Commissie tevreden over aanwerving uit toetredingslanden 2004

Op het eind van de overgangsperiode (31 december 2010) heeft de Europese Commissie haar doelstellingen overtroffen wat betreft de aanwerving van ambtenaren uit de 10 landen die in 2004 tot de EU toetraden. Uit het eindverslag blijkt dat tussen 1 mei 2004 en eind 2010 4.004 ambtenaren en tijdelijke functionarissen uit Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije, Slovenië en Tsjechië bij de Commissie in dienst zijn getreden, een heel eind boven het ambitieuze streefcijfer van 3.508.

Op hoger managementniveau is de Commissie ook verder gegaan dan het gestelde doel, namelijk ten minste één onderdaan uit elk van de tien nieuwe lidstaten op het niveau van directeur-generaal of adjunct-directeur-generaal. Ook de aanwerving van directeuren en eenheidshoofden was een succes. De aanwerving van ambtenaren uit de EU-10 heeft ook een positief gevolg voor het man-vrouw-evenwicht in de Commissie: er waren eind 2010 namelijk meer vrouwen dan mannen in de organisatie en een groter aantal vrouwelijke managers dan vóór de uitbreidingsronde van 2004. De overgangsperiode voor de aanwerving van ambtenaren uit Bulgarije en Roemenië verloopt ook voorspoedig en zal nog tot eind 2011 duren.

"Ik ben verheugd dat de aanwervingen na de recentste uitbreidingen een groot succes zijn", aldus Maroš Šefcovic, vicevoorzitter voor interinstitutionele betrekkingen en administratie. "Het aanwerven en integreren van grote aantallen nieuw personeel uit diverse landen is voor elke organisatie een uitdaging. Wij hebben niet alleen onze doelstellingen overtroffen, maar ook uitstekende, geëngageerde collega's gevonden. Wij zijn erin geslaagd deze in onze organisatie te integreren, waardoor de Commissie ook nieuwe energie heeft opgedaan."

Bij de voorbereiding van de grootste uitbreidingsronde ooit, in 2004, waren regels overeengekomen voor de aanwerving met voorrang van personeel uit de nieuwe lidstaten, tijdens een overgangsperiode die op 31 december 2010 afliep. Een vergelijkbare regeling is tot eind dit jaar van toepassing voor Bulgarije en Roemenië.

Voor onderdanen van de EU-10 verbond de Commissie zich tot aanwerving van 3.500 personen, hetgeen overeenkomt met bijna 16% van het totale aantal ambtenaren van vóór de uitbreiding. De doelstellingen voor de aanwerving van managers waren gebaseerd op een proportionele toename van het aantal managementfuncties. De Commissie streefde er ook naar ten minste één directeur-generaal of adjunct-directeur-generaal uit elk van de 10 uitbreidingslanden aan te werven.

De algemene EU-10-doelstelling werd meer dan twee jaar voor de einddatum bereikt, namelijk in oktober 2008, zowel voor administrateurs (AD) als voor assistenten (AST). Tegen eind 2010 had het aantal aanwervingen van permanente en tijdelijke functionarissen het cijfer van 4.004 bereikt. Ongeveer 62% van deze aanwervingen betrof mensen van universitair niveau (AD). Daarnaast werkten eind 2010 595 arbeidscontractanten en 144 gedetacheerde nationale deskundigen uit de EU-10 voor de Commissie. Er was ten minste één onderdaan uit elk van de EU-10 op het niveau van directeur-generaal of adjunct-directeur-generaal, en drie landen konden beschikken over twee onderdanen op het hoogste niveau. Er werden ongeveer 42 directeuren of raadadviseurs aangeworven en 189 eenheidshoofden.

Het aanwervingsbeleid uit de nieuwe lidstaten leidde uiteraard tot vertragingen met de aanwervingen uit de EU-15. Toch konden deze aan een redelijk tempo blijven doorgaan, hetgeen betekent dat niet moet worden gevreesd voor een groot gebrek aan geografisch evenwicht.

De uitbreiding van 2004 had positieve gevolgen voor het man-vrouw-evenwicht bij de Commissie. Meer dan twee derden van het personeel dat uit de EU-10 werd aangeworven, waren vrouwen. Het aandeel vrouwen in de Commissie steeg van 46,6% vóór de uitbreiding tot 52,1% eind 2010. Er was ook een stijging van het totale aandeel vrouwen op managementniveau bij de Commissie. Door de uitbreiding daalde tevens de gemiddelde leeftijd van het personeel van de Commissie licht.

De aanwerving van dergelijke grote aantallen nieuwe ambtenaren betekende een aanzienlijke krachtinspanning enerzijds voor het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Unie, het interinstitutionele orgaan dat belast is met de aanwervingen van personeel voor alle instellingen van de EU, en ook voor de diensten van de Commissie, die een reeks nieuwe voorschriften ten uitvoer legden om de nieuwe personeelsleden en hun gezinnen te helpen integreren.

De 4.000 personeelsleden uit de 10 nieuwe lidstaten vertegenwoordigen 16% van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie. Hun integratie verliep vlot, zonder veel horten en stoten en zonder dat de aanwerving uit de 15 andere lidstaten stilviel. Tezamen met de aan de gang zijnde aanwervingen uit Bulgarije en Roemenië betekent dit dat de Commissie in 2011 een echte Europese instelling is. Vergeleken met vroegere uitbreidingen, en meer bepaald gezien haar omvang, is de uitbreiding van 2004 voor de Commissie een groot succes geworden. De lessen die hieruit werden getrokken, zullen van nut zijn bij volgende uitbreidingen en de integratie van nieuwe personeelsleden vergemakkelijken. Dat komt de collega's uit alle lidstaten ten goede.

Zie weblink:

http://ec.europa.eu/civil_service/index_nl.htm

http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/sefcovic/headlines/news/2011/02/eu_10_recruitment_en.htm