Europese Commissie eist van 7 lidstaten naleving van nieuw EU-regels voor de inspectie van vrachtschepen

De Europese Commissie heeft België, Cyprus, Estland, Frankrijk, Polen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk vandaag verzocht nationale wetgeving vast te stellen ter uitvoering van het nieuwe EU-stelsel van havenstaatcontrole om aan de wetgeving van de Europese Unie te voldoen. Het verzoek van de Commissie heeft de vorm van een ”met redenen omkleed advies” in het kader van de Europese inbreukprocedures. Indien deze lidstaten de Commissie niet binnen twee maanden in kennis stellen van de maatregelen die zij hebben genomen om de EU-wetgeving volledig na te leven, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

De Europese regelgeving

Na de rampen met de Erika en de Prestige voor de Europese kusten is in 2009 EU-wetgeving inzake havenstaatcontrole vastgesteld in het kader van het derde pakket maritieme veiligheid. Krachtens deze richtlijn gelden sinds 1 januari 2011 strengere verplichtingen voor de lidstaten wat betreft de inspectie van vaartuigen die hun havens aandoen. De nieuwe wetgeving voorziet in frequentere inspecties van schepen met een hoger risico en in een uitbreiding van het toegangsverbod voor schepen die niet aan de normen voldoen.

Waarom neemt de Commissie maatregelen?

Cyprus, Estland en Portugal hebben de Commissie niet in kennis gesteld van de maatregelen die zij hebben genomen om de nieuwe richtlijn inzake havenstaatcontrole toe te passen, hoewel deze uiterlijk op 31 december 2010 hadden moeten zijn aangemeld. België, Frankrijk, Polen en het Verenigd Koninkrijk hebben slechts gedeeltelijke uitvoeringsmaatregelen bij de Commissie aangemeld.

Welke gevolgen heeft dit in de praktijk?

Niet-uitvoering door een aantal lidstaten vermindert de veiligheid op zee en in de havens en kan ook de mededinging verstoren. De richtlijn inzake havenstaatcontrole bevat efficiëntere bepalingen om substandaardschepen uit de havens van de Gemeenschap te weren. Opdat de richtlijn ten volle effect kan sorteren, is een gezamenlijke inspanning van alle lidstaten vereist. Met het nieuwe stelsel wordt het streefdoel voor afzonderlijke EU-lidstaten om 25% van de buitenlandse schepen die hun havens aandoen, te inspecteren, vervangen door een collectief streefdoel voor heel Europa om 100% van deze schepen te inspecteren. De frequentie van de inspecties hangt af van het scheepsrisicoprofiel. Schepen met een hoog risicoprofiel moeten om de zes maanden worden geïnspecteerd, schepen met een gemiddeld risicoprofiel om de twaalf maanden en schepen met een laag risicoprofiel om de drie jaar, ongeacht de haven die zij willen aandoen. Wanneer deze maatregelen niet door alle lidstaten worden toegepast, kan de doelstelling om 100% van de schepen te controleren, niet worden bereikt, wat een potentieel risico vormt voor de scheepvaart en het milieu.

MEMO/11/312 .

Voor nadere informatie over de inbreukprocedures van de EU, zie: MEMO/11/220.

Richtlijn 2009/16/EC betreffende havenstaatcontrole

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2009:131:0057:0100:EN:PDF

Meer informatie over het zeevervoersbeleid van de EU:

http://ec.europa.eu/transport/maritime/index_en.htm