Hoe voorspelbaar zijn de verhoudingen in de Eerste Kamer?
Bij de vorming van een nieuw kabinet moet ook rekening worden gehouden met de verhoudingen in de Eerste Kamer. Alle wetgeving moet door een kabinet immers ook door die Kamer worden geloodst. Probleem bij de huidige formatie is dat de samenstelling van de Eerste Kamer volgend jaar wijzigt, omdat er dan verkiezingen zijn. De beoogde coalitie van CDA en VVD beschikt nu slechts over 35 zetels. Zelfs als de SGP (2 zetels) 'gedoogsteun' geeft, is er geen meerderheid. De PVV is nog niet in de Senaat vertegenwoordigd.
Sinds 1918 is het niet meer voorgekomen dat een kabinet (behoudens interimkabinetten) wel een meerderheid had in de Tweede Kamer, maar niet in de Eerste Kamer. De kabinetten-Lubbers II en -Kok II beschikten over de kleinst mogelijke meerderheid (38 zetels).
Afwijkingen tussen meerderheden in beide Kamers kwamen sinds 1986 geregeld voor, waarbij soms aanzienlijke verschillen te zien waren. De meerderheid van de coalitie was in de Eerste Kamer alleen in 2003 groter dan in de Tweede Kamer. De verwachte meerderheid is gebaseerd op de helft van het aantal zetels waarover de coalitie in de Tweede Kamer beschikte.
kabinet |
zetels in TK |
zetels in EK |
verwachte meerderheid |
verschil |
Lubbers II |
81 (1986) |
38 (1987) |
40-41 |
-2/3 |
Lubbers III |
103 (1989) |
43 (1991) |
51-52 |
-8/9 |
Kok I |
92 (1994) |
44 (1995) |
46 |
-2 |
Kok II |
97 (1998) |
38 (1999) |
48-49 |
-10/11 |
Balkenende II |
78 (2003) |
41 (2003) |
39 |
+2 |
Balkenende IV |
80 (2006) |
39 (2007) |
40 |
-1 |
redactie: PDC