenten collegegeld; dit is het geval in België (Vlaamse Gemeenschap), Bulgarije, Engeland, IJsland, Liechtenstein, Nederland, Polen, Portugal, Slowakije, Tsjechië en Turkije. In zeven landen (de Franse Gemeenschap van België, Estland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Letland, Roemenië) betaalt de meerderheid collegegeld. In vier landen (Duitsland, Kroatië, Litouwen, Slovenië) betaalt slechts een minderheid collegegeld, en ten slotte zijn er de 9 genoemde landen waar studenten, afgezien van de genoemde uitzonderingen, niet betalen.

Collegegeld voor buitenlandse studenten

Voor studenten van buiten de Europese Unie is het collegegeld meestal hoger. Het wordt doorgaans vastgesteld door de hogeronderwijsinstellingen zelf, hoewel in enkele landen (België, Bulgarije, Griekenland, Portugal, Roemenië) het niveau van de collegegelden centraal geregeld is.

In 6 landen (Hongarije, IJsland, Italië, Liechtenstein, Noorwegen en Tsjechië) worden studenten van buiten de Europese Unie met betrekking tot collegegelden op dezelfde wijze behandeld als die van binnen de Europese Unie.

Verschillen in collegegeld tussen cycli

Het collegegeld is doorgaans hoger voor het masterniveau (tweede cyclus) dan voor het bachelorniveau (eerste cyclus), en het wordt ook verlangd van meer studenten in de tweede cyclus. In Cyprus, Griekenland, Malta en het Verenigd Koninkrijk (Schotland) is collegegeld verschuldigd in de tweede cyclus, maar niet in de eerste, terwijl doorgaans een hoger collegegeld wordt gevraagd op masterniveau in Frankrijk, Hongarije, Ierland, Letland, Litouwen, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk (Engeland, Wales en Noord-Ierland).

STEUN AAN STUDENTEN

De steun aan studenten neemt verschillende vormen aan om aan de van land tot land verschillende behoeften te voldoen. De meest voorkomende vormen van steun zijn echter beurzen en leningen, die soms samen (wanneer de student een lening én een beurs ontvangt) en soms afzonderlijk (de student krijgt ofwel een lening, ofwel een beurs) worden verstrekt.

Beurzen

Alle landen, behalve IJsland en Turkije, geven althans aan sommige studenten de ene of de andere soort beurs. In Turkije wordt het collegegeld voor sommige studenten gekort, maar bestaan er geen beurzen.

In andere landen is er een groot verschil in de waarschijnlijkheid dat een beurs wordt ontvangen.

In Cyprus, Denemarken en Malta krijgen alle studenten een beurs. In Finland, Nederland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk (Engeland, Wales en Noord-Ierland) en Zweden krijgt de meerderheid van de studenten een beurs.

In de overgrote meerderheid van de landen (België, Bulgarije, Duitsland, Estland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Polen, Portugal, Roemenië, het Verenigd Koninkrijk (Schotland), Slowakije, Spanje, Tsjechië) krijgt slechts een minderheid van studenten een beurs. Het percentage varieert van 1 % van de studentenbevolking in Griekenland tot ongeveer 40 % in Hongarije.

Leningen

Hoewel studenten in theorie in alle landen leningen kunnen afsluiten, worden zij als een hoofdkenmerk van een systeem voor steun aan studenten beschouwd als meer dan 5 % van de studentenbevolking een dergelijke lening afsluit. Dat is het geval in 16 landen: Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, het Verenigd Koninkrijk (alle onderdelen), Zweden, IJsland, Noorwegen en Turkije.

Andere steun: gezinstoelagen en belastingvoordelen voor ouders van studenten

Systemen voor steun aan studenten kunnen de student als een individu beschouwen, dan wel als lid van een gezin dat hulp nodig kan hebben. Met name in de Noordse landen wordt de student als een individu beschouwd, en ontvangt hij de steun. In veel andere landen kan de steun echter afhangen van de algemene gezinstoestand, en sommige vormen van steun kunnen worden verstrekt aan andere gezinsleden dan de student.

Gezinstoelagen en belastingvoordelen spelen een belangrijke rol bij de steun aan studenten in een aantal landen: België, Duitsland, Estland (enkel belastingvoordelen), Frankrijk, Griekenland, Ierland (enkel belastingvoordelen), Italië (enkel belastingvoordelen), Letland (enkel belastingvoordelen), Litouwen, Malta (enkel belastingvoordelen), Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië (enkel belastingvoordelen), Slowakije, Tsjechië, en Liechtenstein (enkel belastingvoordelen).

Achtergrond

Het rapport is voor de Commissie opgesteld door het Eurydice-netwerk, dat bestaat uit achtendertig nationale eenheden in de 34 landen die deelnemen aan het EU-programma Een leven lang leren (de EU-lidstaten, IJsland, Kroatië, Liechtenstein, Noorwegen, Servië, Turkije en Zwitserland). Het wordt gecoördineerd en beheerd door het Uitvoerend Agentschap Onderwijs, Audiovisuele Media en Cultuur van de EU. Het overzicht van collegegelden en steun aan studenten zal voortaan jaarlijks worden opgemaakt om wijzigingen in kaart te brengen.

Voor meer informatie

Het volledige rapport vindt u hier.

Europese Commissie: Onderwijs en opleiding

Website van Androulla Vassiliou

Volg Androulla Vassiliou op Twitter @VassiliouEU

 

Contact:

Dennis Abbott +32 229-59258; Twitter: @DennisAbbott

Dina Avraam +32 229-59667